Grondslagen van de psychologische diagnostiek en testtheorie
Grondslagen van psychologische diagnostiek en testtheorie (GPDTT)
Vandaag
Het proces van diagnostische besluitvorming
Valkuilen in de ‘dagelijkse’ diagnostiek bespreken
Heuristieken toelichten die bij de strategiebepaling een rol spelen
Diagnostische cyclus: Uitleg en bespreking aan de hand van een voorbeeldcasus
Inzicht geven in hoe de stappen van de cyclus het hypothesetoetsend werken kunnen
ondersteunen
Diagnostiek in het dagelijks leven
Er komen steeds meer documentaires, series en films over psychiatrie of
psychiatrische/psychische problemen centraal staan. Het wordt dan ook als belangrijke bron
van creatieve uiting aan de problemen. Ook de diagnostiek komt steeds meer aan bod in tv-
programma’s, bijvoorbeeld “Het is hier autistisch”. Maar is er bij Filemon Wesselink dan wel
sprake van autisme? Hij functioneert immers prima.
Steeds meer in de taal
“Zij gedraagt zich erg depressief…”
“Hij is echt zo’n autistische computernerd”
“Mijn broertje is een beetje een kleine ADHD- er”
Deze uitspraken leiden tot heel specifieke diagnostische vragen. De psycholoog wordt al min
of meer gedwongen om een bepaalde richting te kiezen.
We passen zelf in ons dagelijks leven veel ‘indicatiediagnostiek’ toe:
Wat is het probleem?
Wat is de oorzaak?
Wat is de oplossing?
Uitproberen, aan de slag...
Soms: nagaan of het beter gaat
Meer of minder bruikbaar advies
“Gewoon even een nachtje goed slapen
“Ach joh, het is gewoon een fase”
“Misschien moet je een keertje mee hardlopen?”
“Is Ritalin geen oplossing voor hem?”
, Grondslagen van de psychologische diagnostiek en testtheorie
“Neem toch een lekker glaasje wijn”
“Je moet eens ayahuasca proberen”
“Je moet goed je grenzen aangeven”
“Ik zou hem echt ‘t huis uit zetten!
Valkuilen in dagelijkse diagnostiek
Beschrijvingen zijn vaak heel subjectief; relatie tot toehoorder speelt een belangrijke
rol.
Verklaringen of conclusies op grond van eigen ervaring of bekende voorbeelden
(bias?)
Zoeken vaak naar bevestiging van eigen vooronderstellingen (bias?)
Hypes en mythes zijn hardnekkig en beïnvloeden onze oordeelsvorming
o Een voorbeeld is de mythe over de relatie tussen suiker en ADHD-gedrag. Er is
veel onderzoek gedaan en er is geen sluitend wetenschappelijk bewijs voor
gevonden.
Gelukkig zijn er psychologen? Niet altijd handig, omdat we als mensen gebruik maken van
heuristieken of biases:
Evolutie selecteerde snelle beslissystemen
Mentale ‘shortcuts’ bij probleem oplossen
Niet perfect, maar wel snel
Vaak effectief, maar problematisch als iets heel zorgvuldig dient te gebeuren
Overgevoelig voor gevaar “better safe than sorry”
Ongevoelig voor kansen
Vertekeningen in oordeelsvorming komt ook bij psychologen voor
- Causale (actor-observator) attributie, waarbij je positieve dingen in je eigen gedrag
aan eigenschappen toeschrijft en negatieve dingen in je eigen gedrag aan invloeden
van buitenaf. Bij een ander doe je het precies andersom: positieve dingen in het
gedrag van de persoon komen door invloeden van buitenaf en negatieve dingen in
het gedrag liggen aan de persoon zelf.
- Gedragsconfirmatie, waardoor men het gesprek stuurt naar hetgeen hij of zij al dacht
dat er aan de hand was
- Beschikbaarheid, als je heel makkelijk voorbeelden kunt bedenken bij iemand, dan
ben je ook sneller geneigd om iemand iets toe te schrijven
- Verankering of de referentiebias. De eerst gekregen informatie over de
aanvangswaarden van iets beïnvloedt
- Confirmatorische teststrategie, waarbij je vooral op zoek gaat naar hypothese-
ondersteunend bewijs gaat.
En de psychologen zijn zich daar niet altijd van bewust! De kennis kan immers ook een
bedreiging vormen omdat je onterecht steeds meer op je eigen klinische voordeel gaat
vertrouwen, hetgeen kan leiden tot Overconfidence, hetgeen een bekend fenomeen is bij
psychologen.
Overconfindence (voorbeeld)
Grondslagen van psychologische diagnostiek en testtheorie (GPDTT)
Vandaag
Het proces van diagnostische besluitvorming
Valkuilen in de ‘dagelijkse’ diagnostiek bespreken
Heuristieken toelichten die bij de strategiebepaling een rol spelen
Diagnostische cyclus: Uitleg en bespreking aan de hand van een voorbeeldcasus
Inzicht geven in hoe de stappen van de cyclus het hypothesetoetsend werken kunnen
ondersteunen
Diagnostiek in het dagelijks leven
Er komen steeds meer documentaires, series en films over psychiatrie of
psychiatrische/psychische problemen centraal staan. Het wordt dan ook als belangrijke bron
van creatieve uiting aan de problemen. Ook de diagnostiek komt steeds meer aan bod in tv-
programma’s, bijvoorbeeld “Het is hier autistisch”. Maar is er bij Filemon Wesselink dan wel
sprake van autisme? Hij functioneert immers prima.
Steeds meer in de taal
“Zij gedraagt zich erg depressief…”
“Hij is echt zo’n autistische computernerd”
“Mijn broertje is een beetje een kleine ADHD- er”
Deze uitspraken leiden tot heel specifieke diagnostische vragen. De psycholoog wordt al min
of meer gedwongen om een bepaalde richting te kiezen.
We passen zelf in ons dagelijks leven veel ‘indicatiediagnostiek’ toe:
Wat is het probleem?
Wat is de oorzaak?
Wat is de oplossing?
Uitproberen, aan de slag...
Soms: nagaan of het beter gaat
Meer of minder bruikbaar advies
“Gewoon even een nachtje goed slapen
“Ach joh, het is gewoon een fase”
“Misschien moet je een keertje mee hardlopen?”
“Is Ritalin geen oplossing voor hem?”
, Grondslagen van de psychologische diagnostiek en testtheorie
“Neem toch een lekker glaasje wijn”
“Je moet eens ayahuasca proberen”
“Je moet goed je grenzen aangeven”
“Ik zou hem echt ‘t huis uit zetten!
Valkuilen in dagelijkse diagnostiek
Beschrijvingen zijn vaak heel subjectief; relatie tot toehoorder speelt een belangrijke
rol.
Verklaringen of conclusies op grond van eigen ervaring of bekende voorbeelden
(bias?)
Zoeken vaak naar bevestiging van eigen vooronderstellingen (bias?)
Hypes en mythes zijn hardnekkig en beïnvloeden onze oordeelsvorming
o Een voorbeeld is de mythe over de relatie tussen suiker en ADHD-gedrag. Er is
veel onderzoek gedaan en er is geen sluitend wetenschappelijk bewijs voor
gevonden.
Gelukkig zijn er psychologen? Niet altijd handig, omdat we als mensen gebruik maken van
heuristieken of biases:
Evolutie selecteerde snelle beslissystemen
Mentale ‘shortcuts’ bij probleem oplossen
Niet perfect, maar wel snel
Vaak effectief, maar problematisch als iets heel zorgvuldig dient te gebeuren
Overgevoelig voor gevaar “better safe than sorry”
Ongevoelig voor kansen
Vertekeningen in oordeelsvorming komt ook bij psychologen voor
- Causale (actor-observator) attributie, waarbij je positieve dingen in je eigen gedrag
aan eigenschappen toeschrijft en negatieve dingen in je eigen gedrag aan invloeden
van buitenaf. Bij een ander doe je het precies andersom: positieve dingen in het
gedrag van de persoon komen door invloeden van buitenaf en negatieve dingen in
het gedrag liggen aan de persoon zelf.
- Gedragsconfirmatie, waardoor men het gesprek stuurt naar hetgeen hij of zij al dacht
dat er aan de hand was
- Beschikbaarheid, als je heel makkelijk voorbeelden kunt bedenken bij iemand, dan
ben je ook sneller geneigd om iemand iets toe te schrijven
- Verankering of de referentiebias. De eerst gekregen informatie over de
aanvangswaarden van iets beïnvloedt
- Confirmatorische teststrategie, waarbij je vooral op zoek gaat naar hypothese-
ondersteunend bewijs gaat.
En de psychologen zijn zich daar niet altijd van bewust! De kennis kan immers ook een
bedreiging vormen omdat je onterecht steeds meer op je eigen klinische voordeel gaat
vertrouwen, hetgeen kan leiden tot Overconfidence, hetgeen een bekend fenomeen is bij
psychologen.
Overconfindence (voorbeeld)