Opgave 1
a. Relevante goederenstromen eerste product, pull over: passieve veredeling op van toepassing.
Uniegoed wordt uit de EU vervoerd naar derde land en vervolgens teruggevoerd. Regeling passieve
veredeling: vrijstelling. Alleen voor het deel dat uit de Unie komt is vrijgesteld, maar de toegevoegde
waarde is wel belast. Alleen het verschil dus.
Actieve veredeling: wanneer een niet uniegoed hier wordt bewerkt en vervolgens teruggaat onder
schorsing.
Pakistaans katoen: in plaats van goederen in vrije verkeer brengen, in douanentrepot brengen en
extern douanevervoer. Schorst niet helemaal, want als je het in DU op de markt brengt, worden er
dan wel invoerrechten geheven cashflowvoordeel. Als je het naar Rusland brengt, hoef je het niet
eens int e voeren.
b. douane en btw tegelijkertijd.
Douaneschuld: tarief x maatstaf van heffing (douanewaarde). Waarbij het tarief bestaat uit twee
componenten: oorsprong goederen, classificatie. Als je die drie componenten weet te bepalen, kan je
de som maken. Maatstaf van heffing: transactie waarde: €20. €20 x 0,05 = €1.
Art. 19 lid 1: de maatstaf van heffing = douanewaarde: €20. Lid 2: ook wat andere componenten van
belang! Douanewaarde moet worden opgeteld: heffingen bij invoer
Opgave 2
a. Lidstaat 1 niet in aanmerking geen verliesimport vanwege vrijstelling, in 2 alleen voor
binnenlanders.
1. Personeel: A land nationaliteit, materiële werkingssfeer: vestiging, geografische
werkingssfeer: grensoverschrijdende beweging (Staalwerk? Arrest).
2. Niet toestaan verliesimport: Lidl: sprake belemmering vrije verkeer rechtsvaardiging? Op
basis van Marcs en Spencer.
Timak binnenlands/buitenlands objectvrijstelling mag. geen vergelijking.
Land B maakt onderscheid op basis van woonplaats indirecte discriminatie (avoir fiscal,
saint gobain etc.) Geen rechtvaardiging Philips Electronics.
b.
Inwoner EU-lidstaat EU A: grensoverschrijdende dienstverlening (dienstenverkeer. EU B:
vergelijkbaar met Schempp: partner gaat in andere lidstaat wonen afgeleide toegang
zoon beweegt grens over (reizen en verblijven). Buitenlandse arts verricht dienst (A), B: zoon
reist heen en weer.
A: buitenlandse arts belemmering (beperkt dienstenverkeer), niet gerechtvaardig (de
Groot). Ja, in A, niet in B!
B: indirecte discriminatie op basis van woonplaats als wordt voldaan is aan Schumacker. 90%
+ geen ruimte om in woonstaat er is wel ruimte, dus geen aftrek.
c.
A: geen hypotheekrente dispariteit.
a. Relevante goederenstromen eerste product, pull over: passieve veredeling op van toepassing.
Uniegoed wordt uit de EU vervoerd naar derde land en vervolgens teruggevoerd. Regeling passieve
veredeling: vrijstelling. Alleen voor het deel dat uit de Unie komt is vrijgesteld, maar de toegevoegde
waarde is wel belast. Alleen het verschil dus.
Actieve veredeling: wanneer een niet uniegoed hier wordt bewerkt en vervolgens teruggaat onder
schorsing.
Pakistaans katoen: in plaats van goederen in vrije verkeer brengen, in douanentrepot brengen en
extern douanevervoer. Schorst niet helemaal, want als je het in DU op de markt brengt, worden er
dan wel invoerrechten geheven cashflowvoordeel. Als je het naar Rusland brengt, hoef je het niet
eens int e voeren.
b. douane en btw tegelijkertijd.
Douaneschuld: tarief x maatstaf van heffing (douanewaarde). Waarbij het tarief bestaat uit twee
componenten: oorsprong goederen, classificatie. Als je die drie componenten weet te bepalen, kan je
de som maken. Maatstaf van heffing: transactie waarde: €20. €20 x 0,05 = €1.
Art. 19 lid 1: de maatstaf van heffing = douanewaarde: €20. Lid 2: ook wat andere componenten van
belang! Douanewaarde moet worden opgeteld: heffingen bij invoer
Opgave 2
a. Lidstaat 1 niet in aanmerking geen verliesimport vanwege vrijstelling, in 2 alleen voor
binnenlanders.
1. Personeel: A land nationaliteit, materiële werkingssfeer: vestiging, geografische
werkingssfeer: grensoverschrijdende beweging (Staalwerk? Arrest).
2. Niet toestaan verliesimport: Lidl: sprake belemmering vrije verkeer rechtsvaardiging? Op
basis van Marcs en Spencer.
Timak binnenlands/buitenlands objectvrijstelling mag. geen vergelijking.
Land B maakt onderscheid op basis van woonplaats indirecte discriminatie (avoir fiscal,
saint gobain etc.) Geen rechtvaardiging Philips Electronics.
b.
Inwoner EU-lidstaat EU A: grensoverschrijdende dienstverlening (dienstenverkeer. EU B:
vergelijkbaar met Schempp: partner gaat in andere lidstaat wonen afgeleide toegang
zoon beweegt grens over (reizen en verblijven). Buitenlandse arts verricht dienst (A), B: zoon
reist heen en weer.
A: buitenlandse arts belemmering (beperkt dienstenverkeer), niet gerechtvaardig (de
Groot). Ja, in A, niet in B!
B: indirecte discriminatie op basis van woonplaats als wordt voldaan is aan Schumacker. 90%
+ geen ruimte om in woonstaat er is wel ruimte, dus geen aftrek.
c.
A: geen hypotheekrente dispariteit.