H14: Energiemetabolisme en Thermoregulatie
Energiemetabolisme: alle chemische reacties in het lichaam betrokken bij energie opslag en verbruik
Katabolisme, afbreken en vrijmaken
Anabolisme, opbouwen en opslag
ATP: universele energiedrager
Ontstaat door katabolisme van
macronutriënten
o Koolhydraten
o Vetten
o Eiwitten
Glucose
Noodzakelijk voor de hersenen, gebruiken
daarnaast ook nog ketonen
Komen 32 ATP uit
o 28 oxidatieve fosforylering
o 2 citroenzuurcyclus
o 2 glycolyse
1.5 uit FADH2
2.5 uit NADH
Anaerobe verbranding
o Enkel glycolyse
Ontstaat maar 2 ATP
o Pyruvaat wordt omgezet in lactaat
Ophoping van lactaat zorgt voor verzuring
Lever kan lactaat weer terug omzetten naar pyruvaat
Gluconeogenese, maken van glucose
Kan uit
o Lactaat
o Aminozuren
o Producten uit citroenzuurcyclus
o Glycerol, niet vetzuren
,Energiebalans
In
o Eten, drinken e.d.
Uit
o Thermogenese (10%)
o Fysieke activiteit (15-30%)
o Basale metabolisme (60-75%)
Basisprocessen die nodig zijn om in leven te blijven
Absorptieve fase, nadat je gegeten heb
o Fase waar lichaam macronutriënten opneemt uit maagdarm kanaal
o Energie aanvoer > verbruik
Postabsorptieve fase
o Tussen maaltijden
o Verbrand je energie die in je lichaam opgeslagen zat
o Energieverbruik > aanvoer
, Hormonen in energie metabolisme
Insuline
Enige hormoon wat glucose spiegel kan
laten verlagen
Glucose glycogeen
Anabool hormoon (opslag)
Absorptieve fase
Glucagon
Glycogeen glucose
Katabool hormoon (afbraak)
Postabsorptieve fase
Adrenaline (epinephrine)
Fight-flight respons (stress)
Sympathisch zenuwstelsel
Katabool hormoon
Postabsorptieve fase
Stress (cortisol)
o Remming insuline afgifte
o Stimulatie glucagon afgifte
o Stimulatie glycogenolyse
o Stimulatie gluconeogenese
o Stimulatie lipolyse (vet)
Groeihormoon
Zowel anabool als katabool effect
o Anabool: stimulering groei, stimuleert aminozuuropname
o Katabool: vetvrije massa, afbreken van vet, verlaagt glucose opname
Schildklierhormoon
Katabool hormoon