Samenvatning Bedrijfskun罥ndenHoieschoolnUtr罥rech罥nleerjaarn1n
Periodeng B
Weekunng B1
Orianisatie: Een organisate is een menselijke samenwerking
die doelgericht is en als blijvend bedoeld is.
g Bedrijf: Organisates die goederen en/of diensten voortbrengen
of handeldrijven met het doel deze op een afzetmarkt te
verkopen noemen we een bedrijf.
Ondernemini: Een onderneming is een bedrijf dat altjd gericht
is op het maken van winst.
We onderscheiden bedrijven met en zonder winstoogmerk:
g Bedrijvennzondernwins罥ooimerkunn(ookunnwelnnon-proftins罥elliniennienoemd): Deze streven naar levering
van goederen en/of diensten voor algemeen nut tegen de laagst mogelijke ofers.
Voorbeelden: ziekenhuis, een gemeentelijk vervoersbedrijf en een waterleidingmaatschappij.
g Bedrijvennme罥nwins罥ooimerkunns罥revennnaarnwins罥n(ondernemini): Dat betekent dat zij op eigen kracht
een opbrengst voor hun producten en/of diensten realiseren die hoger is dan de kosten van het maken
of leveren ervan. Ze proberen eraan te verdienen. Dit met de bedoeling de winst ter beschikking te
stellen aan de bedrijfseigenaar als beloning voor zijn investering in het bedrijf.
Voorbeelden: Volvo, Unilever, Philips, maar ook midden-en kleinbedrijven zoals de sigarenzaak om de
hoek.
Je kunt een bedrijf dan ook zien als een menselijk samenwerkingsverband dat doelgericht en blijvend is.
Deze omschrijving bevat 4 kenmerken waarvan het belangrijk is deze uit te werken, want ze geven aan
waar de organisate om draait:
1. De mens in de organisate
2. De samenwerking in een organisate
3. Doelgerichtheid binnen een organisate
4. Contnuïteit in een organisate
Syneriie-efec罥: Dit wil zeggen dat het resultaat van het totale samenwerkingsverband groter is dan een
optelling van de resultaten van de individuele prestates.
Voorbeeld: Het gaat veel sneller om een 10 auto’s door 10 mensen te laten maken in teamverband in
plaats van dat ieder persoon 1 auto alleen moet maken.
Goini-concerniedach罥e: je gaat bij het nemen van managementbeslissingen uit van de contnuïteit van
het bedrijf (ongeacht de eventuele overdracht van het eigendom van het bedrijf na een overname).
In罥ernenhoofddoels罥ellini: Het voortbestaan van het bedrijf
Ex罥ernenhoofddoels罥ellini: Het voorzien in een maatschappelijke behoefe.
, Transformatieproces: Het omzetngsproces van een product.
Voorbeeld: kofepoeder, water, een flterzakje en voldoende elektriciteit leiden – als alles goed gaat – tot
een kan warme kofe.
g Blackunbox-benaderini: Men beschouwt het bedrijf als een zwarte
doos waarbij alleen gezien kan worden wat er ingaat en wat er
uitkomt.
Wa罥nisnbedrijfskun罥nde?
Bedrijfskunde gaat over bedrijven. De bedrijfsomgeving is belangrijk in de bedrijfskunde. Bedrijfskunde is
multdisciplinair. Bedrijfskunde is interdisciplinair. Bedrijfskunde is een wetenschap en een kunde.
Waarniaa罥nbedrijfskun罥ndenover: De bedrijfskunde is het vakgebied dat zich bezighoudt met het op de
juiste wijze organiseren, in elkaar zeten, en regelen van bedrijven. Het aandachtsgebied van dit vak
betref bedrijven en bedrijfsvoering.
Omievini: Elementen buiten het bedrijf die echter wel van invloed zijn op de werking van het bedrijf.
Voorbeeld: klanten, de overheid, vakbonden (stakeholders), maar ook aan de economische situate.
M罥ltidisciplinair:nEr komen verschillende disciplines in de
bedrijfskunde samen.
Voorbeeld: marketng, bedrijfseconomie, inkoopkunde,
informatekunde, rechten, technologieleer en
facilitymanagement.
In罥erdisciplinair: De verbinding van verschillende disciplines.
Voorbeeld: Een stap verder dan Multdisciplinair, je weegt welke discipline nodig is om een probleem op
te lossen en zet de disciplines tegenover elkaar wanneer er tegenstellingen zijn en beslist welke je
discipline je volgt om het probleem op te lossen.
g Bedrijfskun罥ndenisneennwe罥enschap omdat het, zoals eerder is aangegeven, geen kritekloos doorgeefuik
van de kennis uit andere vakgebieden is, maar er de eigen ideeën en defnites op loslaat. Ook is het zo
dat bij de vorming van bedrijfskundige theorieën en bedrijfskundig onderzoek de normale
wetenschappelijke spelregels worden toegepast.
K罥nde: dat het praktjkgericht is. Bedrijfskunde is praktsch ingesteld, het gaat om reële problemen en
praktsche vraagstukken die opgelost moeten worden.
Periodeng B
Weekunng B1
Orianisatie: Een organisate is een menselijke samenwerking
die doelgericht is en als blijvend bedoeld is.
g Bedrijf: Organisates die goederen en/of diensten voortbrengen
of handeldrijven met het doel deze op een afzetmarkt te
verkopen noemen we een bedrijf.
Ondernemini: Een onderneming is een bedrijf dat altjd gericht
is op het maken van winst.
We onderscheiden bedrijven met en zonder winstoogmerk:
g Bedrijvennzondernwins罥ooimerkunn(ookunnwelnnon-proftins罥elliniennienoemd): Deze streven naar levering
van goederen en/of diensten voor algemeen nut tegen de laagst mogelijke ofers.
Voorbeelden: ziekenhuis, een gemeentelijk vervoersbedrijf en een waterleidingmaatschappij.
g Bedrijvennme罥nwins罥ooimerkunns罥revennnaarnwins罥n(ondernemini): Dat betekent dat zij op eigen kracht
een opbrengst voor hun producten en/of diensten realiseren die hoger is dan de kosten van het maken
of leveren ervan. Ze proberen eraan te verdienen. Dit met de bedoeling de winst ter beschikking te
stellen aan de bedrijfseigenaar als beloning voor zijn investering in het bedrijf.
Voorbeelden: Volvo, Unilever, Philips, maar ook midden-en kleinbedrijven zoals de sigarenzaak om de
hoek.
Je kunt een bedrijf dan ook zien als een menselijk samenwerkingsverband dat doelgericht en blijvend is.
Deze omschrijving bevat 4 kenmerken waarvan het belangrijk is deze uit te werken, want ze geven aan
waar de organisate om draait:
1. De mens in de organisate
2. De samenwerking in een organisate
3. Doelgerichtheid binnen een organisate
4. Contnuïteit in een organisate
Syneriie-efec罥: Dit wil zeggen dat het resultaat van het totale samenwerkingsverband groter is dan een
optelling van de resultaten van de individuele prestates.
Voorbeeld: Het gaat veel sneller om een 10 auto’s door 10 mensen te laten maken in teamverband in
plaats van dat ieder persoon 1 auto alleen moet maken.
Goini-concerniedach罥e: je gaat bij het nemen van managementbeslissingen uit van de contnuïteit van
het bedrijf (ongeacht de eventuele overdracht van het eigendom van het bedrijf na een overname).
In罥ernenhoofddoels罥ellini: Het voortbestaan van het bedrijf
Ex罥ernenhoofddoels罥ellini: Het voorzien in een maatschappelijke behoefe.
, Transformatieproces: Het omzetngsproces van een product.
Voorbeeld: kofepoeder, water, een flterzakje en voldoende elektriciteit leiden – als alles goed gaat – tot
een kan warme kofe.
g Blackunbox-benaderini: Men beschouwt het bedrijf als een zwarte
doos waarbij alleen gezien kan worden wat er ingaat en wat er
uitkomt.
Wa罥nisnbedrijfskun罥nde?
Bedrijfskunde gaat over bedrijven. De bedrijfsomgeving is belangrijk in de bedrijfskunde. Bedrijfskunde is
multdisciplinair. Bedrijfskunde is interdisciplinair. Bedrijfskunde is een wetenschap en een kunde.
Waarniaa罥nbedrijfskun罥ndenover: De bedrijfskunde is het vakgebied dat zich bezighoudt met het op de
juiste wijze organiseren, in elkaar zeten, en regelen van bedrijven. Het aandachtsgebied van dit vak
betref bedrijven en bedrijfsvoering.
Omievini: Elementen buiten het bedrijf die echter wel van invloed zijn op de werking van het bedrijf.
Voorbeeld: klanten, de overheid, vakbonden (stakeholders), maar ook aan de economische situate.
M罥ltidisciplinair:nEr komen verschillende disciplines in de
bedrijfskunde samen.
Voorbeeld: marketng, bedrijfseconomie, inkoopkunde,
informatekunde, rechten, technologieleer en
facilitymanagement.
In罥erdisciplinair: De verbinding van verschillende disciplines.
Voorbeeld: Een stap verder dan Multdisciplinair, je weegt welke discipline nodig is om een probleem op
te lossen en zet de disciplines tegenover elkaar wanneer er tegenstellingen zijn en beslist welke je
discipline je volgt om het probleem op te lossen.
g Bedrijfskun罥ndenisneennwe罥enschap omdat het, zoals eerder is aangegeven, geen kritekloos doorgeefuik
van de kennis uit andere vakgebieden is, maar er de eigen ideeën en defnites op loslaat. Ook is het zo
dat bij de vorming van bedrijfskundige theorieën en bedrijfskundig onderzoek de normale
wetenschappelijke spelregels worden toegepast.
K罥nde: dat het praktjkgericht is. Bedrijfskunde is praktsch ingesteld, het gaat om reële problemen en
praktsche vraagstukken die opgelost moeten worden.
