1. Definitie / begripsbepaling
Kanker van de dikke darm (colon) en/of het rectum (de ‘einddarm’ of endeldarm). Deze vorm
van kanker treedt op in het laatste gedeelte van het darmkanaal. Medisch ook wel
colorectale kanker genoemd.
2. Epidemiologie (vóórkomen / verspreiding)
In meer dan de helft van de gevallen ontstaat deze vorm van kanker ná het 70e levensjaar.
Het komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Maar vormt bij vrouwen ná
borstkanker de meest voorkomende kankersoort.
Van de dikke darm kankers zit ongeveer 80% in de dikke darm zelf en ongeveer 20% in de
endeldarm. Omdat er zoveel overeenkomsten zijn tussen kanker in dikke darm of endeldarm
worden ze onder één verzamelnaam genoemd.
Het aantal gevallen van dikke darmkanker neemt toe. Zeker omdat de bevolking ouder
wordt, maar mogelijk ook door leefpatroon, voedingspatroon, erfelijke aanleg en de
toename in het vóór komen van darmpoliepen (in principe goedaardig, maar ze kunnen
kwaadaardig worden). Dikke darm kanker is één van de best behandelbare vormen van
kanker. Hoe vroeger het ontdekt wordt, hoe beter de behandeling aanslaat.
3. Etiologie / oorzaak
Niet bekend. In ongeveer 5-10% van de gevallen is het erfelijk en komt het binnen een familie
voor. Bij de niet-erfelijke dikke darm kanker lijken omgevingsfactoren een rol te spelen, zoals
westers eetpatroon met (veel) (rood) vlees en leefstijl.
4. Pathofysiologie (anatomie en fysiologie)
Het laatste stuk van het maagdarmstelsel wordt gevormd door de dikke darm De dikke darm
bestaat uit verschillende delen en is ongeveer 1,5 tot 1,8 meter lang. De dikke darm heeft als
belangrijkste functie het absorberen van water en elektrolyten en het voortstuwen van de
darminhoud. De dikke darm eindigt in het rectum en de anus. De belangrijkste functie van
het rectum en de anus is defecatie.
De bouw van de dikke darm
, Het eerste gedeelte is de blinde darm (het caecum) met daaraan vast het wormvormig
aanhangsel (appendix vermiformis). Vervolgens gaat het caecum over in de kanteldarm (het
colon). Het colon bestaat uit een opstijgend deel (colon ascendens), een transversaal deel
(colon transversum), een afdalend deel (colon descendens), het colon sigmoideum, de
endeldarm (rectum) en de aars (canalis analis) (zie figuur 1). Op de wand van de dikke darm
bevindt zich een slijmvlieslaag. In deze slijmvlieslaag bevinden zich diepe inzinkingen, ook
wel crypten genoemd.
Het laatste gedeelte van de dunne darm, het terminal ileum, mondt uit in het eerste gedeelte
van de dikke darm, het caecum (zie figuur 1). Het is een zakvormig gedeelte van de dikke
darm wat ongeveer 6 tot 8 centimeter lang is. Aan de zijkant van de onderkant van het
ceacum komt het wormvormig aanhangsel. Het wormvormig aanhangsel kan op
verschillende manieren in de buikholte liggen. Het wormvormig aanhangsel is een zakvormig
uitstulpsel van de dikke darm van ongeveer 6 tot 10 centimeter lang.
De functies van de dikke darm
De twee belangrijkste functies van de dikke darm zijn; het fungeren als reservoir voor de
inhoud van de darm en het absorberen van water en elektrolyten. De reservoir functie van
de dikke darm wordt met name uitgeoefend door twee delen van de dikke darm. Het eerste
gedeelte van de dikke darm wat fungeert als reservoir functie voor de darminhoud is het
caecum en het opstijgende deel van het colon. Het tweede gedeelte van de dikke darm wat
fungeert als reservoir is het rectum.
Per dag komt er ongeveer 500 tot 1500 milliliter brijachtige massa van verteerd voedsel in
maag en in de darm in de dikke darm terecht. In de dikke darm wordt deze massa ingedikt.