Mens en wetenschap
Overzicht:
HC 1: Betrouwbaarheid en validiteit
HC 2: Design en steekproeven
HC 3: Wetenschapsfilosofie 1
HC 4: Wetenschapsfilosofie 2
, HC 1: Betrouwbaarheid en validiteit
Beoordeling onderzoek door 3 methodologische aspecten:
1. Design. Causaliteit van uitspraken (Interne validiteit)
2. Meetmethoden: betrouwbaarheid en validiteit
3. Steekproef/omstandigheden: Is het generalisaarbaar (Externe validiteit)
Interne validiteit: is de causaliteit van je uitspraken juist, is het onderzoek van kwaliteit. Hangt af van
het soort design.
Externe validiteit: Gelden de resultaten van het onderzoek ook voor mensen buiten de steekproef.
Hangt af van wat voor steekproef je hebt genomen.
Interne validiteit bereiken door: Randomisatie Geblindeerde toewijzing aan interventie
Volledigheid follow-up Blindering van patiënten Blindering van behandelaars Blindering van
effectbeoordelaars Gelijke behandeling van de groepen, afgezien van interventie. Meest
betrouwbaar bij een RCT.
Betrouwbaarheid: Als je 2 dezelfde metingen doet, hoe erg lijken ze dan op elkaar. Als ze precies
hetzelfde zijn is het een betrouwbare meting.
Validiteit: In hoeverre komt je meting overeen met de gouden standaard/ware waarde. Als het
overeenkomt heeft het een hoge validiteit.
Validiteit van het meetinstrument: hangt af van begrippen juist geoperationaliseerd, relatie tussen
wat test wilt meten en werkelijk meer, soort meetinstrument dat gebruikt wordt.
Diagnostische test:
Sensitiviteit: Het percentage terecht positieve uitslagen onder
de positieve/zieke personen. Als de sensitiviteit hoog zijn er
weinig vals-negatieve uitslagen. Bereken je door het aantal
positieve waarnemingen (in overeenstemming met gouden
standaard) te delen door het totaal aantal positieve
waarnemingen van de goudenstandaard x100. (A/(A+C))
Specificiteit: Het percentage terecht negatieve testuitslagen
onder de negatieve/ niet-zieke personen. Als de specificiteit
hoof is zijn er weinig vals-positieve uitslagen. Bereken je door
het aantal negatieve waarnemingen ((in overeenstemming met gouden standaard)) te delen door
het totaal aantal negatieve waarnemingen van de goudenstandaard x100. (D/(D+B))
Positieve predictieve waarde: zelfde als sensitiviteit, maar wordt vergeleken met aantal
positieve waarnemingen van de test en niet de gouden standaard. Berekenen je door het
positieve waarnemingen van de goudenstandaard (in overeenstemming met positieve waarde
eigen test) te delen door het totaal positieve waarnemingen van eigen test. A/(A+B)
Negatieve predictieve waarde: zelfde als specificiteit, maar wordt vergeleken met aantal
negatieve waarnemingen van de test en niet de gouden standaard. Berekenen je door het
negatieve waarnemingen van de goudenstandaard (in overeenstemming met negatieve waarde
eigen test) te delen door het totaal negatieve waarnemingen van eigen test. : D/(C+D)
Nauwkeurigheid: Aantal dat overeen komt met de gouden standaard/ door he totaal. A+D/(A+B+ C+D)
Betrouwbaarheid verhogen: Stabiel meetinstrument. Duidelijke en ondubbelzinnige criteria.
Kalibreren (standaardiseren en op elkaar afstemmen van de beoordelaars.) Gestandaardiseerde
meetomstandigheden.
Overzicht:
HC 1: Betrouwbaarheid en validiteit
HC 2: Design en steekproeven
HC 3: Wetenschapsfilosofie 1
HC 4: Wetenschapsfilosofie 2
, HC 1: Betrouwbaarheid en validiteit
Beoordeling onderzoek door 3 methodologische aspecten:
1. Design. Causaliteit van uitspraken (Interne validiteit)
2. Meetmethoden: betrouwbaarheid en validiteit
3. Steekproef/omstandigheden: Is het generalisaarbaar (Externe validiteit)
Interne validiteit: is de causaliteit van je uitspraken juist, is het onderzoek van kwaliteit. Hangt af van
het soort design.
Externe validiteit: Gelden de resultaten van het onderzoek ook voor mensen buiten de steekproef.
Hangt af van wat voor steekproef je hebt genomen.
Interne validiteit bereiken door: Randomisatie Geblindeerde toewijzing aan interventie
Volledigheid follow-up Blindering van patiënten Blindering van behandelaars Blindering van
effectbeoordelaars Gelijke behandeling van de groepen, afgezien van interventie. Meest
betrouwbaar bij een RCT.
Betrouwbaarheid: Als je 2 dezelfde metingen doet, hoe erg lijken ze dan op elkaar. Als ze precies
hetzelfde zijn is het een betrouwbare meting.
Validiteit: In hoeverre komt je meting overeen met de gouden standaard/ware waarde. Als het
overeenkomt heeft het een hoge validiteit.
Validiteit van het meetinstrument: hangt af van begrippen juist geoperationaliseerd, relatie tussen
wat test wilt meten en werkelijk meer, soort meetinstrument dat gebruikt wordt.
Diagnostische test:
Sensitiviteit: Het percentage terecht positieve uitslagen onder
de positieve/zieke personen. Als de sensitiviteit hoog zijn er
weinig vals-negatieve uitslagen. Bereken je door het aantal
positieve waarnemingen (in overeenstemming met gouden
standaard) te delen door het totaal aantal positieve
waarnemingen van de goudenstandaard x100. (A/(A+C))
Specificiteit: Het percentage terecht negatieve testuitslagen
onder de negatieve/ niet-zieke personen. Als de specificiteit
hoof is zijn er weinig vals-positieve uitslagen. Bereken je door
het aantal negatieve waarnemingen ((in overeenstemming met gouden standaard)) te delen door
het totaal aantal negatieve waarnemingen van de goudenstandaard x100. (D/(D+B))
Positieve predictieve waarde: zelfde als sensitiviteit, maar wordt vergeleken met aantal
positieve waarnemingen van de test en niet de gouden standaard. Berekenen je door het
positieve waarnemingen van de goudenstandaard (in overeenstemming met positieve waarde
eigen test) te delen door het totaal positieve waarnemingen van eigen test. A/(A+B)
Negatieve predictieve waarde: zelfde als specificiteit, maar wordt vergeleken met aantal
negatieve waarnemingen van de test en niet de gouden standaard. Berekenen je door het
negatieve waarnemingen van de goudenstandaard (in overeenstemming met negatieve waarde
eigen test) te delen door het totaal negatieve waarnemingen van eigen test. : D/(C+D)
Nauwkeurigheid: Aantal dat overeen komt met de gouden standaard/ door he totaal. A+D/(A+B+ C+D)
Betrouwbaarheid verhogen: Stabiel meetinstrument. Duidelijke en ondubbelzinnige criteria.
Kalibreren (standaardiseren en op elkaar afstemmen van de beoordelaars.) Gestandaardiseerde
meetomstandigheden.