, Les 1
Inleiding
Leerdoele
n:- Kan psychologische wetenschappelijke informatie van common
sense onderscheiden
- Uitleggen hoe de interactie tussen erfelijkheid omgeving in elkaar
zit en hoe het van invloed is op het ontstaan van menselijk gedrag;
bps model
- Uitleggen hoe onze hersenen functioneren en ontwikelen
- Uitleggen hoe een sociaal werker de ontwikkeling van de eigen
hersenen en die van andere (cliënten) kan stimuleren.
BPS model; het biologische, psychische en sociale stuk.
Dit is om menselijk gedrag te verklaren, gedrag komt uit deze drie
verschillende bronnen.
Gen-omgevingsverbanden, dit zijn redenen hoe je genen en gedrag
samen gaan.
Passief verband; je hoeft er niet zoveel voor te doen, het is er al. (De
genen zijn er al, dus zal je dit in je hebben)
Evocatief verband; lokken specifieke reacties uit, dus het karakter roept
een reactie op (bijv. ongehoorzame kind word veel gestraft, vrolijke kind
lokt enthousiaste reacties uit)
Actief verband; iemand kiest zelf de omgeving uit die bij hem/haar past.
(Evt. word de aanwezige aanleg vergroot)
Gen omgevingsinteractie
Effect van genen verandert in een bepaalde omgeving, genen kunnen
aan-of uitgezet worden door omgevingsinvloeden.
De ontwikkeling van de hersenen heeft veel invloeden van;
- Erfelijkheid
- Omgeving
- Oefeneing
Neurogenese; de ‘geboorte’ van circa 90 miljard neuronen tijdens de
zwangerschap. Dus de aanmaak van al je neuronen in je lichaam
Synotogenese; De ‘geboorte’ van de verbindingen tussen de neuronen in.
De aanmaak van al die verbindingen, hierdoor kunnen de neuronen met
elkaar communiceren (synapsen)
Pruning; het verdwijnen van aantallen verbindingen tussen neuronen op
grond van ervaringen en oefeningen.
Plasticiteit; het vermogen van ons brein om heel flexibel te zijn, je kan
heel gemakkelijk reorganisaties aan.
Sensitieve perioden zijn perioden waarin het lichaam gevoeliger lijkt voor
bepaalde prikkels.
Inleiding
Leerdoele
n:- Kan psychologische wetenschappelijke informatie van common
sense onderscheiden
- Uitleggen hoe de interactie tussen erfelijkheid omgeving in elkaar
zit en hoe het van invloed is op het ontstaan van menselijk gedrag;
bps model
- Uitleggen hoe onze hersenen functioneren en ontwikelen
- Uitleggen hoe een sociaal werker de ontwikkeling van de eigen
hersenen en die van andere (cliënten) kan stimuleren.
BPS model; het biologische, psychische en sociale stuk.
Dit is om menselijk gedrag te verklaren, gedrag komt uit deze drie
verschillende bronnen.
Gen-omgevingsverbanden, dit zijn redenen hoe je genen en gedrag
samen gaan.
Passief verband; je hoeft er niet zoveel voor te doen, het is er al. (De
genen zijn er al, dus zal je dit in je hebben)
Evocatief verband; lokken specifieke reacties uit, dus het karakter roept
een reactie op (bijv. ongehoorzame kind word veel gestraft, vrolijke kind
lokt enthousiaste reacties uit)
Actief verband; iemand kiest zelf de omgeving uit die bij hem/haar past.
(Evt. word de aanwezige aanleg vergroot)
Gen omgevingsinteractie
Effect van genen verandert in een bepaalde omgeving, genen kunnen
aan-of uitgezet worden door omgevingsinvloeden.
De ontwikkeling van de hersenen heeft veel invloeden van;
- Erfelijkheid
- Omgeving
- Oefeneing
Neurogenese; de ‘geboorte’ van circa 90 miljard neuronen tijdens de
zwangerschap. Dus de aanmaak van al je neuronen in je lichaam
Synotogenese; De ‘geboorte’ van de verbindingen tussen de neuronen in.
De aanmaak van al die verbindingen, hierdoor kunnen de neuronen met
elkaar communiceren (synapsen)
Pruning; het verdwijnen van aantallen verbindingen tussen neuronen op
grond van ervaringen en oefeningen.
Plasticiteit; het vermogen van ons brein om heel flexibel te zijn, je kan
heel gemakkelijk reorganisaties aan.
Sensitieve perioden zijn perioden waarin het lichaam gevoeliger lijkt voor
bepaalde prikkels.