Inleiding Belastingheffing
HOORCOLLEGE WEEK 1 – SUBJECT EN TOTAALWINST
Overzicht
Vandaag: subject & totaalwinst
Subject van heffing (‘Wie’?)
1. Binnenlands belastingplichtige – onbeperkt & beperkt
2. Overheidsbedrijven
3. Buitenlands belastingplichtige
4. Subjectieve vrijstellingen
1. Binnenlands belastingplichtig
Artikel 2, lid 1 Wet VPB
Als binnenlandse belastingplichtigen zijn aan de belasting onderworpen de in Nederland gevestigde:
…
- Wanneer ben je nou binnenlands belastingplichtige?
o Als je in Nederland gevestigd bent Artikel 4 AWR
o Naar de omstandigheden beoordeeld.
Plaats feitelijke leiding
Van belang kunnen zijn: directievergaderingen, plaats hoofdkantoor,
woonplaats directeuren, plaats AVA etc.
o Artikel art. 2, lid 5 Wet Vpb
Oprichting naar Nederlands recht
o Consequentie binnenlands belastingplichtig?
Onbeperkt belastingplichtig over (in beginsel) de wereldwinst
Artikel 2, lid 1 Wet VPB
Als binnenlands belastingplichtigen zijn aan de belasting onderworpen de in Nederland gevestigde:
- NV, BV, open CV, en andere vennootschappen welke kapitaal geheel ten dele in aandelen is
verdeeld (a)
- Verenigingen en stichtingen alsmede andere dan publiekrechtelijke rechtspersonen, indien
en voor zover zij een onderneming drijven (e)
- Publiekrechtelijke rechtspersonen, niet zijnde de Staat, die niet al op grond van de
onderdelen a, b, c, d, en e belastingplichtig zijn, voor zover zij een onderneming drijven
(GmbH) (g)
1. Binnenlands belastingplichtig
Artikel 2, lid 1 Wet VPB
e) verenigingen en stichtingen alsmede andere dan publiekrechtelijke rechtspersonen, indien en
voor zover zij een onderneming drijven;
1
,Vermogensetikettering
- Vermogensetikettering (alleen bij beperkt belastingplichtigen):
Voordelen vloeien voort uit vermogensbestanddeel, dus eerst bepalen of dat bestanddeel bij de
onderneming hoort.
Als het voor 90% of meer ondernemingsvermogen is is het verplicht
ondernemingsvermogen, dan zit het dus in de rechterhoek. Andere kant: verplicht privé.
Tandartsstoel: wordt die voor de onderneming gebruikt? Ja, dus verplicht
ondernemingsvermogen.
TV bij tandarts thuis: privé verplicht.
Auto: daartussen keuzevermogen.
Dit maak je duidelijk in de fiscaliteit doordat als hij zakelijk wordt, dan wordt het geactiveerd
op de balans. Anders daarbuiten.
2. Overheidsbedrijven
Artikel 2, lid 1 Wet VPB
g) publiekrechtelijke rechtspersonen, niet zijnde de Staat, die niet al op grond van de onderdelen a,
b, c, d en e belastingplichtig zijn, voor zover zij een onderneming drijven.
2
,Publiekrechtelijke rechtspersonen
Denk bijvoorbeeld aan gemeenten, provincies, waterschappen
Op deze manier kan de overheid ook in de VPB vallen door aandeelhouder te zijn in de BV.
Privaatrechtelijke rechtspersonen
Een lichaam waarvan uitsluitend publiekrechtelijke rechtspersoon (on)middelijk aandeelhouder van
zijn.
Dezelfde regels gelden als voor ‘gewone’ privaatrechtelijke lichamen (artikel 8 e, lid 5, sub b Vpb)
3. Buitenlands belastingplichtig
Artikel 3 (subject)
Als buitenlandse belastingplichtigen zijn aan (VPB-) belasting onderworpen de niet in Nederland
gevestigde …
- Vereniging, andere rechtspersonen, open CV, etc
voor zover die
- Nederlands inkomen genieten
VB: Duitse GmbH heeft filiaal in Nederland, feitelijke leiding zit in Duitsland maar filiaal in Nederland.
Dat Nederlandse stukje valt onder Nederlands inkomen vaste inrichting.
Beperkte belastingplicht: voor zover zij Nederlands inkomen genieten.
4. Subjectieve vrijstellingen
Artikel 5 Vpb
Bepaalde instellingen die (in meer of mindere mate) maatschappelijk belang nastreven:
- Natuurschoonwet
- Pensioenfondsen
- Ziekenhuizen
- Etc.
Artikel 6
Vrijstelling voor verenigingen, stichtingen en kerkgenootschappen indien de winst niet uitstijgt
boven het zogenoemde winstplafond:
3
, - €15.000 per jaar, danwel
- €75.000 gemeten over het lopende jaar en de 4 voorafgaande jaren
Als er geen VPB plicht is hoef je hier ook niet naar te kijken!
Object van heffing (Totaalwinst) waar moet ik over gaan betalen?
- Je mag verlies proberen goed te maken met winst, je mag 1 jaar carry backen en in het jaar
van verlies mag je onbeperkt carry forwarden.
- Tarief: hetzelfde als bij IBA
Totaalwinst en jaarwinst (inkomstenbelasting)
- Basis winstbepaling VPB = gelijk voor IB-ondernemingen
o Regels staan (toevallig) in de IB maar gelden dus ook in de Vpb
- Artikel 8 Vpb:
o “De winst wordt opgevat en bepaald op de voet van de artikelen 3.8, 3.11 en 3.12,
3.13 …, 3.14 …, 3.21 tot en met 3.30, 3.30a…, 3.31 tot en met 3.54, 3.55 tot en met
3.57, 10.10, 10a.2 en 10a.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, waarbij voor
ondernemer wordt gelezen belastingplichtige.”
o Zie ook artikel 8 lid 2 sub c en artikel 8 lid 5 en 6.
Totaalwinst (art. 3.8 IB 2001)
- Totaalwinst = bedrag van alle gezamenlijke voordelen (rekenkundig) verkregen uit
onderneming
o Er wordt belasting geheven over alle baten en lasten zolang het maar verkregen is
vanuit de onderneming.
- Totaalwinst = ‘alles’ is belast en ‘alles is aftrekbaar; mits maar voortvloeiend: ‘uit
onderneming’
- Totaalwinst = belast dus ook ‘inflatie’-winst
o ‘euro = euro-regel’ dus nominalistisch
o Zelfs inflatiewinst wordt belast
4
HOORCOLLEGE WEEK 1 – SUBJECT EN TOTAALWINST
Overzicht
Vandaag: subject & totaalwinst
Subject van heffing (‘Wie’?)
1. Binnenlands belastingplichtige – onbeperkt & beperkt
2. Overheidsbedrijven
3. Buitenlands belastingplichtige
4. Subjectieve vrijstellingen
1. Binnenlands belastingplichtig
Artikel 2, lid 1 Wet VPB
Als binnenlandse belastingplichtigen zijn aan de belasting onderworpen de in Nederland gevestigde:
…
- Wanneer ben je nou binnenlands belastingplichtige?
o Als je in Nederland gevestigd bent Artikel 4 AWR
o Naar de omstandigheden beoordeeld.
Plaats feitelijke leiding
Van belang kunnen zijn: directievergaderingen, plaats hoofdkantoor,
woonplaats directeuren, plaats AVA etc.
o Artikel art. 2, lid 5 Wet Vpb
Oprichting naar Nederlands recht
o Consequentie binnenlands belastingplichtig?
Onbeperkt belastingplichtig over (in beginsel) de wereldwinst
Artikel 2, lid 1 Wet VPB
Als binnenlands belastingplichtigen zijn aan de belasting onderworpen de in Nederland gevestigde:
- NV, BV, open CV, en andere vennootschappen welke kapitaal geheel ten dele in aandelen is
verdeeld (a)
- Verenigingen en stichtingen alsmede andere dan publiekrechtelijke rechtspersonen, indien
en voor zover zij een onderneming drijven (e)
- Publiekrechtelijke rechtspersonen, niet zijnde de Staat, die niet al op grond van de
onderdelen a, b, c, d, en e belastingplichtig zijn, voor zover zij een onderneming drijven
(GmbH) (g)
1. Binnenlands belastingplichtig
Artikel 2, lid 1 Wet VPB
e) verenigingen en stichtingen alsmede andere dan publiekrechtelijke rechtspersonen, indien en
voor zover zij een onderneming drijven;
1
,Vermogensetikettering
- Vermogensetikettering (alleen bij beperkt belastingplichtigen):
Voordelen vloeien voort uit vermogensbestanddeel, dus eerst bepalen of dat bestanddeel bij de
onderneming hoort.
Als het voor 90% of meer ondernemingsvermogen is is het verplicht
ondernemingsvermogen, dan zit het dus in de rechterhoek. Andere kant: verplicht privé.
Tandartsstoel: wordt die voor de onderneming gebruikt? Ja, dus verplicht
ondernemingsvermogen.
TV bij tandarts thuis: privé verplicht.
Auto: daartussen keuzevermogen.
Dit maak je duidelijk in de fiscaliteit doordat als hij zakelijk wordt, dan wordt het geactiveerd
op de balans. Anders daarbuiten.
2. Overheidsbedrijven
Artikel 2, lid 1 Wet VPB
g) publiekrechtelijke rechtspersonen, niet zijnde de Staat, die niet al op grond van de onderdelen a,
b, c, d en e belastingplichtig zijn, voor zover zij een onderneming drijven.
2
,Publiekrechtelijke rechtspersonen
Denk bijvoorbeeld aan gemeenten, provincies, waterschappen
Op deze manier kan de overheid ook in de VPB vallen door aandeelhouder te zijn in de BV.
Privaatrechtelijke rechtspersonen
Een lichaam waarvan uitsluitend publiekrechtelijke rechtspersoon (on)middelijk aandeelhouder van
zijn.
Dezelfde regels gelden als voor ‘gewone’ privaatrechtelijke lichamen (artikel 8 e, lid 5, sub b Vpb)
3. Buitenlands belastingplichtig
Artikel 3 (subject)
Als buitenlandse belastingplichtigen zijn aan (VPB-) belasting onderworpen de niet in Nederland
gevestigde …
- Vereniging, andere rechtspersonen, open CV, etc
voor zover die
- Nederlands inkomen genieten
VB: Duitse GmbH heeft filiaal in Nederland, feitelijke leiding zit in Duitsland maar filiaal in Nederland.
Dat Nederlandse stukje valt onder Nederlands inkomen vaste inrichting.
Beperkte belastingplicht: voor zover zij Nederlands inkomen genieten.
4. Subjectieve vrijstellingen
Artikel 5 Vpb
Bepaalde instellingen die (in meer of mindere mate) maatschappelijk belang nastreven:
- Natuurschoonwet
- Pensioenfondsen
- Ziekenhuizen
- Etc.
Artikel 6
Vrijstelling voor verenigingen, stichtingen en kerkgenootschappen indien de winst niet uitstijgt
boven het zogenoemde winstplafond:
3
, - €15.000 per jaar, danwel
- €75.000 gemeten over het lopende jaar en de 4 voorafgaande jaren
Als er geen VPB plicht is hoef je hier ook niet naar te kijken!
Object van heffing (Totaalwinst) waar moet ik over gaan betalen?
- Je mag verlies proberen goed te maken met winst, je mag 1 jaar carry backen en in het jaar
van verlies mag je onbeperkt carry forwarden.
- Tarief: hetzelfde als bij IBA
Totaalwinst en jaarwinst (inkomstenbelasting)
- Basis winstbepaling VPB = gelijk voor IB-ondernemingen
o Regels staan (toevallig) in de IB maar gelden dus ook in de Vpb
- Artikel 8 Vpb:
o “De winst wordt opgevat en bepaald op de voet van de artikelen 3.8, 3.11 en 3.12,
3.13 …, 3.14 …, 3.21 tot en met 3.30, 3.30a…, 3.31 tot en met 3.54, 3.55 tot en met
3.57, 10.10, 10a.2 en 10a.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, waarbij voor
ondernemer wordt gelezen belastingplichtige.”
o Zie ook artikel 8 lid 2 sub c en artikel 8 lid 5 en 6.
Totaalwinst (art. 3.8 IB 2001)
- Totaalwinst = bedrag van alle gezamenlijke voordelen (rekenkundig) verkregen uit
onderneming
o Er wordt belasting geheven over alle baten en lasten zolang het maar verkregen is
vanuit de onderneming.
- Totaalwinst = ‘alles’ is belast en ‘alles is aftrekbaar; mits maar voortvloeiend: ‘uit
onderneming’
- Totaalwinst = belast dus ook ‘inflatie’-winst
o ‘euro = euro-regel’ dus nominalistisch
o Zelfs inflatiewinst wordt belast
4
