Deel 1; Hoofdstuk 1 de balans:
Balans: momentopname van bezittingen en schulden van de onderneming. Altijd in evenwicht
- Activa: investeringen, bezittingen, debetzijde
- Passiva: financiering, schulden, creditzijde
Wat een onderneming huurt of least staat niet op de balans
Vreemd vermogen: leningen en kredieten
Het eigen vermogen: geeft aan hoe rijk de onderneming is.
Eigenvermogen = bezittingen - schulden
Vaste activa: koop voor langdurig gebruik
Vlottende activa: zo snel mogelijk weer verkopen
Liquide middelen: kun je gebruiken om direct/snel mee te betalen
Vreemd vermogen lang: schulden langer als een jaar (hypotheek)
Vreemd vermogen kort: schulden korter dan een jaar (rekeningen)
Debiteur: is geld aan jou verschuldigd
Crediteur: moet jij nog geld betalen
Geld van ondernemer zelf + winst – privé opnames =
eindvermogen
Deze berekening wordt gebruik voor de eenmanszaak,
vennootschap onder firma (VoF) en de Besloten
vennootschap (BV) alleen zijn er dan geen privé opnames
Bankkrediet: toezegging van de bank dat tot een bepaald bedrag geld geleend kan worden.
Kengetallen: zet je twee opeenvolgende balansen naast elkaar en dan kan je de benodigde
gemiddeldes uitrekenen; het gemiddeld eigen vermogen, vreemd vermogen en totaal vermogen.
Deze gebruik je later voor je oordeel of het goed of slecht gaat met het bedrijf.
Liquiditeitsbalans: de balans die is ingedeeld naar vaste en vlottende activa aan de debetzijde (links)
en eigen vermogen, lang- kort vreemd vermogen aan de creditzijde (rechts).
De activa of passiva die lang of permanent in de onderneming zijn staan
bovenaan.
Gecomprimeerd balans: De vorige balans is dus teruggebracht (gecomprimeerd) tot vijf getallen. Het
blijft dus nu zo dat de waarde van bezittingen € 483.000, de waarde van schulden (vreemd
vermogen) €303.000, en dus het eigen vermogen €180.000.
Rechtsvorm:
Eenmanszaak: één eigen vermogen
Vennootschap onder Firma (VoF): Per firmant één eigen vermogen
Besloten vennootschap (BV): Aandelen vermogen en reserves
Vereniging of stichting: Algemene reserve
Devidend: is een uitkering door een bedrijf aan haar aandeelhouders, meestal betaald vanuit winst.
Het geld wat bedrijven niet uitkeren aan aandeelhouders kan in het bedrijf worden geherinvesteerd
(Begin eigen vermogen + Eind eigen vermogen) : 2 = gemiddeld eigen vermogen
, Voorbeeld balans VoF
Als een onderneming een besloten vennootschap (BV) of naamloze vennootschap (NV) zou zijn, aan
de samenstelling van eigen vermogen herken je de rechtsvorm: aandelen en reserves:
Als de onderneming een stichting zou zijn dan zie je aan de samenstelling van eigen vermogen de
rechtsvorm; alleen een post algemene reserve:
Vaste activa = €461.000 en het lang vermogen is (€180.000 + 286.000) €466.000. het vermogen is dus
€5.000 groter. Dit betekent dat je €5.000 lang vermogen hebt om hiermee de vlottende activa te
financieren. Dat is goed voor de onderneming
Balansregel: Activa die lang in de onderneming zijn (vaste activa) moeten gefinancierd zijn met lang
vermogen (eigenvermogen en lang vreemd vermogen).
Balans: momentopname van bezittingen en schulden van de onderneming. Altijd in evenwicht
- Activa: investeringen, bezittingen, debetzijde
- Passiva: financiering, schulden, creditzijde
Wat een onderneming huurt of least staat niet op de balans
Vreemd vermogen: leningen en kredieten
Het eigen vermogen: geeft aan hoe rijk de onderneming is.
Eigenvermogen = bezittingen - schulden
Vaste activa: koop voor langdurig gebruik
Vlottende activa: zo snel mogelijk weer verkopen
Liquide middelen: kun je gebruiken om direct/snel mee te betalen
Vreemd vermogen lang: schulden langer als een jaar (hypotheek)
Vreemd vermogen kort: schulden korter dan een jaar (rekeningen)
Debiteur: is geld aan jou verschuldigd
Crediteur: moet jij nog geld betalen
Geld van ondernemer zelf + winst – privé opnames =
eindvermogen
Deze berekening wordt gebruik voor de eenmanszaak,
vennootschap onder firma (VoF) en de Besloten
vennootschap (BV) alleen zijn er dan geen privé opnames
Bankkrediet: toezegging van de bank dat tot een bepaald bedrag geld geleend kan worden.
Kengetallen: zet je twee opeenvolgende balansen naast elkaar en dan kan je de benodigde
gemiddeldes uitrekenen; het gemiddeld eigen vermogen, vreemd vermogen en totaal vermogen.
Deze gebruik je later voor je oordeel of het goed of slecht gaat met het bedrijf.
Liquiditeitsbalans: de balans die is ingedeeld naar vaste en vlottende activa aan de debetzijde (links)
en eigen vermogen, lang- kort vreemd vermogen aan de creditzijde (rechts).
De activa of passiva die lang of permanent in de onderneming zijn staan
bovenaan.
Gecomprimeerd balans: De vorige balans is dus teruggebracht (gecomprimeerd) tot vijf getallen. Het
blijft dus nu zo dat de waarde van bezittingen € 483.000, de waarde van schulden (vreemd
vermogen) €303.000, en dus het eigen vermogen €180.000.
Rechtsvorm:
Eenmanszaak: één eigen vermogen
Vennootschap onder Firma (VoF): Per firmant één eigen vermogen
Besloten vennootschap (BV): Aandelen vermogen en reserves
Vereniging of stichting: Algemene reserve
Devidend: is een uitkering door een bedrijf aan haar aandeelhouders, meestal betaald vanuit winst.
Het geld wat bedrijven niet uitkeren aan aandeelhouders kan in het bedrijf worden geherinvesteerd
(Begin eigen vermogen + Eind eigen vermogen) : 2 = gemiddeld eigen vermogen
, Voorbeeld balans VoF
Als een onderneming een besloten vennootschap (BV) of naamloze vennootschap (NV) zou zijn, aan
de samenstelling van eigen vermogen herken je de rechtsvorm: aandelen en reserves:
Als de onderneming een stichting zou zijn dan zie je aan de samenstelling van eigen vermogen de
rechtsvorm; alleen een post algemene reserve:
Vaste activa = €461.000 en het lang vermogen is (€180.000 + 286.000) €466.000. het vermogen is dus
€5.000 groter. Dit betekent dat je €5.000 lang vermogen hebt om hiermee de vlottende activa te
financieren. Dat is goed voor de onderneming
Balansregel: Activa die lang in de onderneming zijn (vaste activa) moeten gefinancierd zijn met lang
vermogen (eigenvermogen en lang vreemd vermogen).
