Hindoeïsme
Ontstaan:
- Rivier de Indus
- Sanatana dharma = eeuwige leer
- Ontstaan uit oude natuurreligie
- Ariërs brachten systematisering aan (kastenstelsel) na 2000 v chr
- Hindoeïsme kent nog steeds onnoemelijk veel goden en stromingen
Belangrijke concepten:
- Brahman = het alles doordringende goddelijke
- Atman = je diepste levenskern
- Atman = Brahman
- Samsara = eeuwige rad van wedergeboorten
- Moksha = verlossing van samsara en karma
- Dharma = orde/bestemming religieuze plichten
Kasten:
- 5 hoofdkasten
- Brahmanen (geestelijken)
- Ksatriya’s (bestuurders)
- Vaisya’s (boeren en geschoolde arbeiders)
- Sjoedra’s/dasa’s (slaven en bedienden)
- Dalis (onaantastbare, doen onrein werk)
- Iedere kaste heeft zijn eigen sociale regels of dharma
Verlossingswegen:
- Kharma-marga = weg van het handelen, je houden aan je dharma
- Jhana-marga = hardcore route, weg van het inzicht, mediteren tot je verlichting bereikt
- Bhakti-marga = weg van de liefdevolle overgave, je overgeven aan een godheid
Goden:
- Visjnoe ++ karakter = vriendelijke godheid die in avatara’s naar de aarde komt om mensen te
redden en onderwijzen
- Sjiva +- karakter = god van vernietiging (+ nieuw leven). Vooral de god van de asceten
- Brahma god van de wijsheid = weinig vereerde schepper god, niet verwarren met
Brahman (nieuwe dingen)
- Trimoerti = de 3eenheid van Brahma (schepper), Visjnoe (beschermer) en Sjiva (vernietiger).
Samen = universele kringloop
Brahma Visjnoe Sjiva
4 gezichten 4 armen Dansend in vuur
4 armen Lotus Vertrapt een demon
Gebedskralen Knots
Witte baard
Vrouwelijke goden:
- Lakshmi ++ = 1e vrouw van Visjnoe, verbonden met schoonheid en voorspoed
- Durga/Kali = echtgenote van Sjiva, verbonden met vruchtbaarheid en, als Kali met
vernietiging
- Sarasvati ++ = vrouw of dochter van Brahma. Godin van de kunst, creativiteit en wetenschap
, - Ganesha = dik mens met olifantenkop, neemt obstakels weg
- Hanuman = apenkoning en voorbeeld van trouw en eerlijkheid
Laksmi Kali Ganesha
Olifanten 10 armen Olifantenkop
Munten Uitgestoken tong Bijl
Zit op lotus Hoofden als riem Strop
Twee verschijningsvormen van de god Visjnoe:
1. Krisjna = fruit en koeien
2. Rama = pijl en boog
Bronnen:
- Veda’s (1500-800 v chr) oude gebieden en rituelen
- Oepanisjaden (eind van de periode van de Veda’s) meest recente geschriften
Grote verhalen:
- Mahabharata = gedicht van bijna 200.000 regels over de strijd tussen 2 families die willen
heersen over een gebied in Noord-India
- Bhagavadgita = onderdeel van de Mahabharata
- Ramayana
Demon op eiland
Verhaal van Rama = ideaal mens
Begin van onze jaartelling
- Verhalen over Krisjna die een avatara wordt
Praktijk:
- Pandit = priester (karma-marga)
- Goeroe = persoonlijke leermeester (bhakti)
- Sadhu = asceet (jnana-marga)
- Puja = offer
- Sanskara = sacrament
Overgangsrituelen:
- Geboorte = de vader sprenkelt boter en honing in de mond en fluistert mantra’s in het oor
van de baby
- Djanew-ritueel = een jongen van 12 wordt ingewijd als leerling en mag de heilige boeken
bestuderen
- Huwelijken = vinden plaats binnen de kasten en zijn meestal gearrangeerd
- Dood = hindoes worden gecremeerd en de as wordt uitgestrooid in de Ganges of in zee
Feesten:
- Holi = begin van de lente. Feest sluit op een vrolijke manier het hindoejaar af en verwelkomt
het nieuwe jaar. Men bestrooit elkaar met kleur- en geurstoffen
- Divali = eind oktober/begin november. Oogstfeest, gewijd aan Lakshimi. Overwinning van
licht over duisternis, dharma over adharma. Overal kleine lichtjes en verhalen verteld over
overwinningen over het kwaad
- Dusshera = september. Overwinning van Rama op Ravana. Grote pop (symboliseert kwaad)
verbrand.
Ontstaan:
- Rivier de Indus
- Sanatana dharma = eeuwige leer
- Ontstaan uit oude natuurreligie
- Ariërs brachten systematisering aan (kastenstelsel) na 2000 v chr
- Hindoeïsme kent nog steeds onnoemelijk veel goden en stromingen
Belangrijke concepten:
- Brahman = het alles doordringende goddelijke
- Atman = je diepste levenskern
- Atman = Brahman
- Samsara = eeuwige rad van wedergeboorten
- Moksha = verlossing van samsara en karma
- Dharma = orde/bestemming religieuze plichten
Kasten:
- 5 hoofdkasten
- Brahmanen (geestelijken)
- Ksatriya’s (bestuurders)
- Vaisya’s (boeren en geschoolde arbeiders)
- Sjoedra’s/dasa’s (slaven en bedienden)
- Dalis (onaantastbare, doen onrein werk)
- Iedere kaste heeft zijn eigen sociale regels of dharma
Verlossingswegen:
- Kharma-marga = weg van het handelen, je houden aan je dharma
- Jhana-marga = hardcore route, weg van het inzicht, mediteren tot je verlichting bereikt
- Bhakti-marga = weg van de liefdevolle overgave, je overgeven aan een godheid
Goden:
- Visjnoe ++ karakter = vriendelijke godheid die in avatara’s naar de aarde komt om mensen te
redden en onderwijzen
- Sjiva +- karakter = god van vernietiging (+ nieuw leven). Vooral de god van de asceten
- Brahma god van de wijsheid = weinig vereerde schepper god, niet verwarren met
Brahman (nieuwe dingen)
- Trimoerti = de 3eenheid van Brahma (schepper), Visjnoe (beschermer) en Sjiva (vernietiger).
Samen = universele kringloop
Brahma Visjnoe Sjiva
4 gezichten 4 armen Dansend in vuur
4 armen Lotus Vertrapt een demon
Gebedskralen Knots
Witte baard
Vrouwelijke goden:
- Lakshmi ++ = 1e vrouw van Visjnoe, verbonden met schoonheid en voorspoed
- Durga/Kali = echtgenote van Sjiva, verbonden met vruchtbaarheid en, als Kali met
vernietiging
- Sarasvati ++ = vrouw of dochter van Brahma. Godin van de kunst, creativiteit en wetenschap
, - Ganesha = dik mens met olifantenkop, neemt obstakels weg
- Hanuman = apenkoning en voorbeeld van trouw en eerlijkheid
Laksmi Kali Ganesha
Olifanten 10 armen Olifantenkop
Munten Uitgestoken tong Bijl
Zit op lotus Hoofden als riem Strop
Twee verschijningsvormen van de god Visjnoe:
1. Krisjna = fruit en koeien
2. Rama = pijl en boog
Bronnen:
- Veda’s (1500-800 v chr) oude gebieden en rituelen
- Oepanisjaden (eind van de periode van de Veda’s) meest recente geschriften
Grote verhalen:
- Mahabharata = gedicht van bijna 200.000 regels over de strijd tussen 2 families die willen
heersen over een gebied in Noord-India
- Bhagavadgita = onderdeel van de Mahabharata
- Ramayana
Demon op eiland
Verhaal van Rama = ideaal mens
Begin van onze jaartelling
- Verhalen over Krisjna die een avatara wordt
Praktijk:
- Pandit = priester (karma-marga)
- Goeroe = persoonlijke leermeester (bhakti)
- Sadhu = asceet (jnana-marga)
- Puja = offer
- Sanskara = sacrament
Overgangsrituelen:
- Geboorte = de vader sprenkelt boter en honing in de mond en fluistert mantra’s in het oor
van de baby
- Djanew-ritueel = een jongen van 12 wordt ingewijd als leerling en mag de heilige boeken
bestuderen
- Huwelijken = vinden plaats binnen de kasten en zijn meestal gearrangeerd
- Dood = hindoes worden gecremeerd en de as wordt uitgestrooid in de Ganges of in zee
Feesten:
- Holi = begin van de lente. Feest sluit op een vrolijke manier het hindoejaar af en verwelkomt
het nieuwe jaar. Men bestrooit elkaar met kleur- en geurstoffen
- Divali = eind oktober/begin november. Oogstfeest, gewijd aan Lakshimi. Overwinning van
licht over duisternis, dharma over adharma. Overal kleine lichtjes en verhalen verteld over
overwinningen over het kwaad
- Dusshera = september. Overwinning van Rama op Ravana. Grote pop (symboliseert kwaad)
verbrand.
