De huid en bescherming
De huid bestaat uit opperhuid en lederhuid. Opperhuid: bestaat uit:
• Hornlaag: dode, verhoornde epitheelcellen, bescherming tegen beschadiging, uitdroging en
infecties.
• Kiemlaag:levende epitheelcellen, melanocyten produceren pigment -> melanine. Dit geeft
bescherming tegen ultraviolette straling. De onderste laag cellen deelt zich voortdurend. Talg
huid het haar en de hoornlaag soepel.
Lederhuid: bindweefsel met
zintuigen, zenuwen,
haarspiertjes, bloedvaten en
zweetklieren.
In de huid wordt vitamine D
gevormd onder invloed van de
UV straling in zonlicht.
Onderhuidse bindweefsel: Hier vindt opslag van vetcellen plaats. Het vet heeft een warmte-
isolerende werking.
De lichaamstemperatuur in evenwicht
Warmtebalans: min of meer constante lichaamstemperatuur door evenwicht tussen
warmteproductie en warmte afgifte.
Warmteproductie door dissimilatie, vooral in het binnenste deel van het lichaam en in actieve
spieren. Deze zitten vaak aan het skelet.
Warmteafgifte via bloed dat door de huid stroomt en via zweet dat verdampt.
Het temperatuurcentrum in de hypothalamus regelt de warmte productie en warmteafgifte van het
lichaam. Koude en warmtezintuigen in de hypothalamus registreren de temperatuur van het bloed.
1
, Bescherming tegen stijging van de lichaamstemperatuur
Bloedvaten in de huid worden wijder en de huid wordt roder. Zweetklieren produceren meet zweet
water en zouten.
Bescherming tegen daling van de lichaamstemperatuur
Bloedvaten in de huid worden nauwer de huid wordt bleker. Zweetklieren produceren minder
zweet. Warmteproductie neemt toe. Hierdoor ga je rillen of klappertanden.
Afweer
Ziekteverwekkers - pathogenen: klein organismen dat je ziek kunnen maken.
Infectie: het binnendringen van ziekteverwerkkers in je lichaam.
Virussen dringen cellen van je lichaam binnen >
Lichaamsvreemd: stoffen of cellen die niet in je lichaam thuishoren. Je lichaam heeft verschillende
mechanismen waarmee het zich beschermt tegen lichaamsvreemde organismen en
lichaamsvreemde stoffen:
- huid
- slijmvliezen
- maagzuur
- Witte bloedcellen
Huid en slijmvliezen
Door de bouw bemoeilijken ze het binnendringen van ziektewekkers en schadelijke stoffen.
Oogvocht + speeksel = wegspoelen
Neus = slijm
luchtwegen + verteringsstelsel + uitscheidingsstelsel + voortplantingsstelsel = opvangen van
ziekteverwekkers.
Twee soorten afweer:
1. Mechanische afweer: huid, slijmvliezen enzovoort die het binnendringen bemoeilijken voor
ziekteverwerkkers en schadelijke stoffen.
2. Chemische afweer: zoutzuur in maagzuur wat de bacteriën stoffen dood
Het immuunsysteem
Wanneer er ziekteverwekkers toch zijn binnengedrongen gaat het immuunsysteem aan de gang.
Belangrijke organen: beenmerg, thymus, milt en de lymfeknopen.
2