Samenvatting Pedagogiek 2.4 | Trends en Ontwikkelingen
Lesdoelen
- De student heeft kennis van de ontstaansgeschiedenis van de pedagogiek.
- De student analyseert welke elementen van een wetenschappelijke stroming zichtbaar zijn in een pedagogische situatie
(casus) een stroming geeft richting aan denken en handelen.
Lesdoelen
- De student heeft kennis van de rol van het empirisch-analytische perspectief binnen de pedagogische praktijk.
- De student analyseert in welke mate er sprake is van een empirisch-analytisch perspectief in pedagogisch beleid en/of
handelen (casus).
Lesdoelen
- De student heeft kennis van de rol van het geesteswetenschappelijk perspectief binnen de pedagogische praktijk.
- De student analyseert in welke mate er sprake is van pedagogische tact binnen de pedagogische praktijk.
- De student analyseert in welke mate er sprake is van kinderlijke vrijheden binnen de pedagogische tact (casus).
Lesdoelen
- De student heeft kennis van de rol van het kritisch-emancipatorisch perspectief binnen de pedagogische praktijk
- De student analyseert in welke mate er sprake is van anti-pedagogiek binnen de pedagogische praktijk (casus)
- De student analyseert in welke mate er sprake is van een pedagogische cifil cociety binnen de pedagogische praktijk
(casus).
Theorie: oriëntatie en/of reflectie
Handelen: methodisch en/of intuïtief(via gevoel handelen)
Stromingen: wetenschappelijke visies van de gws, eap, en kep.
Wetenschappelijke pedagogiek
- Verschillende visies/stromingen binnen de wetenschap
- Stromingen geven richting aan het denken en handelen
- Kennen hun eigen ontstaansgeschiedenis
Drie wetenschappelijke stromingen:
Drie ‘brillen’ om naar de opvoedingspraktijk te kijken
Geesteswetenschappelijke pedagogiek (innerlijk van de mens)(normen)
Empirisch-analytische pedagogiek (analyseren van zintuigelijk waarneembaar gedrag, behaviorisme,
psychologie)(feiten)
Kritisch-emancipatorische pedagogiek (maatschappelijke, onderdrukking van mensen en kinderen ->
wereldverbeteraars)(emancipatie).
Pedagogiek werd in Nederland begin 20e eeuw een wetenschappelijke discipline. Daarvoor waren het vooral
filosofen. Binnen de wetenschap is altijd sprake van een bepaalde verhouding tussen theorie en praktijk.
Huidige trend = evidence based handelen: werken op basis van wetenschappelijke kennis (je doet iets (handelt)
niet zomaar, maar op basis van theoretische inzichten).
1
, Geesteswetenschappelijke pedagogiek (Langeveld, Imelman)(waarden)(verstehen)
Een pedagogische relatie is per definitie nodig om over opvoeding te spreken. Ook is dit nodig om kinderen
mondig te maken (het hart van de pedagogiek met als doel, mondigheid).
Primaat bij praktijk: (verstehen)
- Nadruk op het handelen in de praktijk (hier begint en eindigt het allemaal)
Verstehen belevingwereld: (historiciteit/waarden)
- Het begrijpen van de praktijk, wat mensen denken, vinden en doen. De belevingswereld staat centraal.
Kwalitatiefs onderzoek: observeren, interviews. Cultuur-historische context speelt een grote rol, iedere
situatie van ieder individu kent zijn eigen geschiedenis; waarden).
Pedagogische relatie: (subject/asymmetrisch)
- Het is asymmetrisch omdat je zonder opvoeder niet opgevoed kunt worden. Ook is er anders volgens
hen geen ruimte meer om te spreken van een pedagogische relatie. Het kind is wel een
gesprekspartner; opvoeding is wel transactioneel/interactioneel.
De binnenwereld van de mens is belangrijker dan de buitenwereld. Er wordt een gesprek gevoerd en er
wordt gekeken wat er achter het gedrag kan liggen. Mens is vrij, is het uitgangspunt. Dit wordt niet
onderzocht, maar bij Empirisch Analytische wel
2
Lesdoelen
- De student heeft kennis van de ontstaansgeschiedenis van de pedagogiek.
- De student analyseert welke elementen van een wetenschappelijke stroming zichtbaar zijn in een pedagogische situatie
(casus) een stroming geeft richting aan denken en handelen.
Lesdoelen
- De student heeft kennis van de rol van het empirisch-analytische perspectief binnen de pedagogische praktijk.
- De student analyseert in welke mate er sprake is van een empirisch-analytisch perspectief in pedagogisch beleid en/of
handelen (casus).
Lesdoelen
- De student heeft kennis van de rol van het geesteswetenschappelijk perspectief binnen de pedagogische praktijk.
- De student analyseert in welke mate er sprake is van pedagogische tact binnen de pedagogische praktijk.
- De student analyseert in welke mate er sprake is van kinderlijke vrijheden binnen de pedagogische tact (casus).
Lesdoelen
- De student heeft kennis van de rol van het kritisch-emancipatorisch perspectief binnen de pedagogische praktijk
- De student analyseert in welke mate er sprake is van anti-pedagogiek binnen de pedagogische praktijk (casus)
- De student analyseert in welke mate er sprake is van een pedagogische cifil cociety binnen de pedagogische praktijk
(casus).
Theorie: oriëntatie en/of reflectie
Handelen: methodisch en/of intuïtief(via gevoel handelen)
Stromingen: wetenschappelijke visies van de gws, eap, en kep.
Wetenschappelijke pedagogiek
- Verschillende visies/stromingen binnen de wetenschap
- Stromingen geven richting aan het denken en handelen
- Kennen hun eigen ontstaansgeschiedenis
Drie wetenschappelijke stromingen:
Drie ‘brillen’ om naar de opvoedingspraktijk te kijken
Geesteswetenschappelijke pedagogiek (innerlijk van de mens)(normen)
Empirisch-analytische pedagogiek (analyseren van zintuigelijk waarneembaar gedrag, behaviorisme,
psychologie)(feiten)
Kritisch-emancipatorische pedagogiek (maatschappelijke, onderdrukking van mensen en kinderen ->
wereldverbeteraars)(emancipatie).
Pedagogiek werd in Nederland begin 20e eeuw een wetenschappelijke discipline. Daarvoor waren het vooral
filosofen. Binnen de wetenschap is altijd sprake van een bepaalde verhouding tussen theorie en praktijk.
Huidige trend = evidence based handelen: werken op basis van wetenschappelijke kennis (je doet iets (handelt)
niet zomaar, maar op basis van theoretische inzichten).
1
, Geesteswetenschappelijke pedagogiek (Langeveld, Imelman)(waarden)(verstehen)
Een pedagogische relatie is per definitie nodig om over opvoeding te spreken. Ook is dit nodig om kinderen
mondig te maken (het hart van de pedagogiek met als doel, mondigheid).
Primaat bij praktijk: (verstehen)
- Nadruk op het handelen in de praktijk (hier begint en eindigt het allemaal)
Verstehen belevingwereld: (historiciteit/waarden)
- Het begrijpen van de praktijk, wat mensen denken, vinden en doen. De belevingswereld staat centraal.
Kwalitatiefs onderzoek: observeren, interviews. Cultuur-historische context speelt een grote rol, iedere
situatie van ieder individu kent zijn eigen geschiedenis; waarden).
Pedagogische relatie: (subject/asymmetrisch)
- Het is asymmetrisch omdat je zonder opvoeder niet opgevoed kunt worden. Ook is er anders volgens
hen geen ruimte meer om te spreken van een pedagogische relatie. Het kind is wel een
gesprekspartner; opvoeding is wel transactioneel/interactioneel.
De binnenwereld van de mens is belangrijker dan de buitenwereld. Er wordt een gesprek gevoerd en er
wordt gekeken wat er achter het gedrag kan liggen. Mens is vrij, is het uitgangspunt. Dit wordt niet
onderzocht, maar bij Empirisch Analytische wel
2