100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting ontwikkelings- en onderwijspsychologie (cijfer : 8.0)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
32
Geüpload op
05-11-2023
Geschreven in
2020/2021

Samenvatting van het vak ontwikkelings- en onderwijspsychologie. Met deze samenvatting heb ik eenvoudig een 8.0 voor het tentamen gehaald.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Documentinformatie

Geüpload op
5 november 2023
Aantal pagina's
32
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting ontwikkelings- en onderwijspsychologie

College 1: prenatale ontwikkeling en attachment
Hoofdstuk 2 pp. 40-63
Hoofdstuk 11 p. 389-401

PRENATALE ONTWIKKELING: ZYGOTE  EMBRYO  FOETUS
Bevruchting = samensmelting van de gameten, gameten = geslachtscellen (bevatten 23 chromos.)
Je noemt het klompje cellen een zygote als 1 eicel samensmelt met 1 spermacel. Vervolgens gaat
zygote celdelen = mitose ( ≠ meiose ; gebeurt bij eicellen en spermacellen)

Vier belangrijke ontwikkelingsprocessen bij prenatale ontwikkeling;
 Celdeling = deling/vermeerdering van de cellen, vindt binnen de eerste 12 uur na de bevruchting
plaats
 Celmigratie = cellen verplaatsen zich binnen de zygote/het embryo/de foetus. Hierdoor ontstaan
de menselijke vormen.
 Apoptose = celdood = onnodige cellen sterven af (hierdoor ontstaan vingers en tenen en
hierdoor worden hersenen kleiner naarmate men ouder wordt)
 Celdifferentiatie = cellen krijgen een specifieke bestemming en functie, bijv. hartcel, huidcel,
levercel etc. ( ≠ celdeling)
 Stamcellen = cellen die nog iedere vorm en functie kan aannemen (het kan dus nog alles
“worden”)
 Vindt pas plaats in embryo fase

Zygote (eerste 0-2 weken)
 Na bevruchting in eileider verplaatst zygote naar de baarmoederwand,
 In dit stadium overleeft 50% van de zygotes het niet, door genetische defecten. Ligt niet
aan omgevingsfactoren zoals alcohol, dit is namelijk pas bij embryo
 hormoon HCG wordt aangemaakt
 HCG wordt gedetecteerd bij zwangerschapstesten
 Ongeveer twee keer per dag verdubbelt de zygote zich  wordt als het ware een holle bol met
een innerlijke celmassa (innerlijke celmassa wordt later ruggengraat)
 Ongeveer tot 8 cellig in eileider
 Ongeveer vanaf 16 cellig in baarmoeder
 Tweelingen en meerlingen
 Eeneiige tweeling ontstaat wanneer celmassa zich splitst  genetisch identiek
 Twee-eiige tweeling ontstaat tijdens de conceptie bij aanwezigheid van twee eicellen
 Meerling ontstaat bij bevruchting van 2 of meer eicellen
 Oudere vrouwen meer kans op tweelingen (vooral twee-eiige)  “uitverkoop” eicellen

Embryo (3-8 weken)
 Fase waarin eerste celdifferentiatie plaatsvindt
 Fase waarin orgaansystemen ontwikkelen, hierdoor is embryo in dit stadium het meest kwetsbaar
voor omgevingsinvloeden
 Teratogenen = stoffen die potentieel gevaarlijk zijn voor het embryo en foetus als de
moeder met deze stoffen in aanraking komt (zie pagina 2 voor verdere uitleg)
 15 – 20 % van de embryo’s overleeft het in dit stadium niet
 Vorming neurale buis  wordt later hersenen en ruggenmerg


1

,  Ontwikkeling support system = placenta met navelstreng en vruchtwaterzak (manier waarop
embryo aan voedingsstoffen en zuurstof komt)
 Prenatale activiteit embryo;
 Week 5 - 6: embryo begint met bewegen
 Week 7: embryo krijgt de hik = prenatale versie van opboeren van melk

Foetus (9 weken – geboorte)
 Verdere ontwikkeling van de organen en orgaansystemen
 Cephalocaudale ontwikkeling = ontwikkeling van kop (=cephalo) tot staart (=caudaal) =
hoofd ontwikkelt zich eerst, vervolgens ontwikkelt de onderkant van het lichaam zich 
hierdoor embryo’s, foetussen en baby’s een enorm groot hoofd in vergelijking met de rest van
het lichaam.
 90 % van de foetussen die dit stadium hebben behaald, wordt gezond geboren
 Prenatale activiteit foetus;
 Week 10:
 foetus gaat “ademen”: vruchtwater vloeit longen in en uit
 foetus ontwikkelt slaappatroon: 1/3 van de dag wakker
 week 12: alle bewegingen van een pasgeboren baby zijn ontwikkeld
 slikken
 grijpen
 duimzuigen
 week 16-20: oren ontwikkelen zich  foetus reageert op prikkels van buitenaf (bijv.
harde muziek)

Prenatale sensorische ervaringen
 Weinig visuele prikkels
 Veel tactiele stimulatie (=voelen/tastzintuig) door eigen bewegingen
 Foetus proeft: vruchtwater neemt smaak en geur aan van wat moeder heeft gegeten, als
moeder zoet heeft gegeten dan slikt foetus meer vruchtwater in  foetus voorkeur voor zoete
smaken
 Foetus reageert op in- en uitwendige geluiden (vanaf week 16)
Prenataal leergedrag
 Vanaf derde trimester = 28-40 weken
 Fylogenetische continuïteit = gelijkheid van functie in dieren en mensen,
bij dierenonderzoek is aangetoond dat pasgeboren dieren een voorkeur hebben voor vruchtwater van
eigen moeder vergeleken met vruchtwater van een andere moeder
 Onderzoeken bij pasgeborene baby’s en dieren suggereren dat




Teratogenen = stoffen die potentieel gevaarlijk/schadelijk zijn voor het embryo en foetus als de
moeder met deze stoffen in aanraking komt

2

,  mate van schade hangt af van ernst, duur (dosis-respons relatie) en timing (sensitieve
perioden) van de blootstelling
 Eerste twee weken is zygoot onaantastbaar
 Zie afbeelding hieronder voor invloeden van teratogenen in verschillende weken




Nuttige stoffen voor moeder tijdens zwangerschap
 Foliumzuur = vitamine B: verkleint kans op krijgen van een kind met open rug
 Calcium : voorkomt hoge bloeddruk  voorkomt zwangerschapsvergiftiging

Andere factoren die invloed hebben op prenatale ontwikkeling
 Leeftijd
 Infecties;
 rode hond
 herpes (cytomegalievirus), griep (influenza)
 Zika-virus (kan leiden tot “klein-hoofd” aandoening, hierdoor hersenen te weinig ruimte
 …)
 Geestelijke gezondheid;
 stress  hormonen komen vrij  foetus actiever (verdere gevolgen nog onbekend)
 depressie  verhoogde kans op postpartum depressie  gevolgen voor hechtingsstijl




Attachment (= hechting) = hechte, voortdurende emotionele band tussen kind en ouders/verzorgers




3

, Vóór 1940: Conclusie: ‘’emotionele zorg niet noodzakelijk voor gezonde ontwikkeling, maar vooral
fysieke behoeften, zoals luiers verschonen en eten & drinken’’
1940-1945: veel observaties bij weeskinderen tijdens WO- II door Spitz en Bowlby
Na 1945: Conclusie: ‘’emotionele band al op zeer jonge leeftijd belangrijk’’
Experimenten van Harlow (1958): Experiment met resusaapjes: Hij sloot een aapje op in een kooi met
twee metalen nagemaakte moeder-apen. De ene omwikkeld met stof maar zonder melk, de tweede
zonder stof maar met melk. Hij dacht dat voedsel de belangrijkste factor was voor hechting. Het aapje
koos echter de met stof omwikkelde dummy. Dit betekende dat aanraking een belangrijkere factor is
voor hechting.

Attachmenttheorie van Bowlby (1953) = theorie gebaseerd op het werk van Bowlby, waarin wordt
gesteld dat kinderen biologisch vatbaar zijn om gehechtheid aan zorgverleners te ontwikkelen als een
middel om hun eigen overlevingskansen te vergroten. Deze theorie stelt bovendien dat;
 baby’s hun hechtingspersoon/hechtingsplaats etc. gebruiken als veilige basis (= secure base)
om te kunnen exploreren en de omgeving te kunnen ontdekken
 co-regulatie = gebruiken van hechtingspersoon om emoties te reguleren

Attachmentstadia van Bowlby
1. pre-attachment (0-6 weken) = nog geen sprake van hechting, maar baby communiceert met
aangeboren signalen (huilen) naar willekeurig persoon
2. attachment-in-the-making (6 weken – 6/8 maanden) = voorkeur voor bekenden is aanwezig,
vertrouwensband wordt opgebouwd. Slim om kind op deze leeftijd naar opvang te brengen,
want heerst nog geen verlatingsangst
3. clear-cut attachment (8-18 maanden) = kind maakt actief contact met hechtingspersoon, en
vertoont verlatingsangst t.o.v. hechting persoon
4. wederzijdse relaties (18-24 maanden) = verlatingsangst neemt af (bijv. kinderen vinden het
minder erg als moeder vertrekt, ze denken waarschijnlijk: ‘’ze komt zo weer terug’’.
Bovendien begrip voor anderen

 Internal working model of attachment = hechting van je ouders is bepalend voor je hechting
met anderen. kind internaliseert hoe hechting met andere mensen werkt op basis van zijn/haar
hechting met ouders
 Mary Ainsworth (collega van Bowlby) heeft onderzoek gedaan naar kwaliteit van attachment.
Kwaliteit van attachment kan worden bepaald a.d.h.v.;
 Mate waarin het kind de ouder als “secure base” ziet en gebruikt
 Reactie op verlating en terugkomst van de ouder
 Strange situatie test = vreemde situatie = meting gedrag van kind in vreemde situatie, bij
verlating van de ouder en bij terugkomst van de ouder
 Attachment categorieën
 Veilige hechting (=secure attachment)
 Onveilige hechting (= insecure attachment)
A. Onveilig/reistent of ambivalent (= insecure/resistant or ambivalent)
B. Onveilig/vermijdend (= insecure/avoidant)
C. Ongeorganiseerd/gedesoriënteerd (= disorganized/disoriented)
 Attachment parenting = opvoedingsfilosofie die methoden voorstelt die de hechting van
ouder en kind bevorderen, niet alleen door maximale empathie en responsiviteit van de
ouders, maar ook door voortdurende lichamelijke nabijheid en aanraking


4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
michellevanzwieten Universiteit Leiden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
11
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
7
Documenten
19
Laatst verkocht
2 weken geleden

4,5

2 beoordelingen

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen