Goederenrecht
Deel 1: algemeen deel
Titel I: situering van het goederenrecht
Het burgerlijk recht regelt:
● personen: niet in geld waardeerbare rechten
● vermogensrecht: in geld waardeerbare rechten (art 3.35 BW)
● goederenrecht: omvat de studie van zakelijke rechten en goederen
○ voorwerpen < goederen < zaken
Code civil (1804)
→ goederenrecht werd hier een lange tijd door beheerst + bijzondere regels voor
opstal en erfpacht (1824)
→ BW is gesteund op de denkbeelden van de FR revolutie
Evoluties goederenrecht
1. dematrialisering: toenemende aandacht voor RG en onlichamelijke goederen
2. vermaatschappelijking en socialisering: liberalisme en individualisme worden
getemperd → meer rekening houden met elkaar
3. flexibilisering en instrumentalisering: meer plaats voor wilsautonomie
Nieuw boek 3 (Koen Geens)
● integratie van goederenrecht bv. opstalwet niet meer apart
● instrumentalisering: beginselen consequent toepassen bv. nemo plus iuris
● modernisering
● flexibilisering: meer ruimte voor wilsautonomie
Aanvullend of dwingend recht?
→ principe: aanvullend recht
→ uitzonderingen:
1. definities
2. geheel dwingend recht
3. bijzondere wettelijke bepalingen
Titel II: temporeel toepassingsgebied boek 3
→ zie wet 4 februari 2020
1
,Amber Ruys en Stéphanie Deceuninck I 3BA rechten I 2022-2023
Principe: het nieuwe goederenrecht treedt in werking op 1/9/2021 (art 39 W2020).
Uitzondering: KB bepaalt de inwerkingtreding voor onderdelen van art 3.30 BW (art
40 W2020)
Eerbiedigende werking
→ wet is van toepassing op alle RH en RF die plaatsvonden na haar
inwerkingtreding (art 37, §1 W2020)
→ niet van toepassing op
- toekomstige gevolgen van RH of RF die plaatsvonden voor 1/9/2021
- RH en RF die plaatsvonden na de inwerkingtreding, maar betrekking hebben
op een ZR dat onstond voor de inwerkingtreding
Verkrijgende verjaring
→ bijzondere regeling (art 37, tweede lid W2020): we kijken naar het eerste moment
dat de verjaringstermijn doet lopen. De totale duur mag de verjaringstermijn die van
toepassing was voor deze wet niet overschrijden. In de praktijk komt het erop neer
dat we kiezen voor de kortste verjaringstermijn
Opstal (horizontale eigendomssplitsing)
→ discussie
- vroeger discussie of een eeuwigdurend opstalrecht wel kon
- sinds nieuwe recht onder voorwaarden mogelijk
- vraag tijdens parlementaire voorbereidingen: voorwaarden ook v toepassing
op opstalrechten die voor nieuwe regeling al reeds voldeden aan vw?
→ bijzondere regeling (art 38 W2020):
- eeuwigdurend opstalrecht (§1): wanneer opstalrecht gevestigd is voor wet +
voldaan vereisten van art 3.180, tweede lid, 2° BW ⇒ eeuwigdurend als deze
gesloten is zonder duurtijd
● na 1/9/1971: eeuwigdurend opstalrecht
● voor 1/9/1971: na 50j is de natrekking ingetreden volgens meerderheid
- opstalrecht van meer dan 50j doch niet meer dan 99j (§2): opstal gevestigd
voor wet + voldaan vereisten van art 3.180, tweede lid + duurtijd meer dan
50j, minder dan 90j ⇒ geldig voor contractueel overeengekomen duurtijd
Anticipatieve toepassing
→ eerbiedigende werking geldt onder voorbehoud dat partijen anders zijn
overeengekomen (art 37, §1, tweede lid W2020)
titel III: vermogensleer
2
,Amber Ruys en Stéphanie Deceuninck I 3BA rechten I 2022-2023
Begrip
= juridische algemeenheid of universaliteit van alle in geld waardeerbare R&P van
een persoon, dit zijn bestaande en toekomstige goederen en verbintenissen (art 3.35
BW)
Samenstelling
- juridische algemeenheid of universaliteit
● in rechte erkend
● dynamisch
- in geld waardeerbare vermogensrechten
- rechten en plichten
Kenmerken (vermogensleer)
1. elke persoon heeft een vermogen (art 3.35, tweede lid BW)
2. enkel personen hebben een vermogen
3. personen hebben 1 en ondeelbaar vermogen (art 3.35, tweede lid BW)
Functies
- aanknopingspunt
- onderpand
Overdracht van het vermogen
→ algemeen
- tijdens leven: niet mogelijk (enkel specifieke bestanddelen)
- einde leven: vermogen wordt losgemaakt van persoon
● algemene rechtsopvolging
● rechtsopvolging onder algemene titel
- RP
→ uitzonderingen
- vermogensbestanddelen zijn soms verbonden aan titularis bv. lijfrente
- schulden die voor de toekomst ophouden te bestaan bv. alimentatieplicht
- sommige schulden gaan uitzonderlijk over bv. strafrechtelijke geldboetes
Bruto en netto overdracht vermogen
→ vindt plaats bij overlijden van NP of ontbinding RP
- bruto vermogensovergang: alle vermogensrechten en schulden gaan over
op de verkrijger. Beide vermogens mengen zich tot een nieuw vermogen
- kan nadelig zijn dus mogelijkheid om nalatenschap te
1. aanvaarden
2. verwerpen
3. aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving
3
, Amber Ruys en Stéphanie Deceuninck I 3BA rechten I 2022-2023
Gehoudenheid met volledige vermogen
→ principe: iedere persoon is gehouden om zijn verbintenissen na te komen. Hij
staat hiervoor in met zijn hele vermogen (art 3.36 BW)
- alle vermogensbestanddelen mogen worden aangewend tot betaling v schuld
- gedwongen uitvoering (bv. beslag leggen) is mogelijk
→ ‘fluctuerend’ vermogen
- het vermogen is veranderlijk van aard
- beschikkingsbevoegdheid: de SA mag nog steeds beslissen over wat hij doet
met zijn vermogen bv. vervreemden, aanwerven
- bescherming tegen fluctuerend karakter:
● preventief: beslag leggen ⇒ SA wordt beschikkingsonbevoegd
● curatief: bij bedrieglijke benadeling ⇒ actio pauliana (art 1167 oud BW)
→ uitzonderingen
- afspraken tussen SE en SA: ze kunnen afspreken “enkel beslag op deze
goederen mogelijk”
- niet beslagbare goederen (zie art 1408 GerW. e.v.)
- kwaliteitsrekening1
Titel IV: algemene principes van zakelijke rechten
H1: zakelijk recht vs verbintenis
Verschillende vermogensrechten
● vorderingsrechten/persoonlijke rechten
● zakelijke rechten
● intellectuele rechten
Zakelijke vs persoonlijke rechten
Zakelijke rechten De wet somt zakelijke rechten op (art 3.3 BW)
- eigendomsrecht en mede-eigendom
- zakelijke gebruiksrechten (4)
- zakelijke zekerheidsrechten (4)
Elk van die rechten worden uitgeoefend door een
persoon op het voorwerp van het ZR (art 3.8 BW)
Persoonlijke rechten = recht van een SE op een bepaald gedrag van
de SA. Dit gedrag bestaat uit: iets doen, iets niet
doen, iets geven
1
disucssie over geweest of die onbeslagbaar is zie cass 27/1/11 en vroegere art 8/1 Hyp.W. Nu
hebben we art 3.37 BW dat bepaalt in welke gevallen een kwaliteitsrekening onbeslagbaar is → geldt
voor notaris, deurwaarder en makelaar
4