Samenvatting YAS-10306 Introduction to Animal Sciences

Doelen van de Dierhouderij
Food and Agriculture Organization

Historie
Domesticatie voldoet aan:
 Flexibel dieet
 Snel de leeftijd waarop ze zich kunnen voortplanten
 Kunnen zich voortplanten in gevangenschap
 Aangenaam karakter
 Niet snel in paniek
 Mens als leider erkennen

Domesticatie
 Hond/wolf (13.000 bc) (jacht)
 Geit (10.000 bc)
 Schaap/kat (ongedierte) /varken/rund (8.000 bc)
 Kip (6.000 bc)
 Cavia (5.000 bc)
 Paard (3.500 bc) (ook last)
 Konijn (0)
 Goudvis (1000)

Aantal dieren per persoon
 1 varken
 3 leghennen
 3 vleeskuikens
 1/10 melk- / kalfkoeien


Voedsel
Vlees
Vleesvarken
 komt uit 4 zuivere rassen, zo krijgt hij de juiste eigenschappen
 Komt van Vermeerderingszeug en Eindbeer.
Worp
 12 varkens per keer
 2,45 keer per jaar
 11.5 % sterft tijdens zoogperiode

Kuikens
 Komen na 20 dagen
 Na 5 weken zijn ze 2 kg (vleeskuiken)

, Melk
 Rund (83%)
 Buffel
 Geiten
 Schapen
 Kamelen / paarden

Melk kwam later: Duurde even voordat dieren tam genoeg waren.

HF haalt FH in, omdat VS enkel selecteert op melkproductie en niet uiterlijk.
MRIJ: dubbelkoe


Gemiddeld melkveebedrijf
 70 koeien
 25 liter per dag per koe
 Vervangingspercentage = 30%

Vaarskalveren  Pink (1 jaar)  Vaars (drachtig)  Koe (na 1e keer kalven, 2 jaar)

Zero grazing: altijd op stal

Eieren
 188 stuks per persoon per jaar
 33 miljoen leghennen die 10.6 miljard eieren produceren
 Tweederde geëxporteerd (Duitsland)

Bloed
 Religieuze doeleinden

Energie
Trekkracht / transport
 Trekken kar
 Rijden van dier
Mest
 Vuur
 Biogas
 Bemesting land
 Bouwmateriaal

Bescherming
 Wol
 Leer en bont
 Zijde
 veren