Lyndsey Bommer
645220
Organiseren van zorg
Bijeenkomst 1
4P model
- Probleem:
o Partijen
o Feitelijk
- Positionering:
o Oorzaken
o Prioritering
- Plan:
o TWO/SMART doel
o Interventies
o Voor- en nadelen
- Proces:
o Samenwerking
o Teamrollen
Bijeenkomst 2
Persoonsgerichte zorg methoden
Huis van persoonsgerichte zorg= model om persoonsgerichte zorg met chronische ziekten systematisch op te
zetten.
House of care= raamwerk persoonsgerichte zorg zorggroep of zorgverlener lokaal kan invullen. Uitgangspunt:
actieve betrokkenheid van patiënten.
Co-creating Health= zelfmanagement implementatiemodel op basis van samenwerken van patiënten,
zorgverleners en het systeem. Het bestaat uit agendasetting, goalsetting en follow-up.
Persoonsgerichte zorg
Shared Decision making
1. Choice talk er valt iets te kiezen.
2. Option talk wat valt er te kiezen.
3. Decision talk wat kiest de patiënt.
Theorie van Maslow
1. Fysiologische behoeften, voedsel, water, slaap en goede lichaamstemperatuur.
1
, Lyndsey Bommer
645220
2. Veiligheidsbehoeften, zekerheid en bescherming.
3. Sociale behoeften, sociaal contact, vriendschap, liefde en ergens bij horen.
4. Erkenningsbehoeften, waardering en respect door anderen, achting en status.
5. Zelfactualiseringsbehoeften, kennis, waarheid en wijsheid om tot persoonlijke groei te komen.
Deprivatie (tekort behoeften) leidt tot activatie.
Deficiëntiebehoeften= eerste vier behoeften van Maslow, omdat activatie ontstaat uit deprivatie.
Verwachtingstheorie
Geneigdheid tot inspanning
1. Verband tussen inspanning en prestatie
2. Verband tussen prestaties en opbrengsten
3. Waarde van opbrengsten.
.
ASE-model
Methoden van inpassen
- Informeren en begeleiden. Nieuwe medewerker krijg op allerlei manieren informatie door.
- Belonen en straffen.
- Voordoen.
- Scholing.
Job-Charecteristics-model
De intrinsieke werkmotivatie verhogen door:
1. Variatie
2. Vaardigheden
3. Identiteit
4. Functioneel
5. Autonomie
6. Feedback
Zorgt voor zinvol, aantrekkelijk en voldoende uitdagend werk. Alleen bij kwaliteiten van de medewerker:
- De juiste kennis en vaardigheden voor het werk
- Voldoende groeibehoeften
- Voldoende tevredenheid met de werkomgeving
2
, Lyndsey Bommer
645220
Intrinsieke en extrinsieke motivatie
Intrinsieke motivatie= motivatie, omdat ze het werk leuk vinden en plezier ontlenen aan goede prestaties.
Hangt samen met zelfontplooiing (Maslow).
Extrinsieke motivatie= motivatie, vanwege de opbrengst.
Bijeenkomst 3
Sectoren gezondheidszorg
1. Cure= gericht op behandelen en genezen van acute en chronische lichamelijke aandoeningen.
a. Intramurale zorg in ziekenhuizen en revalidatiecentra
b. (poli)klinische zorg, ambulancehulpverlening en ziekenvervoer
c. Extramurale zorg bij bijvoorbeeld huisartsen
d. Geneesmiddelenvoorziening
2. Care
a. Sector verpleging en verzorging: thuiszorginstellingen, verpleeghuizen en verzorgingshuizen
b. Gehandicaptenzorg
c. Hulpmiddelen voor de bovenstaande groepen
3. Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
a. Voorkomen psychische aandoeningen
b. Behandelen en genezen psychische aandoeningen
c. Mensen met een psychische aandoening aan de samenleving laten deelnemen
d. Hulp bieden aan mensen die ernstig verward/verslaafd zijn en die uit zichzelf geen hulp
zoeken
4. Maatschappelijke zorg
a. Maatschappelijke opvang= tijdelijk verblijf aan daklozen, gekoppeld aan zorg en begeleiding
en/of het verhelpen van een crisis.
b. Algemeen maatschappelijk werk (AMW)= ambulante hulp op gebied van psychosociale
hulpverlening. Voorkomen dat cliënten in ggz- of opvangvoorzieningen terecht komen en
ervoor zorgen dat cliënten uit dergelijke instellingen weer opgevangen worden als ze het
normale leven weer kunnen gaan oppakken.
5. Preventie/publieke gezondheidszorg
Intramurale zorg= zorg in of vanuit instelling met het opnemen, verzorgen en verplegen van patiënten.
Tweedelijnsgezondheidszorg= specialistische zorg, bijvoorbeeld ziekenhuizen, verpleeghuizen en inrichtingen
voor verstandelijk gehandicapten.
Extramurale zorg= zorg buiten tweedelijnsinstellingen, zoals tandheelkunde en fysiotherapie.
Ambulante zorg= patiënten in hun maatschappelijke omgeving en thuissituatie.
Langdurige GGZ= psychische stoornis die na drie jaar geneeskundige zorg vanuit de Zorgverzekeringswet zorg
nodig blijven hebben.
Eerstelijnsgezondheidszorg= generalistische zorg.
3
645220
Organiseren van zorg
Bijeenkomst 1
4P model
- Probleem:
o Partijen
o Feitelijk
- Positionering:
o Oorzaken
o Prioritering
- Plan:
o TWO/SMART doel
o Interventies
o Voor- en nadelen
- Proces:
o Samenwerking
o Teamrollen
Bijeenkomst 2
Persoonsgerichte zorg methoden
Huis van persoonsgerichte zorg= model om persoonsgerichte zorg met chronische ziekten systematisch op te
zetten.
House of care= raamwerk persoonsgerichte zorg zorggroep of zorgverlener lokaal kan invullen. Uitgangspunt:
actieve betrokkenheid van patiënten.
Co-creating Health= zelfmanagement implementatiemodel op basis van samenwerken van patiënten,
zorgverleners en het systeem. Het bestaat uit agendasetting, goalsetting en follow-up.
Persoonsgerichte zorg
Shared Decision making
1. Choice talk er valt iets te kiezen.
2. Option talk wat valt er te kiezen.
3. Decision talk wat kiest de patiënt.
Theorie van Maslow
1. Fysiologische behoeften, voedsel, water, slaap en goede lichaamstemperatuur.
1
, Lyndsey Bommer
645220
2. Veiligheidsbehoeften, zekerheid en bescherming.
3. Sociale behoeften, sociaal contact, vriendschap, liefde en ergens bij horen.
4. Erkenningsbehoeften, waardering en respect door anderen, achting en status.
5. Zelfactualiseringsbehoeften, kennis, waarheid en wijsheid om tot persoonlijke groei te komen.
Deprivatie (tekort behoeften) leidt tot activatie.
Deficiëntiebehoeften= eerste vier behoeften van Maslow, omdat activatie ontstaat uit deprivatie.
Verwachtingstheorie
Geneigdheid tot inspanning
1. Verband tussen inspanning en prestatie
2. Verband tussen prestaties en opbrengsten
3. Waarde van opbrengsten.
.
ASE-model
Methoden van inpassen
- Informeren en begeleiden. Nieuwe medewerker krijg op allerlei manieren informatie door.
- Belonen en straffen.
- Voordoen.
- Scholing.
Job-Charecteristics-model
De intrinsieke werkmotivatie verhogen door:
1. Variatie
2. Vaardigheden
3. Identiteit
4. Functioneel
5. Autonomie
6. Feedback
Zorgt voor zinvol, aantrekkelijk en voldoende uitdagend werk. Alleen bij kwaliteiten van de medewerker:
- De juiste kennis en vaardigheden voor het werk
- Voldoende groeibehoeften
- Voldoende tevredenheid met de werkomgeving
2
, Lyndsey Bommer
645220
Intrinsieke en extrinsieke motivatie
Intrinsieke motivatie= motivatie, omdat ze het werk leuk vinden en plezier ontlenen aan goede prestaties.
Hangt samen met zelfontplooiing (Maslow).
Extrinsieke motivatie= motivatie, vanwege de opbrengst.
Bijeenkomst 3
Sectoren gezondheidszorg
1. Cure= gericht op behandelen en genezen van acute en chronische lichamelijke aandoeningen.
a. Intramurale zorg in ziekenhuizen en revalidatiecentra
b. (poli)klinische zorg, ambulancehulpverlening en ziekenvervoer
c. Extramurale zorg bij bijvoorbeeld huisartsen
d. Geneesmiddelenvoorziening
2. Care
a. Sector verpleging en verzorging: thuiszorginstellingen, verpleeghuizen en verzorgingshuizen
b. Gehandicaptenzorg
c. Hulpmiddelen voor de bovenstaande groepen
3. Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
a. Voorkomen psychische aandoeningen
b. Behandelen en genezen psychische aandoeningen
c. Mensen met een psychische aandoening aan de samenleving laten deelnemen
d. Hulp bieden aan mensen die ernstig verward/verslaafd zijn en die uit zichzelf geen hulp
zoeken
4. Maatschappelijke zorg
a. Maatschappelijke opvang= tijdelijk verblijf aan daklozen, gekoppeld aan zorg en begeleiding
en/of het verhelpen van een crisis.
b. Algemeen maatschappelijk werk (AMW)= ambulante hulp op gebied van psychosociale
hulpverlening. Voorkomen dat cliënten in ggz- of opvangvoorzieningen terecht komen en
ervoor zorgen dat cliënten uit dergelijke instellingen weer opgevangen worden als ze het
normale leven weer kunnen gaan oppakken.
5. Preventie/publieke gezondheidszorg
Intramurale zorg= zorg in of vanuit instelling met het opnemen, verzorgen en verplegen van patiënten.
Tweedelijnsgezondheidszorg= specialistische zorg, bijvoorbeeld ziekenhuizen, verpleeghuizen en inrichtingen
voor verstandelijk gehandicapten.
Extramurale zorg= zorg buiten tweedelijnsinstellingen, zoals tandheelkunde en fysiotherapie.
Ambulante zorg= patiënten in hun maatschappelijke omgeving en thuissituatie.
Langdurige GGZ= psychische stoornis die na drie jaar geneeskundige zorg vanuit de Zorgverzekeringswet zorg
nodig blijven hebben.
Eerstelijnsgezondheidszorg= generalistische zorg.
3
