Werkcollege epitheel
1. Welke typen epitheel bestaan er? Noem een weefsel waar elk van deze typen
voorkomt
2. Welke functies kan epitheel hebben? Noem een weefsel waar elk van deze
functies wordt uitgevoerd
Eenlagig epitheel:
plaveiselepitheel afdekkend. (bijvoorbeeld in de nieren)
cilindrisch metabool veel actiever (bijvoorbeeld in de darm)
kubisch in de nieren, tubili
meerlagig epitheel: aanwezig in de huid
meerlagig eptiheel dient meer als bescherming, dit omdat het dikker is,
bijvoorbeeld de slokdarm.
Pseudomeerlagig het is eenlagig, cellen hebben allemaal hun kern op een andere
hoogte zitten. (bijvoorbeeld in de neus). De trilharen in de neus zijn er om slijm te
produceren/transporteren.
Nieuwe epitheel cellen worden gevormd op de basis, deze cellen zitten tegen de
lamina basalis aan. Epitheel zit overal.
In de urine wegen heb je ook het ouder worden van cellen, de bovensta laag
wordt dan ineens een paraplucel, dit komt door invloed van de urine. Ze kunnen
hierdoor uitrekken door glycocalex
3. Hoe wordt meerlagig epitheel vernieuwd?
de cellen onderaan (tegen de lamina basalis aan) , de stamcellen, zorgen voor het
vormen van nieuwe epitheel cellen. Wanneer zo’n stamcel gaat delen verliest hij
contact met lamina basalis en dan gaat vervolgens 1 van de dochtercellen
differentiëren.
4. Hoe wordt éénlagig epitheel vernieuwd?
stamcellen zitten op de lamina basalis onderaan in de crypte (in de niche). Dit is
een omgeving waar stamcellen, stamcellen blijven (in de darm). In de huid zitten
deze stamcellen in een haarzakje, ze migreren hieruit als ze gaan differentiëren.
pseudomeerlagig epitheel stamcellen zitten niet alleen aan de lamina basalis
vast maar zit ook tussen de gedifferentieerde cellen.
5. Hoe ontwikkelt een klier zich uit epitheel? (b.v. speekselklier)
lever, pancreas, speekselklieren.
Klieren zijn epitheel. De vorming van een klier gaat zo in zijn werk;
De klieren liggen in het stroma wat onder de lamina basalis ligt. De lamina basalis
blijft bij het vormen van een klier er altijd intact, het blijft altijd om het groeiende
epitheel in de stroma zitten.
, 6. Hoe wordt differentiaties van verschillende celtypen in één epitheel tot stand
gebracht? (b.v. enterocyten, slijmbekercellen en endocriene cellen in epitheel
van dunne darm).
verschillende signalen van buitenaf zorgen dat Transcriptie van bepaalde genen
worden aangezet/uitgezet. Hierdoor krijg je verschillende cellen in een bepaald
weefsel. De signalen van buitenaf kennen wij er maar een paar van.
Paneth cellen Zitten in de dunne darm onderin de crypte. Ze zorgen ervoor dat
wanneer in contact met stamcellen, de stamcellen ook echt stamcellen blijven.
Pameth cellen gaan 70 dagen mee. Normale cellen in de darm gaan maar 5 dagen
mee.
7. Hoe wordt de scheiding van apicale en basalaterale membraan domeinen in
een epitheel in stand gehouden?
de scheiding tussen apicaal memberaan en basalaterale membraan wordt
gevormd door tight junctions. Bij epitheel cellen zitten de tight junctions er
helemaal omheen, deze vormen samen een barriere. Tussen de cellen zorgen de
tight junctions voor een zeeeeer beperkt transport tussen de verschillende cellen.
Tight junctions zorgen dus voor afsluiting.
8. Wat zijn desmosomen en hemidesmosomen?
Desmosomen tussen cellen in, ze zitten vast aan het cytoskelet. Ze bestaan uit
Cadherines , dit zijn moleculen die aan elkaar kunnen binden voor stevigheid en
het aan elkaar vast zitten van cellen.
Hemidesmosomen ze zitten basaal, ze binden de cellen aan de lamina basalis. Ze
bestaan uit integrines.
9. Wat is de functie van gap junctions?
Gap junctions zitten in eptiheel cellen en is een soort tunneltje tussen twee
buurcellen. Ze zorgen voor transport van kleine moleculen en ionen. Dit is
belangrijk is vooral: het Hart (calcium wordt doorgegeven in de cellen).
10. Wat zijn microvilli en trilharen?
Wat zijn de meest kenmerkende verschillen onderling?
microvilli oppervlakte vergroting. Het zijn uitbochten van het apicale
membraan. Dit zodat er genoeg voedsel kan worden opgenomen in de dunne
darm
Cilia trilharen voor transport.
1. Welke typen epitheel bestaan er? Noem een weefsel waar elk van deze typen
voorkomt
2. Welke functies kan epitheel hebben? Noem een weefsel waar elk van deze
functies wordt uitgevoerd
Eenlagig epitheel:
plaveiselepitheel afdekkend. (bijvoorbeeld in de nieren)
cilindrisch metabool veel actiever (bijvoorbeeld in de darm)
kubisch in de nieren, tubili
meerlagig epitheel: aanwezig in de huid
meerlagig eptiheel dient meer als bescherming, dit omdat het dikker is,
bijvoorbeeld de slokdarm.
Pseudomeerlagig het is eenlagig, cellen hebben allemaal hun kern op een andere
hoogte zitten. (bijvoorbeeld in de neus). De trilharen in de neus zijn er om slijm te
produceren/transporteren.
Nieuwe epitheel cellen worden gevormd op de basis, deze cellen zitten tegen de
lamina basalis aan. Epitheel zit overal.
In de urine wegen heb je ook het ouder worden van cellen, de bovensta laag
wordt dan ineens een paraplucel, dit komt door invloed van de urine. Ze kunnen
hierdoor uitrekken door glycocalex
3. Hoe wordt meerlagig epitheel vernieuwd?
de cellen onderaan (tegen de lamina basalis aan) , de stamcellen, zorgen voor het
vormen van nieuwe epitheel cellen. Wanneer zo’n stamcel gaat delen verliest hij
contact met lamina basalis en dan gaat vervolgens 1 van de dochtercellen
differentiëren.
4. Hoe wordt éénlagig epitheel vernieuwd?
stamcellen zitten op de lamina basalis onderaan in de crypte (in de niche). Dit is
een omgeving waar stamcellen, stamcellen blijven (in de darm). In de huid zitten
deze stamcellen in een haarzakje, ze migreren hieruit als ze gaan differentiëren.
pseudomeerlagig epitheel stamcellen zitten niet alleen aan de lamina basalis
vast maar zit ook tussen de gedifferentieerde cellen.
5. Hoe ontwikkelt een klier zich uit epitheel? (b.v. speekselklier)
lever, pancreas, speekselklieren.
Klieren zijn epitheel. De vorming van een klier gaat zo in zijn werk;
De klieren liggen in het stroma wat onder de lamina basalis ligt. De lamina basalis
blijft bij het vormen van een klier er altijd intact, het blijft altijd om het groeiende
epitheel in de stroma zitten.
, 6. Hoe wordt differentiaties van verschillende celtypen in één epitheel tot stand
gebracht? (b.v. enterocyten, slijmbekercellen en endocriene cellen in epitheel
van dunne darm).
verschillende signalen van buitenaf zorgen dat Transcriptie van bepaalde genen
worden aangezet/uitgezet. Hierdoor krijg je verschillende cellen in een bepaald
weefsel. De signalen van buitenaf kennen wij er maar een paar van.
Paneth cellen Zitten in de dunne darm onderin de crypte. Ze zorgen ervoor dat
wanneer in contact met stamcellen, de stamcellen ook echt stamcellen blijven.
Pameth cellen gaan 70 dagen mee. Normale cellen in de darm gaan maar 5 dagen
mee.
7. Hoe wordt de scheiding van apicale en basalaterale membraan domeinen in
een epitheel in stand gehouden?
de scheiding tussen apicaal memberaan en basalaterale membraan wordt
gevormd door tight junctions. Bij epitheel cellen zitten de tight junctions er
helemaal omheen, deze vormen samen een barriere. Tussen de cellen zorgen de
tight junctions voor een zeeeeer beperkt transport tussen de verschillende cellen.
Tight junctions zorgen dus voor afsluiting.
8. Wat zijn desmosomen en hemidesmosomen?
Desmosomen tussen cellen in, ze zitten vast aan het cytoskelet. Ze bestaan uit
Cadherines , dit zijn moleculen die aan elkaar kunnen binden voor stevigheid en
het aan elkaar vast zitten van cellen.
Hemidesmosomen ze zitten basaal, ze binden de cellen aan de lamina basalis. Ze
bestaan uit integrines.
9. Wat is de functie van gap junctions?
Gap junctions zitten in eptiheel cellen en is een soort tunneltje tussen twee
buurcellen. Ze zorgen voor transport van kleine moleculen en ionen. Dit is
belangrijk is vooral: het Hart (calcium wordt doorgegeven in de cellen).
10. Wat zijn microvilli en trilharen?
Wat zijn de meest kenmerkende verschillen onderling?
microvilli oppervlakte vergroting. Het zijn uitbochten van het apicale
membraan. Dit zodat er genoeg voedsel kan worden opgenomen in de dunne
darm
Cilia trilharen voor transport.