Hoofdstuk 9 Vulkanisme
Paragraaf 2 Producten vulkanen
Vulkanische producten
Tijdens een uitbarsting komen verschillende producten vrij:
(1) Lavastromen: karakteristieken van lava afhankelijk van viscositeit gesteenten
Basaltische lavastroom: gesmolten basalt kent een lage silici-inhoud,
waardoor de viscositeit laag is en de lava lange afstanden kan stromen
o Twee soorten:
Pahoehoe: lavastroom waarbij de oppervlaktetextuur bestaat uit gladde,
glazige, touwachtige richels
A’a’: lavastroom met een ruig oppervlak
o Vorming lavatunnel: de lege ruimte die overblijft wanneer tunnel leegloopt
Dit gebeurt wanneer het oppervlakt van een lavastroom stolt, terwijl het
binnenste deelvan de stroom naar beneden blijft stromen
o Vorming zuilvorminge verbindingen F9.5a blz. 286: door afkoeling en
krimping van het hard geworden lava, kan het in kolommen breken
o Let op! Onder water gedraagt deze lavastroom zich anders, namelijk in de
vorm van lavakussens F9.5b blz. 286
= mafisch lava dat onderwater door snelle afkoeling naar lavabollen met
een glazige schil wordt gevormd.
Andesitische en rhyolitische lavastroom: gesmolten andesiet en ryoliet kent
een hoge silica-inhoud, waardoor de viscositeit hoog is en de lava kortere
afstanden kan stromen F9.3 blz. 283
o Vorming van lavakoepel en lavakolom
(2) Vulkanische afzettingen
Pyroklastisch puin: gefragmenteerd materiaal dat uit de vulkaan spuit en in
vaste vorm op de grond/zeebodem terecht komt --> pyroclastisch gesteenten
o Vulkanisch as: kleine glasscherven gevormd wanneer een fijne spray van
geëxplodeerd lava onmiddellijk bevriest bij contact met de atmosfeer
Tuf: gelaagd gesteente bestaat uit as en lappili
Lahar: een dik mengsel gevormd wanneer vulkanisch as en puin
vermengen met water --> in rivier, na zware regelval of door smelten van
sneeuw of ijs
o Lapilli: 2 tot 64 mm kleine stenen bestaand uit bevroren lavaklonten,
puimsteenfragmenten of asklonten
o Vulkanische stenen: grote stenen bestaand uit puimsteen en scoria
Scoria: gesteenten met blaasjes, gevormd door de zeer snelle afkoeling
Blokken (gesteenten gebroken tijdens eruptie) en bommen (gesteenten
gevormd in de lucht na eruptie)
Pyroklastische stroom (gloedwolk): snel bewegende lawine die optreedt
wanneer heet vulkanisch as en puin vermengen met lucht en langs de zijkant
van een vulkaan stromen F9.16 blz. 299
Paragraaf 2 Producten vulkanen
Vulkanische producten
Tijdens een uitbarsting komen verschillende producten vrij:
(1) Lavastromen: karakteristieken van lava afhankelijk van viscositeit gesteenten
Basaltische lavastroom: gesmolten basalt kent een lage silici-inhoud,
waardoor de viscositeit laag is en de lava lange afstanden kan stromen
o Twee soorten:
Pahoehoe: lavastroom waarbij de oppervlaktetextuur bestaat uit gladde,
glazige, touwachtige richels
A’a’: lavastroom met een ruig oppervlak
o Vorming lavatunnel: de lege ruimte die overblijft wanneer tunnel leegloopt
Dit gebeurt wanneer het oppervlakt van een lavastroom stolt, terwijl het
binnenste deelvan de stroom naar beneden blijft stromen
o Vorming zuilvorminge verbindingen F9.5a blz. 286: door afkoeling en
krimping van het hard geworden lava, kan het in kolommen breken
o Let op! Onder water gedraagt deze lavastroom zich anders, namelijk in de
vorm van lavakussens F9.5b blz. 286
= mafisch lava dat onderwater door snelle afkoeling naar lavabollen met
een glazige schil wordt gevormd.
Andesitische en rhyolitische lavastroom: gesmolten andesiet en ryoliet kent
een hoge silica-inhoud, waardoor de viscositeit hoog is en de lava kortere
afstanden kan stromen F9.3 blz. 283
o Vorming van lavakoepel en lavakolom
(2) Vulkanische afzettingen
Pyroklastisch puin: gefragmenteerd materiaal dat uit de vulkaan spuit en in
vaste vorm op de grond/zeebodem terecht komt --> pyroclastisch gesteenten
o Vulkanisch as: kleine glasscherven gevormd wanneer een fijne spray van
geëxplodeerd lava onmiddellijk bevriest bij contact met de atmosfeer
Tuf: gelaagd gesteente bestaat uit as en lappili
Lahar: een dik mengsel gevormd wanneer vulkanisch as en puin
vermengen met water --> in rivier, na zware regelval of door smelten van
sneeuw of ijs
o Lapilli: 2 tot 64 mm kleine stenen bestaand uit bevroren lavaklonten,
puimsteenfragmenten of asklonten
o Vulkanische stenen: grote stenen bestaand uit puimsteen en scoria
Scoria: gesteenten met blaasjes, gevormd door de zeer snelle afkoeling
Blokken (gesteenten gebroken tijdens eruptie) en bommen (gesteenten
gevormd in de lucht na eruptie)
Pyroklastische stroom (gloedwolk): snel bewegende lawine die optreedt
wanneer heet vulkanisch as en puin vermengen met lucht en langs de zijkant
van een vulkaan stromen F9.16 blz. 299