Waarderen van opties
zie BKM H21 (9th Ed.: H18)
– Option Valuation
,Componenten van een optieprijs
• Intrinsieke waarde (intrinsic value):
o waarde die je zou bekomen als je de optie nu zou uitoefenen (voor call:
S0 – X; voor put: X – S0) (S0 = huidige aandelenkoers, X = uitoefenprijs)
o positief voor in-the-money opties; nul voor at-the-money & out-of-the-
money opties
• Tijdswaarde (time value):
o verschil tussen de echte optieprijs en de intrinsieke waarde
o niet verwarren met tijdswaarde van geld: time value van optie is de
waarde die voortkomt uit het feit dat optie nog looptijd overheeft tijdens
dewelke de payoff kan oplopen
• X = 50
• S0 = 54 dus 54 – 50 : die 4 = intrinsieke waarde
• 6,25 4 IV (Intrinsic value) en 2,25 TV (time value)
Beleggingsleer
Afgeleide producten: waarderen van opties 2
,Componenten van een optieprijs
• Voor ver in-the-money opties: uitoefening is bijna zeker: optiewaarde is
(bijna) gelijk aan intrinsic value
• Voor ver out-of-the-money opties: uitoefening is zeer onwaarschijnlijk; zeer
kleine time value
Die blauwe lijn is wat er speelt op de markt, voor de vervaldag, in
praktijk meer een kromme. In theorie gewoon vlak 3
, Determinanten van de optieprijs
• De waarde van een call neemt toe naargelang:
o Aandelenprijs stijgt: intrinsieke waarde stijgt
o De uitoefenprijs lager ligt: idem
o Volatiliteit van aandelenprijs hoger is: kans op hoge payoff groter (kans
op lage payoff ook, maar verlies is beperkt tot de betaalde premie en winst is
onbeperkt)
o De looptijd langer is: kans op hoge payoff groter: time value hoger
o De rentevoeten stijgen: de PV van de uitoefenprijs (i.e. de huidige
waarde van het bedrag dat je in de toekomst zal moeten betalen om het
aandeel te kopen) daalt
o Het aandeel minder dividenden uitbetaalt: dividenden worden
afgetrokken van de aandelenkoers en maken het minder waarschijnlijk
dat de uitoefenprijs ooit bereikt wordt
Beleggingsleer
Afgeleide producten: waarderen van opties 4