Sociale cohesie hoorcollege
aantekeningen periode A
Inhoudsopgave
WEEK 1: HOORCOLLEGE.....................................................................................................................2
WEEK 2 SOCIALE COHESIE: GASTLES..................................................................................................3
WEEK 3 SOCIALE COHESIE: WOONCRISIS...........................................................................................4
WEEK 4 SOCIALE COHESIE: VAN VERZORGINGSSTAAT NAAR PARTICIPATIESAMENLEVING.................6
WEEK 5 SOCIALE COHESIE: BURGERSCHAP......................................................................................10
SCHEMA BURGERSCHAP.......................................................................................................................10
, Week 1: hoorcollege
Sociale cohesie= socioloog Emile Durkheim gaf de definitie: ‘’Hoe blijven samenlevingen bij
elkaar.’’
- Een begrip om de samenhang in de samenleving aan te geven
- Interne bindingskracht in een sociaal systeem
- Het vermogen van burgers om samen te leven en te werken
- Samenredzaamheid
- Om aan te geven op welke manier mensen uit verschillende groepen in de
samenleving met elkaar omgaan
Wat houdt de samenleving dan bij elkaar?
- Micro= leden van een familie, buren en naasten
- Meso= verenigingen, werknemers in een organisatie, geloofsgemeenschap (bv een
moskee)
- Macro= landelijke organisaties, politieke achterban, overeenkomende kenmerken
(taal)
Hoe komt sociale cohesie tot stand?
Wederzijdse afhankelijkheid.
Ik heb jou nodig, jij mij. Bijvoorbeeld de buren in de gate houden als zij hun vuilnis buiten
laten. (Dit zorgt tevens ook voor veiligheid)
Eigenbelang en gemeenschappelijk belang.
Wat vinden jij en de ander belangrijk om in de samenleving terug te zien? Wat kan je
bijdragen en wat heb je nodig van de ander?
Macht (formeel en informeel)
Iemand heeft een andere functie, die bijvoorbeeld de leiding inneemt. Denk aan een
voetbalclub, iemand is de aanvoerder.
Gedeelde normen en waarden
SIDENOTE: Belangrijk om te weten: mensen zijn niet gelijk, maar wel gelijkwaardig aan
elkaar.
aantekeningen periode A
Inhoudsopgave
WEEK 1: HOORCOLLEGE.....................................................................................................................2
WEEK 2 SOCIALE COHESIE: GASTLES..................................................................................................3
WEEK 3 SOCIALE COHESIE: WOONCRISIS...........................................................................................4
WEEK 4 SOCIALE COHESIE: VAN VERZORGINGSSTAAT NAAR PARTICIPATIESAMENLEVING.................6
WEEK 5 SOCIALE COHESIE: BURGERSCHAP......................................................................................10
SCHEMA BURGERSCHAP.......................................................................................................................10
, Week 1: hoorcollege
Sociale cohesie= socioloog Emile Durkheim gaf de definitie: ‘’Hoe blijven samenlevingen bij
elkaar.’’
- Een begrip om de samenhang in de samenleving aan te geven
- Interne bindingskracht in een sociaal systeem
- Het vermogen van burgers om samen te leven en te werken
- Samenredzaamheid
- Om aan te geven op welke manier mensen uit verschillende groepen in de
samenleving met elkaar omgaan
Wat houdt de samenleving dan bij elkaar?
- Micro= leden van een familie, buren en naasten
- Meso= verenigingen, werknemers in een organisatie, geloofsgemeenschap (bv een
moskee)
- Macro= landelijke organisaties, politieke achterban, overeenkomende kenmerken
(taal)
Hoe komt sociale cohesie tot stand?
Wederzijdse afhankelijkheid.
Ik heb jou nodig, jij mij. Bijvoorbeeld de buren in de gate houden als zij hun vuilnis buiten
laten. (Dit zorgt tevens ook voor veiligheid)
Eigenbelang en gemeenschappelijk belang.
Wat vinden jij en de ander belangrijk om in de samenleving terug te zien? Wat kan je
bijdragen en wat heb je nodig van de ander?
Macht (formeel en informeel)
Iemand heeft een andere functie, die bijvoorbeeld de leiding inneemt. Denk aan een
voetbalclub, iemand is de aanvoerder.
Gedeelde normen en waarden
SIDENOTE: Belangrijk om te weten: mensen zijn niet gelijk, maar wel gelijkwaardig aan
elkaar.