energieke organische stoffen
Een chemische reactie zorgt ervoor dat stoffen reageren met elkaar, waardoor andere stoffen
ontstaan dit maakt levende organismen mogelijk. alle chemische omzettingen in een
organisme is een metabolisme oftewel stofwisseling.
Organisme bestaan uit 2 stoffen:
anorganische stoffen, stoffen die niet door organismen zijn gevormd bestaan uit kleine
eenvoudige moleculen en bevatten weinig chemische energie.
organische stoffen, stoffen die door organismen zijn gevormd de moleculen van deze
stoffen bevatten koolstof (C) atomen, maar ook O en H. Om de C en H binding te krijgen
is er energie nodig. Bij het verbreken van deze binding komt er weer energie vrij. De
energie tussen deze atomen wordt chemische energie genoemd.
Glucose (C6H12O6) is een brandstof en bouwstof voor de stofwisseling. Wanneer 2 atomen
aan elkaar zijn verbonden spreken we van een dubbele binding.
Assimilatie en dissimilatie
er zijn 2 soorten stofwisselingsprocessen:
assimilatie: maakt met kleine moleculen grotere moleculen, vereist energie.
dissimilatie: breekt de grote moleculen af in kleine moleculen, zo komt er energie vrij.
Uit koolstofdioxide en water komt glucose, dit noem je koolstofassimilatie. Alleen autotrofe
organismen zijn in staat tot deze soort assimilatie.
Stofwisseling in de cel 1
, Bij fotosynthese 6 CO2 + 6 H2O = C6H12O6 + 6O2 ontstaat de energie uit licht voor de
vorming van glucose. Glucose is weer een grondstof voor andere stoffen, zoals koolhydraten,
vetten en eiwitten. Dit heet voortgezette assimilatie. Er ontstaan dan grote organische
moleculen met energierijke bindingen. Door dissimilatie komt de energie beschikbaar voor
celprocessen zoals, assimilatie. Alles vind plaats in auto/heterotrofe organismen.
heterotroof: halen energie uit organische stoffen.
autotroof: halen energie uit anorganische stoffen en zonlicht.
energietransport
ATP is een fosfaatgroep die chemische energie kan verplaatsen in een cel waar energie nodig
is. ATP bevat 3 fosfaatgroepen als de derde afsplitst ontstaat er ADP de energie die hierbij
vrijkomt wordt overgedragen aan stofwisselingsreacties en processen in de cel. Door de
bindingen aan het ADP ontstaat energierijk ATP, die wordt gevormd in bladgroenkorrels
tijdens de fotosynthese en in de mithochondiën bij de verbranding. Hierbij wordt de licht of
chemische energie omgezet in chemische energie van ATP.
bouw en werking van enzymen
Stofwisseling in de cel 2