Samenvatting boek; Werken aan wonen
V&M, Hanze Hogeschool te Groningen – Teckla de Boer 25 November y
SAMENVATTING WONEN; WERKEN AAN WONEN 1
, Hoofdstuk 1; Inleiding & leeswijzer
1.1 Een fascinerend werkterrein
Huis
Veilig
Warm
Droog
Schoon
Betaalbaar
Woonomgeving
Veilig
Heel
Schoon
Goede voorzieningen op loopafstand
1.2 Welke vragen komen aan de orde?
- 16,5 miljoen Nederlanders.
- 7 miljoen woningen.
Verzelfstandiging van woningcorporaties; Sinds 1995 regelen woningcorporaties hun
financiering zelf ipv de overheid.
1.3 Grote veranderingen
Gevolgen van de crisis
- Hypotheek eisen zijn verzwaard.
- Grondprijzen zijn verlaagd.
- Huurprijzen zijn om hoog gegaan.
- Corporaties moeten aan de overheid betalen.
1.4 Mooie taak
Ontheemd: weggehaald uit een vertrouwde omgeving.
SAMENVATTING WONEN; WERKEN AAN WONEN 2
, Hoofdstuk 2; Geschiedenis volkshuisvesting in
Nederland
2.1 Inleiding
- Er was jarenlang een sterk onderscheid tussen kopers en huurders, wie een laag inkomen
had moest huren en wie veel verdiende kocht een woning.
2.2 Volkshuisvesting in de periode van industrialisatie
(18501945)
2.2.1 Particuliere verhuurders en woningbouwverenigingen
- Voor de Tweede Wereldoorlog was huisvesting vooral een zaak van particulieren.
o Aantrekkelijk want:
Huur komt geregeld binnen.
In de waarde van het vastgoed zit vaak een stijgende lijn.
- Huurwoningen vormen een zekere belegging voor institutionele bellegers zoals:
o Pensioenfondsen
o Beleggingsmaatschappijen
o Verzekeringsmaatschappijen
1974
- 60% van de woningen particulier verhuurd.
- 28% van de woningen was eigenwoningbezit.
- 12% van de woningen was in handen van woningbouwverenigingen (latere
woningcorporaties).
Na 1947
- Het aandeel van de particuliere huur nam vors af van 60% naar 9% in 2012.
- Het aandeel woningen van de woningbouwcorporaties nam flink toe van 12% in 1947 naar
31% in 2012.
- Het aandeel eigen woningbezit nam toe van 28% in 1947 tot 60% in 2012.
- In de tweede helft van de 19e eeuw kwam de industrialisatie in de steden op gang.
- Tegelijkertijd ging de werkgeleenheid in de landbouw achteruit.
- Arbeiders trokken naar de steden.
- Weinig woningen in de steden beschikbaar.
SAMENVATTING WONEN; WERKEN AAN WONEN 3
, o De overheid wou zich niet bemoeien met het particuliere eigendom en wou geen
eisen stellen op bouwgebied.
o slechte woongelegenheid voor arbeiders.
- Woningeigenaren splitsen hun woningen om nog meer huur te kunnen innen.
- Revolutiebouw; van slechte materialen werden hele woonwijken de grond uitgestampt.
- De goede burgerij en fabrikanten maakten zich zorgen om de gezondheid en
leefomstandigheden van de arbeiders, als de arbeiders immers beter woonden konden ze
betere werkprestaties leveren.
- 1852 eerste corporatieve bouwvereniging, de Vereeniging ten Behoeve der Arbeidersklasse.
- 1899 112 woningbouwverenigingen met in totaal 7.746 woningen.
o Particulieren zorgen door benodigde kapitaal tegen lage rente.
o hierdoor konden goedkope woningen van redelijke kwaliteit gebouwd worden.
o Daarbij was ook sprake van paternalisme, waarvoor soms woningopzichteressen
werden aangesteld.
Paternalisme: Bewoners moesten opgevoed worden tot beschaafde burgers.
2.2.2 De woningwet van 1901
De Woningwet
- 1901 1ste woningwet (Ww).
- Dit is het begin van het volkshuisvestingsbeleid van de rijksoverheid.
o Van belang voor de kwaliteit van de woningbouw in ons land.
Bouwvoorschriften
- Woningwet regelde aan welke eisen woningen moesten voldoen en de controle hier van.
- Deze taak kwam in handen van de gemeentes.
o Gemeentes moesten precieze voorschriften opstellen.
o Gemeentes moesten dit vastleggen in een bouwverordening.
Bouwverordening: vastgelegde eisen aan woningen die een gemeente stelt.
- Particulieren die een woning wilden laten bouwen moesten een bouwvergunning
aanvragen.
- Deze bouwvergunning kregen ze alleen als ze zich hielden aan de bouwverordening.
Toegelaten instellingen
- De woningwet regelde ook welke instellingen sociale woningbouw mochten gaan
verzorgen.
- Uitgangspunt: particulieren moesten bouwen
o Maar hiervoor was geld te kort
- Overheid maakte geld vrij om toegelaten instellingen en gemeentelijke woningbedrijven
huizen te laten bouwen.
- In 1904 werden de eerste 3 woningbouwverenigingen voor de woningwet toegelaten.
SAMENVATTING WONEN; WERKEN AAN WONEN 4