Easley
Chapter 2:
- Als het geen simple graph is, kan een path ook twee keer over een node gaan.
- Kan ook in een rondje gaan, ‘cycle’
- Een graph is connected als je van elke node naar elke andere node kan.
- Een connected component is een onderdeel van een graph dat niet bestaat uit een groter
connected geheel
- Een grote connected component of graph, is meestal alleen. Behalve bijvoorbeeld met
Amerika en de rest van de wereld.
- Breadth-first search: Je vrienden zijn op afstand 1, hun vrienden op afstand 2, enz.. Niet
meetellend de mensen die je al hebt genoemd.
- Om een netwerk in kaart te brengen kan je collaboration graphs gebruiken, over mensen
die samengewerkt hebben op een bepaald gebied.
- Who-talks-to-Whom Graphs
- Information Linkage Graphs, waaronder ook citation analysis
- Technological networks, tussen computers
- Networks in the natural world, bijv. wie eet wie, verbindingen tussen neuronen
Chapter 3:
- Triadic closure: als twee mensen dezelfde persoon kennen, is er een grote kans dat zij ook
vrienden worden (niet per se bij mensen)
- Clustering coëfficiënt: kans dat twee willekeurige vrienden van iemand ook met elkaar
bevriend zijn. Berekening: aantal verbindingen gedeeld door totaal aantal mogelijke
verbindingen tussen vrienden.
- Bridges scheiden een graph in twee connected delen
- Local bridges scheiden niet, maar zorgen ervoor dat de afstand tussen de aanliggende
nodes groter wordt dan 2. Deze afstand heet ook wel de span.
- Strong triadic closure property: wordt aan voldaan wanneer voor de hele graph, als iemand
twee strong links heeft met twee personen, die twee personen ook met elkaar een link
hebben.
- Wanneer aan de strong triadic closure wordt voldaan, moet de local bridge een weak link
hebben, anders zou tussen een kant van de brug en een sterke link met de andere kant van
de brug ook een link moeten komen.
- Neighbor overlap is het aantal knopen dat aan A en B ligt, gedeeld door het aantal knopen
dat een A of B ligt.
- Neighbor overlap van 0 of dichtbij 0 betekent local bridge.
- Hoe zwakker de ties die je weghaalt, hoe sneller de giant component krimpt
- Embeddedness van een edge is hoeveel buren van de twee aanliggende knopen
gemeenschappelijk zijn
- Embeddedness geeft meer vertrouwen
- Een structural hole wordt gevuld door een knoop als deze veel local bridges heeft. Deze
knoop heeft als voordeel dat hij snel informatie ontvangt, wat deze tot nieuwe ideeën kan
brengen en ervoor zorgt dat de knoop aan ‘gate-keeping’ kan doen en informatiestromen kan
beïnvloeden.
, - Met sociaal kapitaal kan je je wensen begunstigen omdat je in een bepaald netwerk zit.
- Je kan op een divisive of agglomerative manier netwerken verdelen in groepen: door de
verbindende links te verbreken of hechte clusters bijeen te voegen.
- Betweenness is het aantal kortste paden dat langs een bepaalde edge gaat. Alle kortste
paden vanuit een punt tellen samen als een.
- Je kan steeds edges weghalen met de hoogste betweenness om een netwerk op te delen
- Betweenness kan je berekenen:
1) Breadth-first search, dus vanuit een punt bekijken en dan punten op afstand 1,2,3
enz.
2) Hiermee kan je bepalen hoeveel kortste paden er vanuit punt A naar de andere
paden gaan
3) Daarmee kan je de flow berekenen (?)
Chapter 5
- Vier soorten driehoeken:
1) Drie plusjes, stabiel
2) Een plusje, stabiel, gemeenschappelijke vijand
3) Twee plusjes, instabiel, vrienden van A zijn vijanden van elkaar
4) Nul plusjes, instabiel, allemaal vijanden, A en B misschien samenwerken
- Een graph is balanced als het voldoet aan de Structural Balance Property: alle combinaties
van drie knopen hebben een of drie plusjes
- Een (grote) complete graph is balanced wanneer iedereen met elkaar bevriend is, of er
twee groepen gemaakt kunnen worden waartussen vijandelijkheid is, maar in de groepen
zelf iedereen met elkaar bevriend is.
- Drie minnen balanceren niet altijd, dus een weakly balanced network bestaat uit
driehoeken die nooit één min hebben
- Dit geldt wanneer een netwerk ingedeeld kan worden in groepen, waarbij de knopen in de
groepen met elkaar bevriend zijn en tussen de groepen in vijanden zijn. Dit werkt omdat
wanneer in een driehoek twee plusjes zijn, alle drie de knopen in een groep moeten zitten
en de derde verbinding dus ook positief moet zijn.
- Je kan structural balance onderzoeken in een niet complete network, door te kijken of:
1) Je zo lijnen kan trekken dat elke driehoek aan de Structural Balance Property
voldoet, of:
2) Je het netwerk kan verdelen in twee groepen, waarin iedereen bevriend is en
waartussen een negatieve relatie is
Chapter 4
- Homophily, veel connecties tussen in bepaalde opzichten vergelijkbare knopen
- Als het gedeelte cross-gender lijnen veel kleiner is dan 2pq, dan is er sprake van homofilie
- Hierbij is p de kans op een gender en q die op het andere
- Hoger? Heterofilie
- Mensen kunnen naar elkaar toe trekken (selectie) of al bij elkaar zijn en naar elkaar vormen
(social influence)
- Affiliation networks bestaan uit mensen en foci (focal points of social interaction, bedrijf,
vereniging enz.).
- Bipartite graph: Je kan het netwerk opdelen in twee groepen, waarbij binnen elke groep
niemand is verbonden en slechts lijnen zijn tussen de twee groepen.
Chapter 2:
- Als het geen simple graph is, kan een path ook twee keer over een node gaan.
- Kan ook in een rondje gaan, ‘cycle’
- Een graph is connected als je van elke node naar elke andere node kan.
- Een connected component is een onderdeel van een graph dat niet bestaat uit een groter
connected geheel
- Een grote connected component of graph, is meestal alleen. Behalve bijvoorbeeld met
Amerika en de rest van de wereld.
- Breadth-first search: Je vrienden zijn op afstand 1, hun vrienden op afstand 2, enz.. Niet
meetellend de mensen die je al hebt genoemd.
- Om een netwerk in kaart te brengen kan je collaboration graphs gebruiken, over mensen
die samengewerkt hebben op een bepaald gebied.
- Who-talks-to-Whom Graphs
- Information Linkage Graphs, waaronder ook citation analysis
- Technological networks, tussen computers
- Networks in the natural world, bijv. wie eet wie, verbindingen tussen neuronen
Chapter 3:
- Triadic closure: als twee mensen dezelfde persoon kennen, is er een grote kans dat zij ook
vrienden worden (niet per se bij mensen)
- Clustering coëfficiënt: kans dat twee willekeurige vrienden van iemand ook met elkaar
bevriend zijn. Berekening: aantal verbindingen gedeeld door totaal aantal mogelijke
verbindingen tussen vrienden.
- Bridges scheiden een graph in twee connected delen
- Local bridges scheiden niet, maar zorgen ervoor dat de afstand tussen de aanliggende
nodes groter wordt dan 2. Deze afstand heet ook wel de span.
- Strong triadic closure property: wordt aan voldaan wanneer voor de hele graph, als iemand
twee strong links heeft met twee personen, die twee personen ook met elkaar een link
hebben.
- Wanneer aan de strong triadic closure wordt voldaan, moet de local bridge een weak link
hebben, anders zou tussen een kant van de brug en een sterke link met de andere kant van
de brug ook een link moeten komen.
- Neighbor overlap is het aantal knopen dat aan A en B ligt, gedeeld door het aantal knopen
dat een A of B ligt.
- Neighbor overlap van 0 of dichtbij 0 betekent local bridge.
- Hoe zwakker de ties die je weghaalt, hoe sneller de giant component krimpt
- Embeddedness van een edge is hoeveel buren van de twee aanliggende knopen
gemeenschappelijk zijn
- Embeddedness geeft meer vertrouwen
- Een structural hole wordt gevuld door een knoop als deze veel local bridges heeft. Deze
knoop heeft als voordeel dat hij snel informatie ontvangt, wat deze tot nieuwe ideeën kan
brengen en ervoor zorgt dat de knoop aan ‘gate-keeping’ kan doen en informatiestromen kan
beïnvloeden.
, - Met sociaal kapitaal kan je je wensen begunstigen omdat je in een bepaald netwerk zit.
- Je kan op een divisive of agglomerative manier netwerken verdelen in groepen: door de
verbindende links te verbreken of hechte clusters bijeen te voegen.
- Betweenness is het aantal kortste paden dat langs een bepaalde edge gaat. Alle kortste
paden vanuit een punt tellen samen als een.
- Je kan steeds edges weghalen met de hoogste betweenness om een netwerk op te delen
- Betweenness kan je berekenen:
1) Breadth-first search, dus vanuit een punt bekijken en dan punten op afstand 1,2,3
enz.
2) Hiermee kan je bepalen hoeveel kortste paden er vanuit punt A naar de andere
paden gaan
3) Daarmee kan je de flow berekenen (?)
Chapter 5
- Vier soorten driehoeken:
1) Drie plusjes, stabiel
2) Een plusje, stabiel, gemeenschappelijke vijand
3) Twee plusjes, instabiel, vrienden van A zijn vijanden van elkaar
4) Nul plusjes, instabiel, allemaal vijanden, A en B misschien samenwerken
- Een graph is balanced als het voldoet aan de Structural Balance Property: alle combinaties
van drie knopen hebben een of drie plusjes
- Een (grote) complete graph is balanced wanneer iedereen met elkaar bevriend is, of er
twee groepen gemaakt kunnen worden waartussen vijandelijkheid is, maar in de groepen
zelf iedereen met elkaar bevriend is.
- Drie minnen balanceren niet altijd, dus een weakly balanced network bestaat uit
driehoeken die nooit één min hebben
- Dit geldt wanneer een netwerk ingedeeld kan worden in groepen, waarbij de knopen in de
groepen met elkaar bevriend zijn en tussen de groepen in vijanden zijn. Dit werkt omdat
wanneer in een driehoek twee plusjes zijn, alle drie de knopen in een groep moeten zitten
en de derde verbinding dus ook positief moet zijn.
- Je kan structural balance onderzoeken in een niet complete network, door te kijken of:
1) Je zo lijnen kan trekken dat elke driehoek aan de Structural Balance Property
voldoet, of:
2) Je het netwerk kan verdelen in twee groepen, waarin iedereen bevriend is en
waartussen een negatieve relatie is
Chapter 4
- Homophily, veel connecties tussen in bepaalde opzichten vergelijkbare knopen
- Als het gedeelte cross-gender lijnen veel kleiner is dan 2pq, dan is er sprake van homofilie
- Hierbij is p de kans op een gender en q die op het andere
- Hoger? Heterofilie
- Mensen kunnen naar elkaar toe trekken (selectie) of al bij elkaar zijn en naar elkaar vormen
(social influence)
- Affiliation networks bestaan uit mensen en foci (focal points of social interaction, bedrijf,
vereniging enz.).
- Bipartite graph: Je kan het netwerk opdelen in twee groepen, waarbij binnen elke groep
niemand is verbonden en slechts lijnen zijn tussen de twee groepen.
