Joëlle Vos – 5H3
Natuurkunde – Weer en klimaat
BINAS:
Grootheid Symbool Eenheid Standaard Formules
Temperatuur T K K = oC + 273 Ps = F / A
Druk P N/m2 of Pa F = Fz Ps = (m x g) / A
Kracht F N Pl/g = Fz / A = (m x g) / A =
Oppervlak A m2 (ρ x V x g) / A = ρ x g x h
Zwaartekracht Fz N V = A x h => opp. cilinder
Massa m kg m= ρxV
Gravitatieversnelling g m/s2 Aarde: 9,81 Q = m x c x ΔT
Dichtheid ρ kg/m3 e = (Ppart / Pmax) x 100%
Volume V m3
Hoogte h m
Luchtdruk op aarde / P0 mbar of 1013 mbar 10m water = P0
Standaardluchtdruk hPa 1013 hPa 1x 103 kg/m3 = 1 g/cm3
1,013 x 105 Pa Laag drukgebied = 980 hPa
1,013 bar Hoog drukgebied = 1040 hPa
1,013 x 105 N/m2
Soortelijke warmte c J / kg x K
Temperatuurverschil ΔT K of oC K = oC + 273
Relatieve luchtvochtigheid e % of factor
Partiële dampdruk Ppart Pa
Partiële verzadigingsdruk Pmax Pa
Warmte Q J
Theorie:
Vacuüm = een ruimte zonder materie en zonder druk
Barometer = een instrument om de luchtdruk mee te meten
Manometer = een instrument om gasdruk mee te meten
Isobaren = lijnen op een weerkaart die punten van gelijke druk met elkaar verbind
Convectiecel = een lusvormige lucht stroming die boven de warmtebron heet is maar verderop
afgekoeld is en dus afgekoeld terug komt om weer opgewarmd te worden
Partiële druk = de druk van één gas
Natuurkunde – Weer en klimaat
BINAS:
Grootheid Symbool Eenheid Standaard Formules
Temperatuur T K K = oC + 273 Ps = F / A
Druk P N/m2 of Pa F = Fz Ps = (m x g) / A
Kracht F N Pl/g = Fz / A = (m x g) / A =
Oppervlak A m2 (ρ x V x g) / A = ρ x g x h
Zwaartekracht Fz N V = A x h => opp. cilinder
Massa m kg m= ρxV
Gravitatieversnelling g m/s2 Aarde: 9,81 Q = m x c x ΔT
Dichtheid ρ kg/m3 e = (Ppart / Pmax) x 100%
Volume V m3
Hoogte h m
Luchtdruk op aarde / P0 mbar of 1013 mbar 10m water = P0
Standaardluchtdruk hPa 1013 hPa 1x 103 kg/m3 = 1 g/cm3
1,013 x 105 Pa Laag drukgebied = 980 hPa
1,013 bar Hoog drukgebied = 1040 hPa
1,013 x 105 N/m2
Soortelijke warmte c J / kg x K
Temperatuurverschil ΔT K of oC K = oC + 273
Relatieve luchtvochtigheid e % of factor
Partiële dampdruk Ppart Pa
Partiële verzadigingsdruk Pmax Pa
Warmte Q J
Theorie:
Vacuüm = een ruimte zonder materie en zonder druk
Barometer = een instrument om de luchtdruk mee te meten
Manometer = een instrument om gasdruk mee te meten
Isobaren = lijnen op een weerkaart die punten van gelijke druk met elkaar verbind
Convectiecel = een lusvormige lucht stroming die boven de warmtebron heet is maar verderop
afgekoeld is en dus afgekoeld terug komt om weer opgewarmd te worden
Partiële druk = de druk van één gas
