Criminologie = De wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van
menselijke gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van
de wijze waarop de overheid en de rest van de samenleving erop reageert.
Criminaliteit:
Sociale constructie
Gebonden aan tijd
Gebonden aan plaats (land, cultuur)
Oorzaakscriminologie = Waarom pleegt iemand criminaliteit?
Beheersingscriminologie = Waarom pleegt iemand geen criminaliteit?
Jeugdcriminaliteit = Gedrag van jongeren van 12 tot 18 jaar waarbij
bepaalde, in wetboeken vastgelegde normen worden overtreden en
waarop een straf staat
<12 jaar = geen strafrechtelijke verantwoordelijkheid
12 tot 18 jaar = minderjarigen-jeugdstrafrecht
16 t/m 23 jaar = adolescentenstrafrecht
18 jaar en ouder is volwassenstrafrecht
Voorkomen en aanpakken van jeugdproblematiek:
o Aard en omvang
o Mogelijke oorzaken
o Mogelijke oplossingen
o Partner in aanpak
Verschillende niveaus:
1. Microniveau: Criminogene factoren: Biologische-, Psychologische/
psychiatrische factoren en factoren in de directe leefomgeving (gezin,
jeugdgroep, wijk)
2. Macroniveau: Verklaringen crimineel gedrag in de structuur van de
samenleving of in relevante maatschappelijke omstandigheden
3. Omgevingstheorieën buurt: Hoe interpreteren daders fysieke
omgevingskenmerken.
Cumulatie van factoren > exponentiële toename risico
(Meer factoren van de theorieën zijn toepasselijk, hoe groter het risico)
1. Microniveau:
- Psychopathologie
- Antisociaal gedragsstoornis/ conduct disorder
o Ontwikkelings- en leertheorieën
o Gevolgen van verwaarlozing
, Antisociaal gedrag:
Conduct disorder bij kinderen Bredere verzameling van gedragingen
Concrete aanpak = VROEGSIGNALERING
Kenmerken = Pesten, intimideren, bedreigen, vechten, mishandelen, stelen,
liegen, spijbelen, inbreken, wapen gebruiken, seksuele delicten weglopen.
Effecten verwaarlozing, grotere kans op:
o Permanente intellectuele achterstand
o Depressie
o Gedragsstoornissen
o Onvermogen om relaties aan te gaan
o Psychische stoornissen
o ADHD
o Verstoorde gewetensfunctie
Microniveau Biologische- & Psychologische theorieën
Macroniveau Economische- & Sociologische theorieën
Leertheorieën = nurture
Oorzaaktheorieën:
o Leerpsychologie: Alle gedrag is (aan) geleerd
o Bepaald gedrag is (af) geleerd
Vormen van leren:
o Klassieke conditionering (Pavlov)
o Instrumenteel leren (Skinner)
o Sociaal leren (o.a. Sutherland)
Microniveau: Biologische factoren
Genetische factoren = erfelijkheid van
o Fysiologische factoren
o Psychische aandoeningen
o Hormoonspiegels
Permanente interactie tussen aanleg en omgeving bijv.
o ADHD en Licht Verstandelijke Beperking (LVB)
Absolute omvang = ‘Meerderheid’
Relatieve omvang = Percentage van het totaal
Etnische minderheden:
o Als dader oververtegenwoordigd in criminaliteitscijfers
o Als slachtoffer onvertegenwoordigd bij bepaalde delicten
Worden stelselmatig door de politie ‘getarget’, hetgeen de cijfers beïnvloedt.