100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Het palet van de psychologie

Beoordeling
-
Verkocht
4
Pagina's
27
Geüpload op
08-01-2018
Geschreven in
2013/2014

samenvatting voor het vak psychologie Het palet van de psychologie behandelt zeven belangrijke stromingen in de psychologie: de psychoanalyse, het behaviorisme, de humanistische psychologie, de cognitieve psychologie, de systeemtheorie, de omgevingspsychologie en de biologische psychologie. Van elke stroming komen de geschiedenis, de theoretische begrippen en opvattingen, de recente ontwikkelingen en de toepassingen in hulpverlening en opvoeding aan de orde. De stromingen worden met elkaar vergeleken aan de hand van hun mensbeeld, hoe zij verklaringen bieden voor psychische stoornissen, en de effectiviteit van hun toepassingen in de praktijk. Ook wordt hun verhouding tot het biopsychosociaal model uitgelicht. Met dit boek krijgt de (aanstaande) hulpverlener en professionele opvoeder zeven ¿brillen¿ in handen waarmee hij zijn werk kan begrijpen, interpreteren en vormgeven. Waarom gooit een ogenschijnlijk normale man zichzelf uit bed en ervaart hij zijn been als iets vreemds dat niet bij hem hoort? Hoe kan een jongen na een avond alcoholvrij bier drinken net zo aangeschoten zijn als zijn vrienden? Waarom wil een student zijn eigen naam niet meer zeggen? Het antwoord op zulke vragen is vaak te vinden in de toepassing van psychologische theorieën.

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Vanaf h2. zeer compleet tot h6 paragraaf 6.5
Geüpload op
8 januari 2018
Aantal pagina's
27
Geschreven in
2013/2014
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Het palet van de psychologie
Hoofdstuk 2 psychoanalyse
2.1 typering van de psychologie
2.1.1 de basisuitgangspunten
1. Gaat uit van subjectieve ervaringen van mensen.
2. De psychoanalyse gaat ervan uit Dat wij lang niet altijd ons gedrag bewust aansturen.
3. Men gaat uit van de veronderstelling dat mensen een onderbewuste hebben.
4. Conflictmodel; al ons gedrag is te zien als het resultaat van een conflict; een compromis
tussen een wens en een verbod.
5. Al ons gedrag heeft betekenis. Toevallig gedrag bestaat niet.
6. Ervaringen uit eerste levensjaren bepalen in belangrijke mate de persoonlijkheid van de
volwassene.

2.1.2 geschiedenis van de psychoanalyse
Sigmund Freud is de uitvinder van de psychoanalyse en heeft zowel de theorievorming als de
hulpverleningspraktijk gestimuleerd.
Twee manieren:
- Verzamelen van feiten waarbij gezocht wordt naar gemeenschappelijke factoren die de feiten
verklaren. Op grond van deze bevindingen wordt een theorie ontworpen.
- Ontwerpen van een theorie om daarna te kijken of en zo a hoe de feiten erin passen. Als de
feiten er niet in passen, wordt de theorie aangepast.
Werkwijze van Freud wordt vaak verschillend geïnterpreteerd:
- Doordat het zo vaak veranderd is
- Zijn werk werd door wetenschapstheorieën beïnvloed: de natuurwetenschappelijke en de
romantische benadering.
 Dualistisch(tweezijdig) doordat de psychoanalytische theorie twee verschillende
mensbeelden kent.

 Droomduiding. Eerst hypnose
- Een klacht heeft een symboolfunctie: het symptoom beeldt iets anders uit en verwijst naar
een probleem of innerlijk conflict.
- Reële traumatische gebeurtenissen vormen de achtergrond van neurotische symptomen.
 Afstand van hypnose
- Niet alle patiënten zijn gevoelig voor hypnose en bovendien bleek dat gehypnotiseerden zich
niet altijd trauma’s herinnerden.
De weerstand: Freud veronderstelde dat er een actief psychisch mechanisme werkzaam was
dat voorkwam dat pijnlijke herinneringen aan de oppervlakte kwamen.
- Freud kwam tot de conclusie dat binnen het onbewuste geen goed onderscheid gemaakt kon
worden tussen fantasie en echte herinnering. Hij nam afscheid van het standpunt dat reële
traumatische gebeurtenissen de oorzaak zijn van psychische problemen. De nadruk werd
gelegd op onbewuste innerlijke wensen en de wijze waarop deze aan de oppervlakte komen.
Dit ging Freud met zijn droomtheorie verklaren.
- De theorie komt er op neer dat de droominhoud die iemand zich herinnert (manifeste
inhoud) een vermomming is van onbewuste innerlijke wensen (de latente inhoud).



1

,2.1.3 Het mensbeeld in de psychoanalyse
 Pessimistische of optimistische kijk naar ‘de mens’.
- Pessimistisch: geen baas in eigen huis en dat driften ons leven besturen.
- Optimistisch: mensen zich bewust kunnen worden van hun wensen en driften en zo hun
leven in eigen hand kunnen nemen.

 Twee aangeboren driften bij mensen volgens freud.
- Levens- of seksualiteitsdrift
- Doods- of agressiedrift.

 Gedrag wordt bepaald door onze levensgeschiedenis.
- Hier en nu is wel belangrijk maar wordt ook gekleurd door ervaringen die we in onze
kindertijd hebben opgedaan. (pessimistische visie)

 Het standpund over ‘normaal en abnormaal’ gedrag. Er is geen duidelijk onderscheid tussen
normaal en gestoord gedrag.
 De techniek van de psychoanalyse heeft de bewustwording van de onderliggende oorzaken
van gedrag tot doel.
- De mensheid is in het algemeen gebaat bij bewustwording.


2.1.4 indeling van de psychoanalyse
- Mechanische, organistische, personalistische mensbeelden
- Huidig: personalistisch en te combineren met bio psychosociale model.

2.2 klassieke theorie
Vijf hoofdonderdelen: een theorie over onbewuste mentale processen, ontwikkeling van een
psychische structuur bij een individu, over psychoseksuele ontwikkeling van kinderen, over
verdedigingsmechanismen en een praktijktheorie.

2.2.1 onbewuste mentale processen
- Voorbewuste: kennis/emoties die niet dan spelen maar wel op te roepen zijn
- Onbewuste: cognitieve, emotionele, motivationele processen waarvan we niet bewust zijn

Het primaire en secundaire proces.
 Primair kenmerkt onbewuste wensen, geen waarden/ normen.
- Lustprincipe: verwerkelijking van wensen
- Irrationeel: ongevoelig voor bewuste overwegingen en redenen

 Secundair= voorbewuste
- Gericht op doelmatigheid
- Rationaliteit, overwegingen: wat wel en wat niet bereikt kan worden.
- realiteitsprincipe

de drifttheorie
 Eros: de seksuele of levensdrift. Functioneert volgens het lustprincipe
 Thanatos: doodsdrift. agressieve, destructieve driften
Freud verbindt zijn drifttheorie aan energietheorie.
- Eros: libido
- Doodsdrift geen speciale therm.


2

, 2.2.2 De psychische structuur
1. Baby
Psychische structuur alleen: id  gericht op bevrediging van de behoeften die veroorzaakt
worden door dde driften en is georiënteerd op een staat van lust.
2. Gewenste verandering van de psychische structuur komt colgens freud tot stand doordat een
deel van het Id verandert in een structuur die:
- Functioneert in overeenstemming met de realiteit
- De spanning kan hanteren die ontstaat uit de botsing tussen de eisen van het Id en de
realiteit.
Een deel van het irrationele Id verandert in een rationele structuur. Het ego. Het ego staat
voor rede, gezond verstand.
Het realiteitsprincipe is het dominante principe geworden.
3. Superego
- Oedipale conflict
- Identificatie
- Vermaatschappelijking van kind
- Ik-ideaal
- Functioneert als moraal geweten

2.2.3 ontwikkelingsfasen (psychoseksuele stadia)
Freud hecht groot belang aan de kinderlijke ontwikkeling.
Gaat uit van het idee dat de psychische ontwikkeling van kinderen volgens een vaste volgorde
verloopt.
- Uitgangspunt: seksuele drift ontwikkelt zich volgens lichamelijke ontwikkelingen.
- Bij het niet harmonieus verlopen van de driftontwikkeling:
Fixatie: een kind blijft steken in een fase en weet het conflict onvoldoende op te lossen.
Regressie: een kind heeft al één of meerdere fasen goed doorlopen, maar kan door allerlei
oorzaken terugvallen in een eerdere fase.
 orale fase:
- erogene zone: mond
- conflict: rond afhankelijkheid
 anale fase:
- erogene zone: anus
- conflict: de autonomie en zelfcontrole
 fallische fase:
- erogene zone: geslachtsdeel
 oedipale fase:
- erogene zone:
- oedipale conflict: penisnijd, castratieangst
 latentiefase:
- is er een van emotionele rust en sublimatie van de seksuele interesse.
 Genitale fase:
- Ontwikkeling van intieme relaties met iemand van het andere geslacht

3.2 ontwikkelingen na Freud
2.3.1 de hechtingstheorie van Bowlby
Verschil tussen de hechtingstheorie en de klassieke psychoanalitische theorie
1. Bij de klassieke psychoanalyse wordt vooral ‘teruggeredeneerd’. Als uitgangspunt dient een
klacht bij een volwassene en dan wordt gekeken hoe deze klacht mogelijk samenhangt met
de jeugdherinnering. Dit is een hermeneutische methode.


3
€5,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
viss1305

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
viss1305 NHL Stenden Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
4
Lid sinds
7 jaar
Aantal volgers
4
Documenten
2
Laatst verkocht
1 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen