SAMENVATTING MEDISCHE KENNIS - E.A.F. WENTINK
Basiswerk AG - Tweede druk 2017
Hoofdstuk 4
HOOFDSTUK 4
Inleiding cardiale ischemie
Hart = spier die lichaam van bloed voorziet.
Arterie = bloedvat waarin bloed van hart afstroomt, voorziet organen van bloed/zuurstof.
Coronair-arteriën = kransslagaderen, voorzien hart van bloed.
Cardiale ischemie = Als gedeelte van het hart meer zuurstof nodig heeft dan de kransslagaderen kunnen
aanvoeren. Bijna altijd veroorzaakt door atherosclerose.
Stabiele angina pectoris
Cardiale ischemie. Klachten op de borst die ontstaan door zuurstoftekort in de hartspier.
Zolang de klachten niet veranderen of verergeren is angina pectoris stabiel.
Oorzaak:
Lichamelijke inspanning, emoties, zware maaltijd, kou.
Symptomen:
Zwaar, drukkend gevoel of pijn midden achter het borstbeen. Duur korter dan een kwartier.
Soms omschreven als kramp of soort benauwdheid.
Vaak uitstraling naar arm (vaak links, rechts kan), hals, kaak, rug of bovenbuik.
Patiënten die het vaker hebben, herkennen het vaak.
Diagnose:
Op grond van anamnese. Klachten moeten op moment van diagnose voorbij zijn om van angina pectoris te
spreken.
ECG om later te beoordelen of er veranderingen opgetreden zijn.
Bij twijfel inspannings ECG - toont veranderingen die te maken hebben met ischemie.
Behandeling:
Verdere toename van arteriosclerose voorkomen. Niet roken, veel bewegen, gezond eten.
Aanval stoppen door medicatie via mondslijmvlies - spray, tabletje onder tong.
Onderhoudsmedicatie voor patiënten waar het vaak bij terugkomt.
, Instabiele angina pectoris
Cardiale ischemie. Klachten op de borst die ontstaan door zuurstoftekort in de hartspier. De angina is
instabiel wanneer de klachten veranderen.
Een eerste aanval van angina pectoris valt ook onder instabiel.
Doelgroep:
Patiënten die lijden aan stabiele angina pectoris en patiënten met een eerste aanval van angina pectoris.
Symptomen:
Aanval van angina pectoris is anders dan gebruikelijk. Duurt langer, komt vaker voor, één tabletje onder de
tong is niet voldoende meer om een aanval te stoppen of voelt voor de patiënt anders.
Diagnose:
Spoedgeval. Klachten moeten op moment van diagnose voorbij zijn maar de patiënt moet dezelfde dag
gezien worden i.v.m. kans op een hartinfarct binnen enkele weken.
Huisarts start medicatie, dezelfde dag naar de cardioloog voor nader onderzoek.
Hartinfarct
Stolsel sluit de kransslagader (of tak daarvan) af waardoor de toevoer van bloed/zuurstof stopt en
hartspierweefsel afsterft.
De grootte van het infarct hangt af van de duur van de afsluiting en de grootte van het afgesloten bloedvat.
Oorzaak:
Stolsel van atherosclerose in een kransslagader of takje daarvan.
Doelgroep:
Patiënten met atherosclerose.
Symptomen:
Heftig, zwaar, drukkend gevoel of pijn midden achter het borstbeen. Vaak uitstraling naar arm (vaak links,
rechts kan), hals, kaak, rug of bovenbuik. Transpireren, misselijkheid, braken. Kortademig. Patiënt is angstig.
Symptomen verdwijnen niet.
• Bij hartstilstand - direct bewusteloosheid zonder ademhaling. Halsslagaders zijn niet te voelen.
• Bij cardiogene shock - lage bloeddruk. Angstig en verward.
• Bij hartfalen - erg kortademig.
Behandeling:
Spoedgeval. 112 bellen. Sterfte in eerste uur hoog.
Direct medicatie, spoed EEG.
Bloedonderzoek om hartenzymen(stoffen die vrijkomen als hartspier afsterft) aan te tonen.
Percutane coronaire interventie (PCI) - dotteren- met spoed/binnen 12 uur. Het stolsel wordt van binnenuit
verwijderd, daarna wordt de kransslagader met ballon opengemaakt en stent geplaatst.
Trombolyse als PCI niet mogelijk is. Zeer zware medicatie om het stolsel op te lossen. Binnen 3 uur. Risico
is optreden van een hersenbloeding.
Opname op coronary care unit (CCU) / hartbewaking.
Leefregels, niet roken etc.
Medicatie om kans op nieuw stolsel te verkleinen.
Revalidatie.
Basiswerk AG - Tweede druk 2017
Hoofdstuk 4
HOOFDSTUK 4
Inleiding cardiale ischemie
Hart = spier die lichaam van bloed voorziet.
Arterie = bloedvat waarin bloed van hart afstroomt, voorziet organen van bloed/zuurstof.
Coronair-arteriën = kransslagaderen, voorzien hart van bloed.
Cardiale ischemie = Als gedeelte van het hart meer zuurstof nodig heeft dan de kransslagaderen kunnen
aanvoeren. Bijna altijd veroorzaakt door atherosclerose.
Stabiele angina pectoris
Cardiale ischemie. Klachten op de borst die ontstaan door zuurstoftekort in de hartspier.
Zolang de klachten niet veranderen of verergeren is angina pectoris stabiel.
Oorzaak:
Lichamelijke inspanning, emoties, zware maaltijd, kou.
Symptomen:
Zwaar, drukkend gevoel of pijn midden achter het borstbeen. Duur korter dan een kwartier.
Soms omschreven als kramp of soort benauwdheid.
Vaak uitstraling naar arm (vaak links, rechts kan), hals, kaak, rug of bovenbuik.
Patiënten die het vaker hebben, herkennen het vaak.
Diagnose:
Op grond van anamnese. Klachten moeten op moment van diagnose voorbij zijn om van angina pectoris te
spreken.
ECG om later te beoordelen of er veranderingen opgetreden zijn.
Bij twijfel inspannings ECG - toont veranderingen die te maken hebben met ischemie.
Behandeling:
Verdere toename van arteriosclerose voorkomen. Niet roken, veel bewegen, gezond eten.
Aanval stoppen door medicatie via mondslijmvlies - spray, tabletje onder tong.
Onderhoudsmedicatie voor patiënten waar het vaak bij terugkomt.
, Instabiele angina pectoris
Cardiale ischemie. Klachten op de borst die ontstaan door zuurstoftekort in de hartspier. De angina is
instabiel wanneer de klachten veranderen.
Een eerste aanval van angina pectoris valt ook onder instabiel.
Doelgroep:
Patiënten die lijden aan stabiele angina pectoris en patiënten met een eerste aanval van angina pectoris.
Symptomen:
Aanval van angina pectoris is anders dan gebruikelijk. Duurt langer, komt vaker voor, één tabletje onder de
tong is niet voldoende meer om een aanval te stoppen of voelt voor de patiënt anders.
Diagnose:
Spoedgeval. Klachten moeten op moment van diagnose voorbij zijn maar de patiënt moet dezelfde dag
gezien worden i.v.m. kans op een hartinfarct binnen enkele weken.
Huisarts start medicatie, dezelfde dag naar de cardioloog voor nader onderzoek.
Hartinfarct
Stolsel sluit de kransslagader (of tak daarvan) af waardoor de toevoer van bloed/zuurstof stopt en
hartspierweefsel afsterft.
De grootte van het infarct hangt af van de duur van de afsluiting en de grootte van het afgesloten bloedvat.
Oorzaak:
Stolsel van atherosclerose in een kransslagader of takje daarvan.
Doelgroep:
Patiënten met atherosclerose.
Symptomen:
Heftig, zwaar, drukkend gevoel of pijn midden achter het borstbeen. Vaak uitstraling naar arm (vaak links,
rechts kan), hals, kaak, rug of bovenbuik. Transpireren, misselijkheid, braken. Kortademig. Patiënt is angstig.
Symptomen verdwijnen niet.
• Bij hartstilstand - direct bewusteloosheid zonder ademhaling. Halsslagaders zijn niet te voelen.
• Bij cardiogene shock - lage bloeddruk. Angstig en verward.
• Bij hartfalen - erg kortademig.
Behandeling:
Spoedgeval. 112 bellen. Sterfte in eerste uur hoog.
Direct medicatie, spoed EEG.
Bloedonderzoek om hartenzymen(stoffen die vrijkomen als hartspier afsterft) aan te tonen.
Percutane coronaire interventie (PCI) - dotteren- met spoed/binnen 12 uur. Het stolsel wordt van binnenuit
verwijderd, daarna wordt de kransslagader met ballon opengemaakt en stent geplaatst.
Trombolyse als PCI niet mogelijk is. Zeer zware medicatie om het stolsel op te lossen. Binnen 3 uur. Risico
is optreden van een hersenbloeding.
Opname op coronary care unit (CCU) / hartbewaking.
Leefregels, niet roken etc.
Medicatie om kans op nieuw stolsel te verkleinen.
Revalidatie.
