Oefenvragen + -antwoorden van het boek ‘Grondslagen van de Marketing’
Spring snel naar de oefenvragen van:
Hoofdstuk 1
Wat is marketing?
Hoofdstuk 2
Strategieontwikkeling en marketingplanning
Hoofdstuk 3
De marketingomgeving
Hoofdstuk 4
Koopgedrag
Hoofdstuk 5
Marktonderzoek en marktinformatie
Hoofdstuk 6
Marktsegmentatie en positionering
De antwoorden zijn op de laatste bladzijden te vinden
De oefenvragen en samenvatting van de overige hoofdstukken zijn ook te vinden op Stuvia.
Vienna.
Vragen: Hoofdstuk 1 / Hoofdstuk 2 / Hoofdstuk 3 / Hoofdstuk 4 / Hoofdstuk 5 / Hoofdstuk 6
,Oefenvragen Hoofdstuk 1
1 Welke van de volgende stellingen omschrijft het best de marketingmix?
a Marketing omvat productbeslissingen, prijsstrategie, promotie en distributie.
b Marketing omvat productbeslissingen, prijsstrategie, pr en distributie.
c Marketing omvat productbeslissingen, verkoopstrategie, promotie en
personeelsbeleid.
d Marketing omvat productbeslissingen, verkoopstrategie, pr en distributie.
2 Ondernemer Karin van der Bloem van Drukkerij Letteren uit Amsterdam heeft 24
werknemers in dienst. De meeste werknemers zijn ingehuurd om drukwerk uit te voeren
voor de klanten van het bedrijf. De ondernemer zelf houdt zich samen met de
accountmanager bezig met de verkoop. Welke van de volgende vier situaties zal het
dichtst bij de werkelijkheid komen?
a De logistiek planner houdt zich het meest bezig met commerciële economie, de
administratief medewerker het meest met bedrijfseconomie.
b De administratief medewerker houdt zich het meest bezig met commerciële
economie, de ondernemer het meest met bedrijfseconomie.
c De ondernemer houdt zich het meest bezig met commerciële economie, de
administratief medewerker het meest met bedrijfseconomie.
d De ondernemer houdt zich het meest bezig met commerciële economie, de logistiek
planner het meest met bedrijfseconomie.
3 Als er gesproken wordt van macromarketing, dan doelt men op:
a marketing op het niveau van de samenleving
b marketing vanuit het standpunt van de individuele ondernemer
c marketing op het niveau van een specifieke branche of bedrijfstak
d marketing die zich richt op de consument
4 Wat zijn de verschillende stappen van marketingmanagement?
a product, prijs, distributie en promotie
b vormgeven van de organisatie en financiering, produceren en verkopen
c analyse, planning, implementatie en evaluatie
d reputatie, relatie en respons
5 Stelling I:Bij relatiemarketing is het van belang de klant maximale service en nazorg te
bieden.
StellingII:Transactiemarketing richt zich op duurzame relaties met klanten.
Welke stelling(en) zijn juist/onjuist?
Vragen: Hoofdstuk 1 / Hoofdstuk 2 / Hoofdstuk 3 / Hoofdstuk 4 / Hoofdstuk 5 / Hoofdstuk 6
,6 Welke van de vier onderstaande stellingen is niet juist?
a In een marketinggerichte organisatie richt elke afdeling zich op haar eigen activiteit.
b Winstbijdrage is belangrijker dan geboekte omzet.
c Marktonderzoek dient om na te gaan wie de kopers zijn en aan welke
productkenmerken deze kopers de voorkeur geven.
d Een regelmatige concurrentieanalyse is onmisbaar voor het benutten en verder
uitbouwen van de concurrentievoordelen.
7 Waarin ligt het voornaamste verschil tussen een product- of verkoopgerichte werkwijze
en een marketinggerichte werkwijze? (meerdere antwoorden zijn goed)
a De besluitvorming is bij een marketinggerichte organisatie bottom-up en komt dus
vanuit de wensen en behoeften van de klanten.
b Winst behalen is voor een marketinggerichte organisatie minder belangrijk dan voor
een product-of verkoopgerichte organisatie.
c Het verschil ligt in demate waarin alle activiteiten planmatig worden geïntegreerd in
het overkoepelende marketingbeleid.
d In een marktgerichte organisatie speelt interne communicatie een grotere rol.
8 Wat wordt niet bedoeld als we spreken van de waarde van de klandizie oftewel
customer equity?
a de winst die nieuwe klanten opleveren
b het bedrag dat de gemiddelde klant te besteden heeft
c de verwachte winst op de toekomstige verkopen aan bestaande klanten
d de winst die tevreden klanten het bedrijf kunnen opleveren als zij het product of de
dienst aanbevelen aan derden
9 Stelling De belangrijkste taak van marketing binnen een marketinggerichte organisatie
I: is om de wensen en de behoeften van de doelgroep in kaart te brengen.
Stelling De belangrijkste taak van de marketeer binnen een marketinggerichte
II: organisatie is het creëren van meer vraag naar een product of dienst en zo de
omzet te verhogen.
Welke stelling(en) zijn juist/onjuist?
10 Charitatieve instellingen en het bedrijfsleven werken vaak samen door middel van
corporate sponsorship. Wat is hier een belangrijk criterium bij het zoeken naar een
organisatie om mee samen te werken?
a Beide organisaties willen dezelfde winst behalen.
b Beide organisaties hetzelfde imago.
c Beide organisaties hebben dezelfde doelgroep.
d Het bedrijf steunde de charitatieve instelling voor de samenwerking reeds openlijk
financieel.
Vragen: Hoofdstuk 1 / Hoofdstuk 2 / Hoofdstuk 3 / Hoofdstuk 4 / Hoofdstuk 5 / Hoofdstuk 6
, 11 Het doel van marketing is om de doelgroep zo goed mogelijk te leren kennen en
daardoor:
a de verkoopactiviteiten zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de wensen van de
klant
b een product te leveren dat zo goed mogelijk aansluit op de wensen van de klant
c de verkoopafdeling van een bedrijf zoveel mogelijk werk uit handen te nemen
d de juiste klant te selecteren bij een product, dienst of idee
12 Wat is geen niveau waarop marketing kan worden bedreven en bestudeerd?
a micromarketing
b metamarketing
c macromarketing
d mesomarketing
13 Stelling I: Commerciële economie richt zich voornamelijk op het inkoop- en
verkoopbeleid van een bedrijf.
Stelling Marketing richt zich voornamelijk op bartering.
II:
Welke stelling(en) zijn juist?
14 Hoe noemen we binnen de mesomarketing een schakel van bedrijven die een
gelijkwaardige functie in de productie of handel van een bepaald product vervullen?
a brancheorganisatie
b branche
c bedrijfstak
d distributiekanaal
15 Eén van de oudste familiebedrijven van Nederland is Vergeest Metaalbewerking Druten
(sinds 1700). Het bedrijf is een productiegericht bedrijf, dat zich staande heeft weten te
houden tijdens oorlogen, recessies en armoede. Eén van de redenen dat men zich zo
lang staande heeft weten te houden is dat de marketing van het bedrijf is meegegaan
met de ontwikkelingen die de marketinggedachte in de twintigste eeuw heeft
doorgemaakt.
Wat is de juiste volgorde van de ontwikkelingen in de marketinggedachte in deze eeuw?
Relatiemarketing / verkooporiëntatie / productoriëntatie / marketingoriëntatie / productieoriëntatie
16 Welke van de volgende kenmerken valt niet onder de kenmerken van het
marketingconcept?
a hoogwaardige kwaliteit producten
b accent op winstbijdrage in plaats van omzet
c geïntegreerde werkwijze/organisatie
d tevreden klanten
Vragen: Hoofdstuk 1 / Hoofdstuk 2 / Hoofdstuk 3 / Hoofdstuk 4 / Hoofdstuk 5 / Hoofdstuk 6
Spring snel naar de oefenvragen van:
Hoofdstuk 1
Wat is marketing?
Hoofdstuk 2
Strategieontwikkeling en marketingplanning
Hoofdstuk 3
De marketingomgeving
Hoofdstuk 4
Koopgedrag
Hoofdstuk 5
Marktonderzoek en marktinformatie
Hoofdstuk 6
Marktsegmentatie en positionering
De antwoorden zijn op de laatste bladzijden te vinden
De oefenvragen en samenvatting van de overige hoofdstukken zijn ook te vinden op Stuvia.
Vienna.
Vragen: Hoofdstuk 1 / Hoofdstuk 2 / Hoofdstuk 3 / Hoofdstuk 4 / Hoofdstuk 5 / Hoofdstuk 6
,Oefenvragen Hoofdstuk 1
1 Welke van de volgende stellingen omschrijft het best de marketingmix?
a Marketing omvat productbeslissingen, prijsstrategie, promotie en distributie.
b Marketing omvat productbeslissingen, prijsstrategie, pr en distributie.
c Marketing omvat productbeslissingen, verkoopstrategie, promotie en
personeelsbeleid.
d Marketing omvat productbeslissingen, verkoopstrategie, pr en distributie.
2 Ondernemer Karin van der Bloem van Drukkerij Letteren uit Amsterdam heeft 24
werknemers in dienst. De meeste werknemers zijn ingehuurd om drukwerk uit te voeren
voor de klanten van het bedrijf. De ondernemer zelf houdt zich samen met de
accountmanager bezig met de verkoop. Welke van de volgende vier situaties zal het
dichtst bij de werkelijkheid komen?
a De logistiek planner houdt zich het meest bezig met commerciële economie, de
administratief medewerker het meest met bedrijfseconomie.
b De administratief medewerker houdt zich het meest bezig met commerciële
economie, de ondernemer het meest met bedrijfseconomie.
c De ondernemer houdt zich het meest bezig met commerciële economie, de
administratief medewerker het meest met bedrijfseconomie.
d De ondernemer houdt zich het meest bezig met commerciële economie, de logistiek
planner het meest met bedrijfseconomie.
3 Als er gesproken wordt van macromarketing, dan doelt men op:
a marketing op het niveau van de samenleving
b marketing vanuit het standpunt van de individuele ondernemer
c marketing op het niveau van een specifieke branche of bedrijfstak
d marketing die zich richt op de consument
4 Wat zijn de verschillende stappen van marketingmanagement?
a product, prijs, distributie en promotie
b vormgeven van de organisatie en financiering, produceren en verkopen
c analyse, planning, implementatie en evaluatie
d reputatie, relatie en respons
5 Stelling I:Bij relatiemarketing is het van belang de klant maximale service en nazorg te
bieden.
StellingII:Transactiemarketing richt zich op duurzame relaties met klanten.
Welke stelling(en) zijn juist/onjuist?
Vragen: Hoofdstuk 1 / Hoofdstuk 2 / Hoofdstuk 3 / Hoofdstuk 4 / Hoofdstuk 5 / Hoofdstuk 6
,6 Welke van de vier onderstaande stellingen is niet juist?
a In een marketinggerichte organisatie richt elke afdeling zich op haar eigen activiteit.
b Winstbijdrage is belangrijker dan geboekte omzet.
c Marktonderzoek dient om na te gaan wie de kopers zijn en aan welke
productkenmerken deze kopers de voorkeur geven.
d Een regelmatige concurrentieanalyse is onmisbaar voor het benutten en verder
uitbouwen van de concurrentievoordelen.
7 Waarin ligt het voornaamste verschil tussen een product- of verkoopgerichte werkwijze
en een marketinggerichte werkwijze? (meerdere antwoorden zijn goed)
a De besluitvorming is bij een marketinggerichte organisatie bottom-up en komt dus
vanuit de wensen en behoeften van de klanten.
b Winst behalen is voor een marketinggerichte organisatie minder belangrijk dan voor
een product-of verkoopgerichte organisatie.
c Het verschil ligt in demate waarin alle activiteiten planmatig worden geïntegreerd in
het overkoepelende marketingbeleid.
d In een marktgerichte organisatie speelt interne communicatie een grotere rol.
8 Wat wordt niet bedoeld als we spreken van de waarde van de klandizie oftewel
customer equity?
a de winst die nieuwe klanten opleveren
b het bedrag dat de gemiddelde klant te besteden heeft
c de verwachte winst op de toekomstige verkopen aan bestaande klanten
d de winst die tevreden klanten het bedrijf kunnen opleveren als zij het product of de
dienst aanbevelen aan derden
9 Stelling De belangrijkste taak van marketing binnen een marketinggerichte organisatie
I: is om de wensen en de behoeften van de doelgroep in kaart te brengen.
Stelling De belangrijkste taak van de marketeer binnen een marketinggerichte
II: organisatie is het creëren van meer vraag naar een product of dienst en zo de
omzet te verhogen.
Welke stelling(en) zijn juist/onjuist?
10 Charitatieve instellingen en het bedrijfsleven werken vaak samen door middel van
corporate sponsorship. Wat is hier een belangrijk criterium bij het zoeken naar een
organisatie om mee samen te werken?
a Beide organisaties willen dezelfde winst behalen.
b Beide organisaties hetzelfde imago.
c Beide organisaties hebben dezelfde doelgroep.
d Het bedrijf steunde de charitatieve instelling voor de samenwerking reeds openlijk
financieel.
Vragen: Hoofdstuk 1 / Hoofdstuk 2 / Hoofdstuk 3 / Hoofdstuk 4 / Hoofdstuk 5 / Hoofdstuk 6
, 11 Het doel van marketing is om de doelgroep zo goed mogelijk te leren kennen en
daardoor:
a de verkoopactiviteiten zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de wensen van de
klant
b een product te leveren dat zo goed mogelijk aansluit op de wensen van de klant
c de verkoopafdeling van een bedrijf zoveel mogelijk werk uit handen te nemen
d de juiste klant te selecteren bij een product, dienst of idee
12 Wat is geen niveau waarop marketing kan worden bedreven en bestudeerd?
a micromarketing
b metamarketing
c macromarketing
d mesomarketing
13 Stelling I: Commerciële economie richt zich voornamelijk op het inkoop- en
verkoopbeleid van een bedrijf.
Stelling Marketing richt zich voornamelijk op bartering.
II:
Welke stelling(en) zijn juist?
14 Hoe noemen we binnen de mesomarketing een schakel van bedrijven die een
gelijkwaardige functie in de productie of handel van een bepaald product vervullen?
a brancheorganisatie
b branche
c bedrijfstak
d distributiekanaal
15 Eén van de oudste familiebedrijven van Nederland is Vergeest Metaalbewerking Druten
(sinds 1700). Het bedrijf is een productiegericht bedrijf, dat zich staande heeft weten te
houden tijdens oorlogen, recessies en armoede. Eén van de redenen dat men zich zo
lang staande heeft weten te houden is dat de marketing van het bedrijf is meegegaan
met de ontwikkelingen die de marketinggedachte in de twintigste eeuw heeft
doorgemaakt.
Wat is de juiste volgorde van de ontwikkelingen in de marketinggedachte in deze eeuw?
Relatiemarketing / verkooporiëntatie / productoriëntatie / marketingoriëntatie / productieoriëntatie
16 Welke van de volgende kenmerken valt niet onder de kenmerken van het
marketingconcept?
a hoogwaardige kwaliteit producten
b accent op winstbijdrage in plaats van omzet
c geïntegreerde werkwijze/organisatie
d tevreden klanten
Vragen: Hoofdstuk 1 / Hoofdstuk 2 / Hoofdstuk 3 / Hoofdstuk 4 / Hoofdstuk 5 / Hoofdstuk 6
