Weven
De binding van een weefsel is de manier waarop de kettingdraden en de
inslagdraden elkaar kruisen.
Ketting en inslag
Ketting is het garen dat in de lengte of in de richting van de machine
loopt.
Inslag is het garen dat loodrecht op het kettinggaren loopt in horizontale
richting en dat met kettinggaren wordt verweven.
Bindingsleer/-rapport
Er zijn 3 hoofdbindingen:
1. Platbinding. Plat & afgeleiden; rib (ketting, inslag, (on)regelmatig),
panama (2bij2, 4bij4) (regelmatig en onregelmatig), ajour. Bij
platbindingen en afgeleiden worden altijd 2 kammen gebruikt.
2. Keperbinding. Keper & afgeleiden; kettingkeper, inslagkeper,
dubbelkeper, versterkte keper, visgraat, spitskeper. Stug, maar heel
sterk. Wordt bijvoorbeeld gebruikt bij spijkerstof.
3. Satijnbinding. Satijn & afgeleiden; ketting satijn (Satin), inslag satijn
(Sateen), versterkte satijn, onregelmatige satijn. Soepel vallend
(drapering), zacht.
Primaire bewegingen
Vijf primaire bewegingen die nodig zijn voor het weven van een stof:
1. Sprong
2. Invoegen van inslag
3. Aanslaan
4. Afwikkelen
5. Opwikkelen stofboom
Onderdelen van het weefgetouw
- Kettingboom
- Strijkboom/sleep
- Kruisroeden (schrank)
- Kettingdraarwachter
- Kammen met hevels
- Riet ven inslagwachter
- Lade met ladebeen
- Schietspoel
- Broedhouders
- Borstboom
- Zandboom
- Doelboom
De binding van een weefsel is de manier waarop de kettingdraden en de
inslagdraden elkaar kruisen.
Ketting en inslag
Ketting is het garen dat in de lengte of in de richting van de machine
loopt.
Inslag is het garen dat loodrecht op het kettinggaren loopt in horizontale
richting en dat met kettinggaren wordt verweven.
Bindingsleer/-rapport
Er zijn 3 hoofdbindingen:
1. Platbinding. Plat & afgeleiden; rib (ketting, inslag, (on)regelmatig),
panama (2bij2, 4bij4) (regelmatig en onregelmatig), ajour. Bij
platbindingen en afgeleiden worden altijd 2 kammen gebruikt.
2. Keperbinding. Keper & afgeleiden; kettingkeper, inslagkeper,
dubbelkeper, versterkte keper, visgraat, spitskeper. Stug, maar heel
sterk. Wordt bijvoorbeeld gebruikt bij spijkerstof.
3. Satijnbinding. Satijn & afgeleiden; ketting satijn (Satin), inslag satijn
(Sateen), versterkte satijn, onregelmatige satijn. Soepel vallend
(drapering), zacht.
Primaire bewegingen
Vijf primaire bewegingen die nodig zijn voor het weven van een stof:
1. Sprong
2. Invoegen van inslag
3. Aanslaan
4. Afwikkelen
5. Opwikkelen stofboom
Onderdelen van het weefgetouw
- Kettingboom
- Strijkboom/sleep
- Kruisroeden (schrank)
- Kettingdraarwachter
- Kammen met hevels
- Riet ven inslagwachter
- Lade met ladebeen
- Schietspoel
- Broedhouders
- Borstboom
- Zandboom
- Doelboom