Samenvatting A&I-leerdoelen periode A
Week A1
Cijfers zijn niet standaard objectieve weergave van de werkelijkheid. Cijfers kunnen de
werkelijkheid beschrijven, maar kunnen ook gebruikt worden om te manipuleren.
De manier hoe informatie wordt gepresenteerd heeft invloed op hoe wij die informatie
beschouwen.
Wet van Goodhart = wanneer een bepaalde maatstaf een doelstelling wordt, dan is er een
potentie om daar te gaan manipuleren.
Argumentatieanalyse
Syllogismen = groepen, klassen, verzamelingen of eigenschappen die gekoppeld worden aan
bijzondere gevallen een syllogisme is een redenering die bestaat uit 3 proposities:
majorpremisse, minorpremisse en een conclusie.
Premisse = de veronderstelling dat iets waar is.
Voorbeeld
- Alle mensen zijn sterfelijk (majorpremisse)
- Socrates is een mens (minorpremisse)
- Socrates is sterfelijk (conclusie)
Alleen als de conclusie automatisch uit de premissen volgt is de redenering logisch geldig.
Venndiagram
Venndiagram = worden overlappende cirkels of andere vormen gebruikt om de logische
relaties tussen twee of meer verzamelingen te illustreren.
Geldig of ongeldig?
- Alle Nederlandse steden hebben een marktplein (majorpremisse)
- Sommige steden zonder marktplein hebben een winkelcentrum (minorpremisse)
- Geen enkele Nederlandse stad heeft een winkelcentrum (conclusie)
,Op basis van deze 2 premissen is de conclusie niet geldig.
Premisse 1 (majorpremisse)
Steden met
marktplein
Nederland
steden
Premisse 2 (minorpremisse)
Steden
zonder
marktplein
Premisse 1 + premisse 2 (conclusie)
Steden met
marktplein
Steden zonder
Nederland marktplein
steden
Steden met winkelcentrum
Geldige en ongeldige conclusies
Conditionele redeneringen 4 basisvormen
, Vorm 1
- Als P, dan Q
- P
- Dus Q
- = geldig
Als het regent, dan wordt de straat nat.
P = het regent
Q = de straat wordt nat
Geldig
Vorm 2
- Als P, dan Q
- Q
- Dus P
- = niet geldig
Vorm 3
- Als P, dan Q
- Niet P
- Dus niet Q
- = niet geldig
Vorm 4
- Als P, dan Q
- Niet Q
- Dus niet P
- = geldig
Voldoende en noodzakelijke voorwaarden
Er zijn twee soorten voorwaarden: voldoende en noodzakelijke voorwaarden
- Als A dan B Als het regen wordt de straat nat voorwaarde = voldoende
Als niet- A, dan niet-B
- Als je niet getrouwd bent, dan heb je niet de huwelijkse staat voorwaarde =
noodzakelijk.
Week A1
Cijfers zijn niet standaard objectieve weergave van de werkelijkheid. Cijfers kunnen de
werkelijkheid beschrijven, maar kunnen ook gebruikt worden om te manipuleren.
De manier hoe informatie wordt gepresenteerd heeft invloed op hoe wij die informatie
beschouwen.
Wet van Goodhart = wanneer een bepaalde maatstaf een doelstelling wordt, dan is er een
potentie om daar te gaan manipuleren.
Argumentatieanalyse
Syllogismen = groepen, klassen, verzamelingen of eigenschappen die gekoppeld worden aan
bijzondere gevallen een syllogisme is een redenering die bestaat uit 3 proposities:
majorpremisse, minorpremisse en een conclusie.
Premisse = de veronderstelling dat iets waar is.
Voorbeeld
- Alle mensen zijn sterfelijk (majorpremisse)
- Socrates is een mens (minorpremisse)
- Socrates is sterfelijk (conclusie)
Alleen als de conclusie automatisch uit de premissen volgt is de redenering logisch geldig.
Venndiagram
Venndiagram = worden overlappende cirkels of andere vormen gebruikt om de logische
relaties tussen twee of meer verzamelingen te illustreren.
Geldig of ongeldig?
- Alle Nederlandse steden hebben een marktplein (majorpremisse)
- Sommige steden zonder marktplein hebben een winkelcentrum (minorpremisse)
- Geen enkele Nederlandse stad heeft een winkelcentrum (conclusie)
,Op basis van deze 2 premissen is de conclusie niet geldig.
Premisse 1 (majorpremisse)
Steden met
marktplein
Nederland
steden
Premisse 2 (minorpremisse)
Steden
zonder
marktplein
Premisse 1 + premisse 2 (conclusie)
Steden met
marktplein
Steden zonder
Nederland marktplein
steden
Steden met winkelcentrum
Geldige en ongeldige conclusies
Conditionele redeneringen 4 basisvormen
, Vorm 1
- Als P, dan Q
- P
- Dus Q
- = geldig
Als het regent, dan wordt de straat nat.
P = het regent
Q = de straat wordt nat
Geldig
Vorm 2
- Als P, dan Q
- Q
- Dus P
- = niet geldig
Vorm 3
- Als P, dan Q
- Niet P
- Dus niet Q
- = niet geldig
Vorm 4
- Als P, dan Q
- Niet Q
- Dus niet P
- = geldig
Voldoende en noodzakelijke voorwaarden
Er zijn twee soorten voorwaarden: voldoende en noodzakelijke voorwaarden
- Als A dan B Als het regen wordt de straat nat voorwaarde = voldoende
Als niet- A, dan niet-B
- Als je niet getrouwd bent, dan heb je niet de huwelijkse staat voorwaarde =
noodzakelijk.