Samenvatting Basisboek Integrale Veiligheid

Basisboek Veiligheidskunde Samenvatng
Hoofdstuk 1

1.1

Nederlanders zijn gelukkig, maar maken zich zorgen over de toekomst. De grootste dingen waar men
zich zorgen om maakt zijn:

- Samenleven, normen en waarden
- Gezondheids- en ouderenzorg
- Werkgelegenheid
- Inkomen en economie
- Immigrate en integrate
- Politek en bestuur
- Criminaliteit en veiligheid

De grootste maatschappelijke prioriteit zou volgens Nederlanders minder oorlog en terrorisme
moeten zijn.

1.2

Er zijn twee soorten doodsoorzaken namelijk:

Uitwendig Ongevallen, moord enz.

Inwendig Ziektes

IV legt de focus op uitwendig. Er is dan sprake van een oorzaak die bestreden moet worden.

Tussen de categorieën “ alle leefijdenn en “ 15 t/m 40 jaarn zit grote verschillen tussen de
doodsoorzaken. Vooral door de acteve deelneming van de laatste groep in bijv. het verkeer. (De
grootste oorzaak bij deze groep is zelfdoding).

Bij het ontstaan van letsel (het gevolg van externe oorzaken) is de grootste categorie privé
ongevallen daarna komen sportblessures en verkeersongevallen.

Ziektes, letsels en dood komen dus haast niet voor in het werkgebied van de VK. Hieruit kan men drie
dingen concluderen:

1. IVK’s zijn op de verkeerde plek aan het werk
Veiligheid is de efecteve bescherming tegen persoonlijk leed met uitzondering van ziektes
met inwendige oorzaken. Hieronder valt dus ook huiselijke ongevallen, het gebied waar niet
gewerkt wordt door de VK’s.

2. IVK’s worden niet zo zeer ingezet vanwege verwachte overlijdens of ongevallen, maar vanuit
andere bewegingen (zoals emotoneell
IVK’s worden vooral gebruikt bij grootschalige evenementen / actes niet alleen om
overlijdens te voorkomen, maar ook vanwege de maatschappelijke impact na een incident.
Ze worden dus mede ingezet door maatschappelijke emotes en verantwoordelijkheden.

, 3. Dankzij IVK’s zijn er weinig doden en letsel in hun werkgebied
Veiligheid is dankzij de inzet van velen en maatregelen die partjen hanteren, waardoor
dodelijke slachtofers zoals in het verkeer minder worden met de tjd. Het is dus niet alleen
maar dankzij de IVK’s.

1.3

Vernetwerking speelt een belangrijke rol in IV door een toename van:

- Mobiliteit
- Staatsvorming
- Arbeidsindeling
- Verstedelijking
- Telecommunicate en digitalisering

Maar dit heef ook het efect dat de criminaliteit zich verder kan uitbreiden. Dit komt ook door de
vermindering in sociale controle. Er zijn dan wel meer relates tussen mensen dan vroeger maar ze
gaan wel minder diep, waardoor criminaliteit meer de kans krijgt.

Vernetwerking creëert niet alleen meer optes voor de criminaliteit , maar ook voor de IV om voor
veiligheid te zorgen. Denk bijvoorbeeld aan sociale media of whatsapp waardoor iedereen beter
bereikbaar is.

Naast vernetwerking zorgen ook migrate en economische ontwikkelingen tot maatschappelijke
veranderingen die betrekking hebben op IV

,Hoofdstuk 2

2.2

Veiligheidszorg alles wat mensen doen om hun lichamelijke en geestelijke (= dreigingen van
buitenaf of psychische problemen) integriteit te beschermen.

R = p x E  Risico is de kans op een gebeurtenis die de veiligheid bedreigt (p) x de schadelijke
efecten die daarvan het gevolg zijn (E)

IV  Je plaatst een veiligheidsprobleem in een breder perspectef langs vier verschillende lijnen:

1. Tijd  Een veiligheidsprobleem is onderdeel van een proces ofwel een oorzaak –
gevolgketen. Hierbij wordt een veiligheidsketen gehanteerd (Meer in H.3)

2. Ruimte Bijna geen een VP is lokaal, maar overschrijdt wel een grens (Gemeente, land enz.).
Welke maatregelen moeten worden getrofen en door wie. Hoe wordt dit op elkaar
afgestemd? Hierbij moet ook aan het verplaatsingsefect worden gedacht. Het probleem zal
zich waarschijnlijk verplaatsen van een plek waar maatregelen zijn getrofen naar een plek
waar die niet zijn getrofen.

3. Sociale netwerken VP’s strekken breed en moeten dus door samenwerking en informate
delen worden aangepakt

4. Kennisgebied Een integrale benadering houdt in dat je een VP via verschillende
kennisgebieden of disciplines bekijkt (Dit heet ook wel multdisciplinair).


2.3

Objecteve veiligheid Dit is meetbaar en vast te stellen aan de hand van feiten en een vooraf
omschreven methode.

Subjecteve veiligheid de mate waarin men zich veilig voelt

Fear victmizaton paradox Mensen die objectef gezien minder kans hebben om een slachtofer te
zijn rapporteren het meest en andersom.

2.4

Sociale veiligheid de mate waarin mensen beschermt zijn/zich voelen tegen persoonlijk leed door
misdrijven zowel in publiek als thuis.

Fysieke veiligheid de mate waarin mensen beschermt zijn/zich voelen tegen persoonlijk leed door
ongevallen en onheil van niet-menselijke oorsprong.

Risicopercepte dit heef te maken met het feit dat fysieke veiligheid ook een subjecteve en
objecteve kant heef. Dit slaat namelijk op hoe men zich een bepaald risico voorstelt.

, 2.5

Criminaliteit  het plegen van misdrijven.

Leefaarheid de mate waarin de woonomgeving van mensen past bij hun fysieke en psychische
behoefen. Dit is tjd- en plaats gebonden.

Met bedrijven zijn er drie hoofdthema’s betref veiligheid:

1. Externe veiligheid de veiligheid van personen die zich bevinden buiten het systeem van het
bedrijf waar het voorval zich voordoet

2. Interne veiligheid de veiligheid van personen die zich binnen het systeem van een bedrijf
bevinden waar het ongeval zich voor doet. Hier valt ook arbeidsveiligheid onder.

3. Bedrijfsveiligheid de mensen zijn/voelen zich beschermt tegen gevaren van buiten af het
bedrijf zoals inbraak of een ramp.

Vanuit het bedrijfsperspectef valt onder bedrijfsveiligheid ook het beschermen van
bedrijfsbelangen tegen hacken of spionage, maar dan alleen als mensen hiermee fysieke of
psychische leed wordt aangedaan.