Leerdoelen socialezekerheidsrecht
Week 1
- de (historische) ontwikkeling van ons sociaal zekerheidsstelsel in grote lijnen schetsen;
1854 Armenwet —> 1901 ongevallenwet —> 1913 invaliditeitswet —> 1913 ziektewet (pas 1930 in
werking) —> WOII Commissie van Rhijn —> 1959 AWW —> 1967 WAO —> 1967 WW —> 1995 Anw
—> 1998 Wajong —> 1998 Waz —> 2007 Wmo —> 2014 Wet werk en zekerheid —> 2015
Participatiewet —> 2015 WiZ
Vroeger was er in Nederland een nachtwakersstaat. Daarna gingen we naar de verzorgingsstaat en nu
willen we een verzorgingsstelsel. We willen dit wel alleen voor de mensen die het echt nodig hebben
en we actieveren mensen om iets te doen.
Er is dus in de loop van jaren meer accent gekomen op activering en de overheid is zich steeds meer
gaan terugtrekken.
- de organisatestructuur van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel beschrijven;
Wat houdt het sociaalzekerheidsrecht in? Het is het geheel van wetelijke maatregelen dat de
inkomensrisico’s opvangt. Enerzijds beoogd op mensen die niet meer in levensonderhoud kunnen
voorzien de middelen van bestaan te kunnen geven en anderzijds gericht op bevordering en
instandhouding van de deelname aan het arbeidsproces.
Het UWV is belangrijk voor werknemersverzekeringen
SVB (sociale verzekeringsbank) is belangrijk voor kinderbijslag.
Belastingdienst is belangrijk voor de toeslagen en voorzieningen.
- de fnanciering van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel uitleggen;
Sociale voorzieningen worden betaald van belastingen (algemene middelen)—> voor iedereen die het
nodig heef
Werknemersverzekeringen en volksverzekeringen worden betaald van premies
- onderscheid maken tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale
voorzieningen;
De sociale verzekeringen zijn in te delen in 2 categorieën:
1. werknemersverzekeringen
Deze verzekeringen zijn voor alle werknemers of mensen met een arbeidsverleden. Voor werknemers
geldt dat er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst of iets wat gelijkgesteld is aan een
arbeidsovereenkomst. Zoals: WW, WIA, ZW.
2. volksverzekeringen
Deze verzekeringen zijn voor iedereen die in Nederland woont of werkt, of te wel alle ingezetenen. Zoals:
AOW, Anw, AKW.
Sociale voorzieningen zijn inkomensaanvullende voorzieningen. Deze vullen je inkomen aan tot het
sociaal minimum. Zoals: toeslagen en participatiewet.
Verschil sociale voorziening en sociale verzekering:
Sociale voorzieningen worden betaald uit belastingopbrengsten en dienen als laatste fnancieel vangnet.
Sociale verzekeringen worden betaald uit premies.
- aangeven hoe bezwaar en beroep is geregeld tegen besluiten op het terrein van de sociale
zekerheid.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid houdt toezicht op de SVB en het
UWV. De sancties die gegeven kunnen worden zijn: maatregelen, boeten of
terugvordering.
Aangezien uitvoeringsinstanties (Zoals UWV en SVB) een bestuursorgaan zijn in de zin
van de Awb gelden de volgende regels:
- geschreven en ongeschreven regels Awb
, - bezwaar tegen besluiten van uitkeringsinstantie bij degene die het besluit heeft
genomen
- beroep bij bestuursrechter art. 8:1 Awb.
- hoger beroep bij centrale raad van beroep
- zie voor de termijnen de Awb.
Week 2
- uitleggen wat de essente is van de volksverzekeringen AOW en Anw;
Voor alle verzekeringen is het begrip partner van belang. Wanneer wordt je als gehuwd gezien en ben je
iemands partner?
- huwelijk of geregistreerd partnerschap
- gezamenlijke huishouding (hoofdverblijf in dezelfde woning)
- Uitzondering wanneer niet partner: Bij bloedverwantschap eerste graad (ouder/kind) + twee
woningenregel (wel samen maar allebei nog eigen woning) + in sommige gevallen indien de een
zorg voor de ander draagt bij eerste graad en tweede graad bloedverwantschap.
AOW
Stap 1: Om recht te hebben op een AOW uitkering moet je om te beginnen verzekerd zijn op grond van
art. 6 lid 1 sub a AOW. Wanneer ben je verzekerd? —> indien je ingezetenen van Nederland bent,
aangezien het hier gaat om een volksverzekering.
Stap 2: Je krijgt de AOW pas wanneer je een bepaalde leefijd bereikt hebt. Deze leefijd is terug te
vinden in art. 7 jo. art. 7a AOW.
Indien deze stappen zijn voldaan kan er gesteld worden of er recht is op een AOW verzekering.
De uitkering gaat in bij het bereiken van de pensioengerechtigde leefijd.
Stap 3: Hoogte uitkering. Hiervoor wordt gekeken in art. 9 lid 1 jo. lid 5 AOW.
Stap 4: let op de volgende punten: Indien je een jaar onverzekerd was gaat er 2% van je uitkering af op
grond van art. 13 AOW
Stap 5: Ook kan er sprake zijn van recht op partnertoeslag. Dit lees je in art. 8 AOW. Op grond van art. 11
(geldt ook voor art. 10 AOW, indien pensioengerechtigde zelf nog inkomsten heef) AOW wordt het
inkomen uit arbeid buiten aanmerking gelaten voor bepaalde delen. Eerste vrijstelling : 15% van het
minimumloon. Tweede vrijstelling: Wat blijf er dan over? daar 1/3de van wordt ook vrijgesteld. De
rest wordt je gekort op je AOW bedrag.
ANW
Stap 1: Wanneer nabestaande? art. 1 sub d jo. 13 Anw. Echtgenoot van degene die op dag van overlijden
verzekerd was? Wanneer verzekerd? —> ingezetenen van Nederland. (dus overledenen verzekerd +
rechthebbende is nabestaanden)
Stap 2: Voldoen aan voorwaarden van art. 14 Anw. Of je hebt een ongehuwd kind jonger dan 18 of je
bent tenminste 45% arbeidsongeschikt.
Stap 3: Hoogte uitkering. art. 17 Anw. 70% van het netominimumloon
Stap 4: let op verrekening inkomsten. Inkomsten in verband met arbeid (bijvoorbeeld WIA) worden
volledig afgetrokken van de uitkering. Inkomsten UIT arbeid (dus daadwerkelijk verrichten arbeid)
worden deels vrijgelaten. art. 18 lid 2 Anw. Eerste vrijlating: 50% van het bruto minimumloon.
Tweede vrijlating: 1/3 deel van wat over blijf.
Stap 5: Wanneer eindigt uitkering? art. 16 Anw. Indien:
- niet meer voldaan aan voorwaarden
- trouwen of samenwonen
- AOW-leefijd bereikt
- de overeenkomsten en verschillen tussen deze volksverzekeringen beschrijven;
Overeenkomsten:
- volksverzekeringen
Week 1
- de (historische) ontwikkeling van ons sociaal zekerheidsstelsel in grote lijnen schetsen;
1854 Armenwet —> 1901 ongevallenwet —> 1913 invaliditeitswet —> 1913 ziektewet (pas 1930 in
werking) —> WOII Commissie van Rhijn —> 1959 AWW —> 1967 WAO —> 1967 WW —> 1995 Anw
—> 1998 Wajong —> 1998 Waz —> 2007 Wmo —> 2014 Wet werk en zekerheid —> 2015
Participatiewet —> 2015 WiZ
Vroeger was er in Nederland een nachtwakersstaat. Daarna gingen we naar de verzorgingsstaat en nu
willen we een verzorgingsstelsel. We willen dit wel alleen voor de mensen die het echt nodig hebben
en we actieveren mensen om iets te doen.
Er is dus in de loop van jaren meer accent gekomen op activering en de overheid is zich steeds meer
gaan terugtrekken.
- de organisatestructuur van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel beschrijven;
Wat houdt het sociaalzekerheidsrecht in? Het is het geheel van wetelijke maatregelen dat de
inkomensrisico’s opvangt. Enerzijds beoogd op mensen die niet meer in levensonderhoud kunnen
voorzien de middelen van bestaan te kunnen geven en anderzijds gericht op bevordering en
instandhouding van de deelname aan het arbeidsproces.
Het UWV is belangrijk voor werknemersverzekeringen
SVB (sociale verzekeringsbank) is belangrijk voor kinderbijslag.
Belastingdienst is belangrijk voor de toeslagen en voorzieningen.
- de fnanciering van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel uitleggen;
Sociale voorzieningen worden betaald van belastingen (algemene middelen)—> voor iedereen die het
nodig heef
Werknemersverzekeringen en volksverzekeringen worden betaald van premies
- onderscheid maken tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale
voorzieningen;
De sociale verzekeringen zijn in te delen in 2 categorieën:
1. werknemersverzekeringen
Deze verzekeringen zijn voor alle werknemers of mensen met een arbeidsverleden. Voor werknemers
geldt dat er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst of iets wat gelijkgesteld is aan een
arbeidsovereenkomst. Zoals: WW, WIA, ZW.
2. volksverzekeringen
Deze verzekeringen zijn voor iedereen die in Nederland woont of werkt, of te wel alle ingezetenen. Zoals:
AOW, Anw, AKW.
Sociale voorzieningen zijn inkomensaanvullende voorzieningen. Deze vullen je inkomen aan tot het
sociaal minimum. Zoals: toeslagen en participatiewet.
Verschil sociale voorziening en sociale verzekering:
Sociale voorzieningen worden betaald uit belastingopbrengsten en dienen als laatste fnancieel vangnet.
Sociale verzekeringen worden betaald uit premies.
- aangeven hoe bezwaar en beroep is geregeld tegen besluiten op het terrein van de sociale
zekerheid.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid houdt toezicht op de SVB en het
UWV. De sancties die gegeven kunnen worden zijn: maatregelen, boeten of
terugvordering.
Aangezien uitvoeringsinstanties (Zoals UWV en SVB) een bestuursorgaan zijn in de zin
van de Awb gelden de volgende regels:
- geschreven en ongeschreven regels Awb
, - bezwaar tegen besluiten van uitkeringsinstantie bij degene die het besluit heeft
genomen
- beroep bij bestuursrechter art. 8:1 Awb.
- hoger beroep bij centrale raad van beroep
- zie voor de termijnen de Awb.
Week 2
- uitleggen wat de essente is van de volksverzekeringen AOW en Anw;
Voor alle verzekeringen is het begrip partner van belang. Wanneer wordt je als gehuwd gezien en ben je
iemands partner?
- huwelijk of geregistreerd partnerschap
- gezamenlijke huishouding (hoofdverblijf in dezelfde woning)
- Uitzondering wanneer niet partner: Bij bloedverwantschap eerste graad (ouder/kind) + twee
woningenregel (wel samen maar allebei nog eigen woning) + in sommige gevallen indien de een
zorg voor de ander draagt bij eerste graad en tweede graad bloedverwantschap.
AOW
Stap 1: Om recht te hebben op een AOW uitkering moet je om te beginnen verzekerd zijn op grond van
art. 6 lid 1 sub a AOW. Wanneer ben je verzekerd? —> indien je ingezetenen van Nederland bent,
aangezien het hier gaat om een volksverzekering.
Stap 2: Je krijgt de AOW pas wanneer je een bepaalde leefijd bereikt hebt. Deze leefijd is terug te
vinden in art. 7 jo. art. 7a AOW.
Indien deze stappen zijn voldaan kan er gesteld worden of er recht is op een AOW verzekering.
De uitkering gaat in bij het bereiken van de pensioengerechtigde leefijd.
Stap 3: Hoogte uitkering. Hiervoor wordt gekeken in art. 9 lid 1 jo. lid 5 AOW.
Stap 4: let op de volgende punten: Indien je een jaar onverzekerd was gaat er 2% van je uitkering af op
grond van art. 13 AOW
Stap 5: Ook kan er sprake zijn van recht op partnertoeslag. Dit lees je in art. 8 AOW. Op grond van art. 11
(geldt ook voor art. 10 AOW, indien pensioengerechtigde zelf nog inkomsten heef) AOW wordt het
inkomen uit arbeid buiten aanmerking gelaten voor bepaalde delen. Eerste vrijstelling : 15% van het
minimumloon. Tweede vrijstelling: Wat blijf er dan over? daar 1/3de van wordt ook vrijgesteld. De
rest wordt je gekort op je AOW bedrag.
ANW
Stap 1: Wanneer nabestaande? art. 1 sub d jo. 13 Anw. Echtgenoot van degene die op dag van overlijden
verzekerd was? Wanneer verzekerd? —> ingezetenen van Nederland. (dus overledenen verzekerd +
rechthebbende is nabestaanden)
Stap 2: Voldoen aan voorwaarden van art. 14 Anw. Of je hebt een ongehuwd kind jonger dan 18 of je
bent tenminste 45% arbeidsongeschikt.
Stap 3: Hoogte uitkering. art. 17 Anw. 70% van het netominimumloon
Stap 4: let op verrekening inkomsten. Inkomsten in verband met arbeid (bijvoorbeeld WIA) worden
volledig afgetrokken van de uitkering. Inkomsten UIT arbeid (dus daadwerkelijk verrichten arbeid)
worden deels vrijgelaten. art. 18 lid 2 Anw. Eerste vrijlating: 50% van het bruto minimumloon.
Tweede vrijlating: 1/3 deel van wat over blijf.
Stap 5: Wanneer eindigt uitkering? art. 16 Anw. Indien:
- niet meer voldaan aan voorwaarden
- trouwen of samenwonen
- AOW-leefijd bereikt
- de overeenkomsten en verschillen tussen deze volksverzekeringen beschrijven;
Overeenkomsten:
- volksverzekeringen