Samenvatting H7: Seneca
1. Het leven van Seneca
Seneca’s jeugd en het begin van zijn carrière in Rome
Lucius Annaeus Seneca werd geboren ergens tussen 4 en 1 v. Chr. Zijn vader (Annaeus Seneca) was
een Romeinse eques: grootgrondbeziter die zijn leven grotendeels wijdde aan de studie van de
retoriek. Hij was getrouwd met Helvia, met wie hij drie zonen had: Novatus, Mela en dus Lucius. Ze
wilden dat zij een senator werden, waarvoor natuurlijk een goede opleiding nodig is. Hierom
verhuisden ze naar Rome. Lucius Seneca was toen pas zo’n 7/8 jaar oud. Hij ontwikkelde zich tot
briljante stilst, maar zijn voorkeur ging echter uit naar de filosofie. Hij voelde zich hierin het meest
getrokken door de Stoa.
Seneca had een zwakke gezondheid, waardoor hij op z’n 30e even niet meer kon werken en zich
terugtrok bij een oom en tante in Egypte. In 31 v. Chr (tijdens regering van Tiberius) keerde hij terug
in Rome, waar hij aan zijn ambtelijke loopbaan begon: de cursus honorum.
Seneca verwierf als advocaat & publicist grote faam, onder keizer Caligula (37-41). Caligula wilde hem
uit jaloezie uit de weg ruimen en liet zich negatief uit over de stijl van Seneca, die hij ‘zand zonder
kalk’ (harena sine calce) noemde, wegens Seneca’s voorliefde voor korte losse asyndetische zinnen.
Verbanning
Caligula werd in 41 vermoord en opgevolgd door Claudius (41-54). Seneca was nogsteeds geen
praetor geweest. Inmiddels had hij, o.a. wegens zijn gezondheid, zijn redenaarscarrière opgegeven
en zich geconcentreerd op de natuurflosofe. In 41 verloor hij zijn enige zoon en vrouw (of was van
haar gescheiden). Hij kwam in contact met het keizerlijke hof van Claudius, en had goede contacten
met de dochters van de broer van Claudius: Julia Livilla & Agrippina, en met de zussen van Caligula.
Echter: dit goede contact bracht veel risico met zich mee. Seneca raakte bv. betrokken bij
machtsstrijd binnen de keizerlijke familie tussen keizerin Messalina en Agrippina. Seneca werd
beschuldigd door Messalina dat hij een verhouding had met princes Julia Livilla → rechtszaak →
Seneca werd schuldig verklaard, doodstraf. Keizer Claudius lukte het op Seneca toch te sparen. Hij
werd niet meer gedood, maar verbannen naar Corsica en verloor zijn bezitngen deels.
Uit Seneca’s teksten weten we dat hij zichzelf als onschuldig beschouwde. Deze verbanning
betekende dat zijn loopbaan werd onderbroken en hij veel qua cultuur/politiek miste. Hij doodde de
tijd met lezen en schrijven.
Seneca en Nero
In 49 keerden Seneca’s kansen: Claudius liet zijn vrouw Messalina terechtstellen en huwde zijn nicht
Agrippina. Agrippina zorgde ervoor dat Seneca praetor werd. Ook werd hij door haar ontboden om
de opvoeding van haar zoon Nero op zich te nemen, die Claudius moest gaan opvolgen. Door deze
actie’s hoopte Agrippina het volk een plezier te doen, door een bekende redenaar terug te roepen,
en dat Seneca bij een confict tussen Agrippina en Claudius haar zou kiezen. Seneca wist dat hij zwaar
in het krijt stond bij Agrippina, die zijn vrijheid en status had gered. 5 jaar lang probeerde Seneca als
mentor Nero op te voeden/leiden.
In 54 vergifigde Agrippina Claudius en kwam de 17-jarige Nero op de troon, bijgestaan door Seneca
en Burrus (prefect vd pretoriaanse garde, had daardoor veel macht). Burrus was net als Seneca een
eques en ze hadden een goede samenwerking. Agrippina, Burrus en Seneca hadden samen de
touwtjes in handen in het Romeinse Rijk.
1. Het leven van Seneca
Seneca’s jeugd en het begin van zijn carrière in Rome
Lucius Annaeus Seneca werd geboren ergens tussen 4 en 1 v. Chr. Zijn vader (Annaeus Seneca) was
een Romeinse eques: grootgrondbeziter die zijn leven grotendeels wijdde aan de studie van de
retoriek. Hij was getrouwd met Helvia, met wie hij drie zonen had: Novatus, Mela en dus Lucius. Ze
wilden dat zij een senator werden, waarvoor natuurlijk een goede opleiding nodig is. Hierom
verhuisden ze naar Rome. Lucius Seneca was toen pas zo’n 7/8 jaar oud. Hij ontwikkelde zich tot
briljante stilst, maar zijn voorkeur ging echter uit naar de filosofie. Hij voelde zich hierin het meest
getrokken door de Stoa.
Seneca had een zwakke gezondheid, waardoor hij op z’n 30e even niet meer kon werken en zich
terugtrok bij een oom en tante in Egypte. In 31 v. Chr (tijdens regering van Tiberius) keerde hij terug
in Rome, waar hij aan zijn ambtelijke loopbaan begon: de cursus honorum.
Seneca verwierf als advocaat & publicist grote faam, onder keizer Caligula (37-41). Caligula wilde hem
uit jaloezie uit de weg ruimen en liet zich negatief uit over de stijl van Seneca, die hij ‘zand zonder
kalk’ (harena sine calce) noemde, wegens Seneca’s voorliefde voor korte losse asyndetische zinnen.
Verbanning
Caligula werd in 41 vermoord en opgevolgd door Claudius (41-54). Seneca was nogsteeds geen
praetor geweest. Inmiddels had hij, o.a. wegens zijn gezondheid, zijn redenaarscarrière opgegeven
en zich geconcentreerd op de natuurflosofe. In 41 verloor hij zijn enige zoon en vrouw (of was van
haar gescheiden). Hij kwam in contact met het keizerlijke hof van Claudius, en had goede contacten
met de dochters van de broer van Claudius: Julia Livilla & Agrippina, en met de zussen van Caligula.
Echter: dit goede contact bracht veel risico met zich mee. Seneca raakte bv. betrokken bij
machtsstrijd binnen de keizerlijke familie tussen keizerin Messalina en Agrippina. Seneca werd
beschuldigd door Messalina dat hij een verhouding had met princes Julia Livilla → rechtszaak →
Seneca werd schuldig verklaard, doodstraf. Keizer Claudius lukte het op Seneca toch te sparen. Hij
werd niet meer gedood, maar verbannen naar Corsica en verloor zijn bezitngen deels.
Uit Seneca’s teksten weten we dat hij zichzelf als onschuldig beschouwde. Deze verbanning
betekende dat zijn loopbaan werd onderbroken en hij veel qua cultuur/politiek miste. Hij doodde de
tijd met lezen en schrijven.
Seneca en Nero
In 49 keerden Seneca’s kansen: Claudius liet zijn vrouw Messalina terechtstellen en huwde zijn nicht
Agrippina. Agrippina zorgde ervoor dat Seneca praetor werd. Ook werd hij door haar ontboden om
de opvoeding van haar zoon Nero op zich te nemen, die Claudius moest gaan opvolgen. Door deze
actie’s hoopte Agrippina het volk een plezier te doen, door een bekende redenaar terug te roepen,
en dat Seneca bij een confict tussen Agrippina en Claudius haar zou kiezen. Seneca wist dat hij zwaar
in het krijt stond bij Agrippina, die zijn vrijheid en status had gered. 5 jaar lang probeerde Seneca als
mentor Nero op te voeden/leiden.
In 54 vergifigde Agrippina Claudius en kwam de 17-jarige Nero op de troon, bijgestaan door Seneca
en Burrus (prefect vd pretoriaanse garde, had daardoor veel macht). Burrus was net als Seneca een
eques en ze hadden een goede samenwerking. Agrippina, Burrus en Seneca hadden samen de
touwtjes in handen in het Romeinse Rijk.