Samenvatting Opvoedondersteuning 1.1

Leerdoelen Opvoedondersteuning
Student heeft kennis genomen van het begrip opvoedondersteuning.
 Opvoedondersteuning is laagdrempelige ondersteuning van ouders en
opvoedingsverantwoordelijken bij de opvoeding van kinderen.
 Met als doel ouders en alle andere mensen die een
opvoedverantwoordelijkheid hebben, steun te bieden bij het opvoeden.
 Gericht op activiteiten die tot doel hebben om ouders en
opvoedingsverantwoordelijken steun te bieden bij het opvoeden.
Richt zich op:
 Opvoeders
 Interactie tussen opvoeder en kind
 De betekenisgeving van het kind
 Leefomgeving van gezinnen


Student heeft kennis genomen van de invloed van het krijgen van kinderen op
ouders.
Ouderschap:
 Wens: verschil met vroeger  kinderen kreeg je gewoon
 Voor- en nadelen
 Biologische factoren: rammelende eierstokken
 Psychologische factoren: ik ben er klaar voor
 Sociale factoren: vriendinnen krijgen baby’s
 Ouderschap begint al tijdens zwangerschap
 Verwachtingen ouders

Student heeft kennis genomen van de verwachtingen van ouders ten opzichte
van het krijgen van kinderen.

De student heeft kennis genomen van de fasen in ouderschap.
Newsberger:
 Egoïstische oriëntatie: ouder gaat uit van zichzelf
 Conventionele oriëntatie: alledaagse kennis die ouders hebben en daardoor
hebben ze verwachtingen
 Subjectief-individualistische oriëntatie: ouders die de uniekheid van hun kind
zien en daar ook naar handelen
 Systeem-analytische oriëntatie: ouders kunnen kijken naar behoefte van het
kind en kijken waar wat het met hun doet.

Galinsky:
 Image-making stage: voor de geboorte, hoe het is om ouder te zijn.
 Nurturing stage: (0-2 jaar) ouders van roze wolk af, kind verzorgen
 Authority stage: (2 tot 5 jaar) peuterpuberteit
 Interpretive stage(5-12 jaar) naar school
 Interdependent stage: (adolescentie) puberteit
 Departure stage: (vanaf 18): kinderen gaan uit huis, studeren

, De student heet kennis genomen van de verschillen in opvoeden tussen vaders
en moeders.
Verschillen:
 Spel
 Uitdaging
 Het verkennen en nemen van risico’s
 Onafhankelijk
 Transitie naar de buitenwereld
 Welbevinden en veiligheid
 Differentiëren rollen
Overeenkomsten:
 Hechting
 Warmte
 Verzorgen
 Intimiteit
 Ouderkenmerken

De student heeft kennis genomen van het begrip pedagogisch besef.
Pedagogisch besef staat voor het geheel van verwachtingen, beleving, sensitiviteit
en empathie van ouders tegenover hun kind. (Baartman, 1996, in Berger, 2004)

De student heeft kennis genomen van de veranderende rol van ouders in de
afgelopen jaren.
Vroeger
 1901 kinderwetjes van Van Houten
 1919 eerste opvoedbureau
 1980 spel en opvoedwinkels
 1990 van medisch naar psychosociaal, activerend, draagkracht, gericht op
opvoeder, systeem denken.
Nu
 Meer aandacht voor moeilijkheden
 Informatiemaatschappij
 Geen verzuiling (katholiek en protestants) meer
 Labelen
 Migranten in NL
 ViVa forum, oei ik groei boekje

Student heeft kennis genomen van de belangrijkste opvoedingsvragen van
ouders per ontwikkelingsfase.
Zowel uit landelijk als regionale onderzoeken blijkt dat ouders de meeste vragen
hebben over of problemen ervaren met:
 De aanpak van de opvoeding en ouderschap in het algemeen
 Het omgaan met lastig gedrag of gedragsproblemen
 Emotionele problemen
 Schoolprestaties kind
o Externaliserend gedrag: BV. driftbuien