Samenvatting TV5 ; geestelijke en sociale zorg

Toegepaste verpleegkunde 5 : geestelijke en sociale zorg


Verplegen van de zorgvragen met de stemmingsstoornissen (pg 334-395)

Depressieve stoornissen

• Disruptive mood dysregulation disorder

• Major depressive disorder

• Persistent depressive disorder (dysthymia)

• Premenstrual dysphoric disorder

• Substance/medication-induced depressive disorder

• Depressive disorder due to another medical condition

• Other specified depressive disorder

• Unspecified depressive disorder

Major depressive disorder Ontstaan en beloop

• Elke leeftijd, meestal puberteit

• Verloop is heel individueel

• Chroniciteit duidt op waarschijnlijkheid van persoonlijkheid, angst, middelenmisbruik =>
therapie niet enkel op depressieve symptomen + navragen laatste 2 symptoomvrije mnd

• Herstel na 3mnd (40%)

• Herstel na 1j (80%)

• Reden ontstaan depressie belangrijk voor herstel

• Sommigen met depressieve symptomen voor enkele maanden => spontaan herstel

• Later herstel:

 Psychotische kenmerken
 Onderliggende angst
 Persoonlijkheidsstoornis
 Ernst symptomen
 Jongere personen
 Meerdere episodes
 Vele bipolaire stoornissen starten met 1 of meerdere depressies
 Dikwijls foute diagnose, eerst depressie

Major depressive disorder Prevalentie

• US: 7%

• 18-29j: 3x hoger dan +60

, • Vrouwen 1,5-3x hoger in adolescentie

• Kan op elke leeftijd ontstaan

Major depressive disorder  Diagnostische kenmerken

• Iedereen heeft wel eens mindere periode

• Belemmering omgaan met dagelijks leven en normaal functioneren

• Criteria bijna dagelijks aanwezig (eetlust/suïcide)

• Slapeloosheid/vermoeidheid dikwijls eerste kenmerk

• Grote economische schade

• Miljarden aan verloren productieve werktijd (27,2d/j)

• Terugval mogelijk

• Hoe langer herstel, hoe minder kans op terugval



Bipolaire stoornissen

• Bipolar I disorder

• Bipolar II disorder

• Cyclothymic disorder

• Substance/medication-induced bipolar and related disorder

• Bipolar and related disorder due to another medical condition

• Other specified bipolar and related disorder

• Unspecified bipolar and related disorder

Bipolaire stoornissen  Bipolar I disorder

• Kenmerken:

– wisselende stemmingen, dan weer manisch of hypomaan, dan weer depressief.

– Manische periode is het tegenovergestelde van een depressieve periode.

– Bij beiden bevinden zich de stemmingsmogelijkheden aan de uiteinden, de polen.

– In de volksmond spreekt men van een manisch-depressieve stoornis (MDS). Deze
term benadrukt de tweepoligheid van de ziekte: van tijd tot tijd extreem uitgelaten of
juist extreem neerslachtig.

• 3 types

– Manische episode : grootheidswaanzin, psychotische kenmerken

– Hypomane episode : geen psychotische kenmerken

– Majeur depressieve episode