Kapitel 1 Hilfe
D Redemittel
Weißt du, wo ich meinen Scooter reparieren Weet jij, waar ik mijn scooter kan laten
lassen kann? repareren?
Wieso? Hast du einen Unfall gehabt? Hoezo? Heb je een ongeluk gehad?
Nein, aber ich hatte eine Panne. Nee, maar ik had pech.
Brauchst du Hilfe? Ich helfe gerne. Heb je hulp nodig? Ik help graag.
Der Motor hatte zu wenig Öl und ein Reifen De motor had te weinig olie en een band is
ist kaputt, die Luft ist raus. kapot, de lucht is eruit.
Ein Freund von mir repariert immer meinen Een vriend van mij repareert altijd mijn
Scooter, soll ich dir seine Nummer geben? scooter, moet ik je zijn nummer geven?
Guten Tag, Notrufzentrale Süd. Was ist Goedendag, alarmcentrale zuid. Wat is er
passiert? gebeurd?
Ein Unfall in der Lindenstraße. Dabei ist Een ongeluk in de Lindenstraße. Daarbij is er
Benzin ausgelaufen und ein Auto brennt. benzine gelekt en een auto staat in brand.
Gibt es Verletzte? Zijn er gewonden?
Ja, ich konnte eine Frau aus dem Auto Ja, ik kon een vrouw uit de auto redden. Ze
retten. Sie braucht einen Arzt. heeft een dokter nodig.
Ich werde einen Krankenwagen und die Ik zal een ambulance en de brandweer
Feuerwehr schicken. sturen.
Okay, danke. Ist die Polizei schon Oké, bedankt. Is de politie al onderweg?
unterwegs?
Die wird auch gleich da sein! Die is er ook zo!
Gut, ich warte hier. Goed, ik wacht hier.
Ich habe meinen Pass verloren. Ik ben mijn paspoort verloren.
Achten Sie dann bitte darauf, dass Sie Let er dan alstublieft op dat u direct naar de
direkt zur Polizei gehen. politie gaat.
Stimmt es, dass man hier seinen Pass Klopt het dat je hier je paspoort altijd bij je
immer dabeihaben muss? moet hebben?
Ja, sonst riskiert man sogar eine Geldstrafe. Ja, anders riskeer je zelfs een boete.
Gilt das für alle? Geldt dat voor iedereen?
Besonders für Ausländer, die ein Visum Vooral voor buitenlanders die een visum
brauchen. nodig hebben.
© Noordhoff Uitgevers bv Neue Kontakte, 6e editie Pagina 1 van 18
, 3 havo-vwo | Vertalingen Redemittel
Ich möchte durch die Schweiz nach Italien Ik zou graag door Zwitserland naar Italië
fahren. willen rijden.
Dann wirst du die schweizerische Dan zul je het Zwitserse Autobahnvignet
Autobahnvignette kaufen müssen. moeten kopen.
Was kostet sie? Wat kost dat?
Vierzig Schweizer Franken. Veertig Zwitserse Franken.
Dann muss ich also noch zur Bank, um Dan moet ik dus nog naar de bank om geld te
Geld zu wechseln. wisselen.
Du kannst die Vignette in Euro bezahlen. Je kunt het vignet met euro’s betalen. Je
Du kriegst aber Schweizer Franken zurück. krijgt echter Zwitserse Franken terug.
Das finde ich unpraktisch. Dat vind ik niet praktisch.
Oder du zahlst mit Kreditkarte. Of je betaalt met creditcard.
J Redemittel
Kommst du mit? Ich muss noch eine Ga je mee? Ik moet nog een ansichtkaart en
Ansichtskarte und Briefmarken kaufen. postzegels kopen.
Willst du Lina schreiben? Wil je aan Lina schrijven?
Ja, die ist noch immer im Ausland bei ihrer Ja, die is nog steeds in het buitenland bij
Oma. haar oma.
Könnt ihr nicht am Laptop miteinander Kunnen jullie niet op de laptop met elkaar
skypen? skypen?
Leider nicht. Sie hat dort keinen Computer. Helaas niet. Ze heeft daar geen computer.
Sie freut sich immer über meine Briefe. Ze is altijd blij met mijn brieven.
Gib mir doch auch ihre Adresse! Dann Geef mij haar adres ook maar! Dan schrijf ik
schreibe ich ihr auch. haar ook.
Guten Tag. Ich möchte ein Paket abholen. Goedendag. Ik zou graag een pakketje
willen afhalen.
Haben Sie Ihren Ausweis dabei? Dieses Heeft u uw legitimatiebewijs bij u? Dit
Formular müssen Sie auch ausfüllen. formulier moet u ook invullen.
Diese Post möchte ich auch noch Deze post zou ik ook nog graag willen
verschicken. versturen.
Entschuldigung, ich habe Sie nicht Pardon, ik heb u niet goed verstaan.
verstanden.
Wie viel Porto kommt auf diesen Brief? Hoeveel porto moet er op deze brief?
58 Cent. 58 cent.
© Noordhoff Uitgevers bv Neue Kontakte, 6e editie Pagina 2 van 18
, 3 havo-vwo | Vertalingen Redemittel
Kannst du für mich mal eine Handynummer Kun je voor mij even een mobiel nummer
raussuchen? opzoeken?
Geht das nicht mit deinem Handy? Gaat dat niet met je mobiele telefoon?
Nein, ich habe eine Prepaidkarte. Mit Nee, ik heb een prepaidkaart. Met mijn
meinem Handy kann ich nicht ins Internet, mobiel kan ik niet op het internet, alleen
nur simsen und telefonieren. maar sms’en en bellen.
Warte, ich hole mein iPad, dann helfe ich dir Wacht, ik haal mijn iPad, dan help ik je bij
beim Suchen. het zoeken.
Zum Geburtstag wünsche ich mir auch so Voor mijn verjaardag vraag ik ook zo’n
ein Tablet. tablet.
Wolltest du nicht immer ein iPhone? Wilde jij niet altijd een iPhone?
Hier habe ich die Telefonnummer. Ich Hier heb ik het telefoonnummer. Ik probeer
versuche mal anzurufen. even te bellen.
Und, kannst du jemanden erreichen? En, kun je iemand bereiken?
Nein, es ist immer besetzt. Nee, het is steeds in gesprek.
Hinterlasse doch eine Nachricht mit deiner Laat toch een bericht achter met je nummer.
Nummer. Vielleicht rufen sie dich zurück. Misschien bellen ze je terug.
© Noordhoff Uitgevers bv Neue Kontakte, 6e editie Pagina 3 van 18