Geschiedenis van GHZ en voorzieningen thema 1 hoofdstuk 2
Tot ongeveer 1850 waren mensen met een verstandelijke beperking zotten, dwazen, onnozelen en idioten. In
1841 kwam er een wet, de krankzinnigen wet. De krankzinnigen waren alle mensen met een stoornis. Die vanaf
nu recht hadden op verpleging en verzorging.
1940 tot 1945 Periode 1950 en 1990
Heel veel mensen zijn vermoord tijdens de oorlog. In deze periode stonden beperking en
Deze mensen waren onder andere ook verstandelijke onmogelijkheid centraal.
beperkte mensen. Vanaf 45 kwam er onderscheid in
GHZ en GGZ.
Tussen 1950 en 1970
Er kwam een medisch model. Kinderen werden uit huis geplaats omdat het beter was voor gezinsontwikkeling.
Iemand met een verstandelijke beperking had geen maatschappelijke waarde maar was ziek. Organistaties die
tijd:
- Samivoz (1995)
- Philadelphia’s Heerenloo zorggroep
- Ouder verenigingen (hebben gezorgd voor recht op zorg)
Tussen 1970 en 1980 Tussen 1980 en 1990
Er kwam een ontwikkelingsmodel die het leerbaar Het medisch model en ontwikkelmodel werden
maakte. Het werkt huislijker en de uniformen waren naast elkaar gebruik. Weinig aandacht voor het
er niet veel meer. Er was een pupil (iemand die iets sociale deel van het leven. Er kwam een acceptatie
aangeleerd kan krijgen) en een begeleider. Het was model (interactie model). Deze model hield het
bedoeld om een zo gewoon mogelijk leven te volgende in geaccepteerd worden en relaties
kunnen leiden. De instelling en psycholoog kreeg aangaan is de basis behoefte van het bestaan.
deskundigheid en de ouders werden onkundig. Was Holistische mensvisie. Mag je als begeleider bepalen
aangeleerd dus het kon ook weer afgeleerd worden. wat goed/niet goed is voor een ander. Sfeer,
Dit was ook de oorzaak van het gedrag. Iedereen kan persoonlijk contact/aandacht, huiselijkheid.
stond centraal.
Dennendal affaire
De Dennendal affaire was halverwege de jaren 70. Er kwam een verschuiving van het moeten ontwikkelen naar
het mogen ontwikkelen. Probleemgedrag is niet alleen van de pupil. Er kwam een leef- en relatiemodel (wonen
en werken met verstandelijke beperking). Er kwam een opstand tegen de organisatie en overheid die eindigde
in een ontruiming. Er kwam veel invloed op de zorg en aanleiding tot nieuwe ontwikkelingen.
Vanaf 1990
Tot 1990 was de zorg aanbodgericht. Zorg werd binnen een organisatie gegeven (zorg in natura). Voor een
vaaggerichte zorg is een BOPZ-indicatie nodig. Er moet altijd een behandelplan gemaakt zijn. Ook is er een PGB,
hier kan iemand zelf zorg mee inkopen. Er kwam op 21 april een slotverklaring. Dit was een mijlpaal in de zorg.
Het was onderling sterk, belangenvereniging voor en van mensen met een verstandelijke beperking.
Woonvormen
Er kwamen focus woningen in 1979 waar mensen met een beperking zelfstandig kunnen gaan wonen. Ook
kwam er verschillende Thomas Huizen. In deze huizen woonden een hele gezin samen en kreeg het kind de zorg
die hij nodig had. Dit was mogelijk door ouder initiatieven.
Tot ongeveer 1850 waren mensen met een verstandelijke beperking zotten, dwazen, onnozelen en idioten. In
1841 kwam er een wet, de krankzinnigen wet. De krankzinnigen waren alle mensen met een stoornis. Die vanaf
nu recht hadden op verpleging en verzorging.
1940 tot 1945 Periode 1950 en 1990
Heel veel mensen zijn vermoord tijdens de oorlog. In deze periode stonden beperking en
Deze mensen waren onder andere ook verstandelijke onmogelijkheid centraal.
beperkte mensen. Vanaf 45 kwam er onderscheid in
GHZ en GGZ.
Tussen 1950 en 1970
Er kwam een medisch model. Kinderen werden uit huis geplaats omdat het beter was voor gezinsontwikkeling.
Iemand met een verstandelijke beperking had geen maatschappelijke waarde maar was ziek. Organistaties die
tijd:
- Samivoz (1995)
- Philadelphia’s Heerenloo zorggroep
- Ouder verenigingen (hebben gezorgd voor recht op zorg)
Tussen 1970 en 1980 Tussen 1980 en 1990
Er kwam een ontwikkelingsmodel die het leerbaar Het medisch model en ontwikkelmodel werden
maakte. Het werkt huislijker en de uniformen waren naast elkaar gebruik. Weinig aandacht voor het
er niet veel meer. Er was een pupil (iemand die iets sociale deel van het leven. Er kwam een acceptatie
aangeleerd kan krijgen) en een begeleider. Het was model (interactie model). Deze model hield het
bedoeld om een zo gewoon mogelijk leven te volgende in geaccepteerd worden en relaties
kunnen leiden. De instelling en psycholoog kreeg aangaan is de basis behoefte van het bestaan.
deskundigheid en de ouders werden onkundig. Was Holistische mensvisie. Mag je als begeleider bepalen
aangeleerd dus het kon ook weer afgeleerd worden. wat goed/niet goed is voor een ander. Sfeer,
Dit was ook de oorzaak van het gedrag. Iedereen kan persoonlijk contact/aandacht, huiselijkheid.
stond centraal.
Dennendal affaire
De Dennendal affaire was halverwege de jaren 70. Er kwam een verschuiving van het moeten ontwikkelen naar
het mogen ontwikkelen. Probleemgedrag is niet alleen van de pupil. Er kwam een leef- en relatiemodel (wonen
en werken met verstandelijke beperking). Er kwam een opstand tegen de organisatie en overheid die eindigde
in een ontruiming. Er kwam veel invloed op de zorg en aanleiding tot nieuwe ontwikkelingen.
Vanaf 1990
Tot 1990 was de zorg aanbodgericht. Zorg werd binnen een organisatie gegeven (zorg in natura). Voor een
vaaggerichte zorg is een BOPZ-indicatie nodig. Er moet altijd een behandelplan gemaakt zijn. Ook is er een PGB,
hier kan iemand zelf zorg mee inkopen. Er kwam op 21 april een slotverklaring. Dit was een mijlpaal in de zorg.
Het was onderling sterk, belangenvereniging voor en van mensen met een verstandelijke beperking.
Woonvormen
Er kwamen focus woningen in 1979 waar mensen met een beperking zelfstandig kunnen gaan wonen. Ook
kwam er verschillende Thomas Huizen. In deze huizen woonden een hele gezin samen en kreeg het kind de zorg
die hij nodig had. Dit was mogelijk door ouder initiatieven.
