Big History 4 VWO
Inleiding
David Christian (historicus drinkgedrag van Russen): Grondlegger van Big
History 8 drempels.
8 Drempels met toenemende complexiteit
(Ingrediënten+ goldilocks- voorwaarden= nieuwe complexiteit)
1. De Big Bang (oerknal: uitdijen van het universum) (13,8 miljard jaar
geleden)
2. De sterren lichten op
3. Nieuwe chemische elementen
4. Vorming van de aarde en zonnestelsel
5. Ontstaan van leven
6. Komst van menselijke soorten (collectief leren)
7. Uitvinding van de landbouw (voedsel)
8. Moderne revolutie ( machines etc)
Neil de Grasse Tyson: Astrofysicus, serie Cosmos,
Citaat: We are all connected to each other biologically, to the earth chemically
and to the rest of the universe atomically.
Claimtester: * Empirische kennis (evidence) : Bewezen
Logische kennis : Berekeningen
Autoriteit: Uitspraken deskundigen
Intuïtie: Luisteren naar je gevoel
Hoe komt het dat het één complexer is dan het ander:
1. Verschillende ingrediënten: Complexere dingen bestaan uit meerdere
deeltjes
2. Precieze opeenvolging: Complexe deeltjes zijn georganiseerd tot één.
3. Emergente eigenschappen: Ingrediënten in bepaalde volgorde zetten.
Goldilocks conditions: juiste omgeving, juiste ingrediënten, juiste
energiestromen.
Entropie: Wanorde in een systeem
, Hoofdstuk 1 Drempel 1 De Big Bang
1.1 Tijd om over na te denken
Oude Grieken:
500 voor Christus: Thales eerste Griekse natuurfilosoof.
Theorie
384-322 voor Christus: Aristoteles Maakte gebruik van
deductie (alle mensen sterven) Geocentrisch model van
ons universum.
16e eeuw: Anders werd er gekeken door Copernicus,
Galilei, Newton: Inductie werd belangrijker (water kookt
bij 100 graden)
Hete oerknal. In 1948 werd de hete oerknaltheorie door George Gamow samen
met Ralph Alpher geformuleerd. De theorie beschrijft hoe het heelal is ontstaan
uit een immens heet en extreem klein puntvormig begin (singulariteit). Heelal
zet na de oerknal steeds verder uit.
Hoe verder we kijken hoe verder we in het verleden kijken.
Na de oerknal ontstonden er 4 kernkrachten:
* Sterke kernkracht: -Quarks bijelkaar blijven
-Protonen en neutronen in de
atomen bijelkaar blijven.
* Elektromagnetische kracht: Kracht hoort bij lading +-
* Zwakke kernkrachten: -Werkt alleen binnen
atoomkrachten.
- Quarks kunnen massa, energie en
lading uitwisselen.
* Zwaartekracht: Zwakste kracht van de vier.
Brian Cox: Hoe verder een object van ons afstaat, hoe verder wij terug kijken in
de tijd. (Entropie: zandkasteel)
Albert Einstein: Niets kan sneller reizen dan licht. Zonlicht naar aarde in 8 min
en 19 sec.
Twin Paradox: Wanneer iemand zich snel in het heelal verplaatst wordt de tijd
vertraagd. Tijd legt meer afstand af.
Inleiding
David Christian (historicus drinkgedrag van Russen): Grondlegger van Big
History 8 drempels.
8 Drempels met toenemende complexiteit
(Ingrediënten+ goldilocks- voorwaarden= nieuwe complexiteit)
1. De Big Bang (oerknal: uitdijen van het universum) (13,8 miljard jaar
geleden)
2. De sterren lichten op
3. Nieuwe chemische elementen
4. Vorming van de aarde en zonnestelsel
5. Ontstaan van leven
6. Komst van menselijke soorten (collectief leren)
7. Uitvinding van de landbouw (voedsel)
8. Moderne revolutie ( machines etc)
Neil de Grasse Tyson: Astrofysicus, serie Cosmos,
Citaat: We are all connected to each other biologically, to the earth chemically
and to the rest of the universe atomically.
Claimtester: * Empirische kennis (evidence) : Bewezen
Logische kennis : Berekeningen
Autoriteit: Uitspraken deskundigen
Intuïtie: Luisteren naar je gevoel
Hoe komt het dat het één complexer is dan het ander:
1. Verschillende ingrediënten: Complexere dingen bestaan uit meerdere
deeltjes
2. Precieze opeenvolging: Complexe deeltjes zijn georganiseerd tot één.
3. Emergente eigenschappen: Ingrediënten in bepaalde volgorde zetten.
Goldilocks conditions: juiste omgeving, juiste ingrediënten, juiste
energiestromen.
Entropie: Wanorde in een systeem
, Hoofdstuk 1 Drempel 1 De Big Bang
1.1 Tijd om over na te denken
Oude Grieken:
500 voor Christus: Thales eerste Griekse natuurfilosoof.
Theorie
384-322 voor Christus: Aristoteles Maakte gebruik van
deductie (alle mensen sterven) Geocentrisch model van
ons universum.
16e eeuw: Anders werd er gekeken door Copernicus,
Galilei, Newton: Inductie werd belangrijker (water kookt
bij 100 graden)
Hete oerknal. In 1948 werd de hete oerknaltheorie door George Gamow samen
met Ralph Alpher geformuleerd. De theorie beschrijft hoe het heelal is ontstaan
uit een immens heet en extreem klein puntvormig begin (singulariteit). Heelal
zet na de oerknal steeds verder uit.
Hoe verder we kijken hoe verder we in het verleden kijken.
Na de oerknal ontstonden er 4 kernkrachten:
* Sterke kernkracht: -Quarks bijelkaar blijven
-Protonen en neutronen in de
atomen bijelkaar blijven.
* Elektromagnetische kracht: Kracht hoort bij lading +-
* Zwakke kernkrachten: -Werkt alleen binnen
atoomkrachten.
- Quarks kunnen massa, energie en
lading uitwisselen.
* Zwaartekracht: Zwakste kracht van de vier.
Brian Cox: Hoe verder een object van ons afstaat, hoe verder wij terug kijken in
de tijd. (Entropie: zandkasteel)
Albert Einstein: Niets kan sneller reizen dan licht. Zonlicht naar aarde in 8 min
en 19 sec.
Twin Paradox: Wanneer iemand zich snel in het heelal verplaatst wordt de tijd
vertraagd. Tijd legt meer afstand af.
