Behavior and Communication in Organizations
Wat is een organisatie: “a system of consciously coordinated activities or forces of two or
more persons”.
Vertaling: Een systeem van bewust gecoördineerde activiteiten of krachten van twee of meer
personen.
Vier gemeenschappelijke kenmerken:
1. Coordination of effort (verenigen en het synchroniseren van de inspanningen van de
groep)
a. Door regels, beleid en voorschriften
2. Common goal (dezelfde doelstellingen)
3. Division of labour (taakverdeling)
a. Individuen voeren afzonderlijk maar verwante taken uit om het gemeenschappelijke
doel te behalen
4. Hierarchy of authority (rangorde van autoriteit)
a. Structuur in bevel opdracht waardoor de juiste mensen de juiste dingen doen op het
juiste moment. Organizational chart ↙
What is Organizational Behavior (OB): “An interdisciplinary field dedicated to
understanding and managing people at work”
Vertaling: Een interdisciplinair (meerdere vakgebieden) gebied gewijd aan het begrijpen en
managen van mensen op het werk".
Historisch perspectief op OB
1. Scientific Management (1880-1930)
◆ Het maken van normen en standaarden die gebaseerd zijn op onderzochte
feiten en waarheden. Verkregen door systematische observatie, experiment
of redenering om de efficiëntie van een organisatie te verbeteren.
◆ Taylorism (Frederik Taylor)
➔ Negatieve ondertoon ↑
◆ Geassocieerd met massaproductie, aan de lopende band, negatieve kijk
vanuit de werknemers
, ◆ McGregor’s Theory X (negatief): de mens heeft een hekel aan werk en
vermijdt het liever. Mensen willen gestuurd worden en geen
verantwoordelijkheid.
➔ Groundbreaking
◆ Wetenschappelijke selectie en opleiden van mensen
◆ Wetenschappelijk herontwerp van banen
◆ Arbeidsbesparende machines
2. Human Relations Movement (1930-1970)
◆ Negatief → positief
● McGregor’s Theory Y (positief): aanpak om motivatie te verbeteren
van werknemers. Optimisme, belonen en erkenning.
3. Quality Movement (1980)
◆ Organisatie gericht op opleiden, verbeteren en klanttevredenheid
● Total Quality Management
4. The Internet and Social Media Movement (>1990s)
➔ Virtuele organisaties
◆ Organisaties waar mensen (deels) plaatsonafhankelijk werken d.m.v
ICT
➔ Voorbeelden ↑:
◆ Teleworking: werken op afstand en communiceren via telefoon, e-mail
of videoconferenties
◆ Organisaties zonder kantoor
◆ ‘New World of Working’: tijd en plaatsonafhankelijk werken, Bill Gates
(2005)
◆ Vanuit huis werken gedurende corona pandemie
● 40% werkte thuis en 15% verwacht thuis te blijven werken
full-time.
What is diversity: “A group of characteristics that consists of two or more individuals”
➔ Gaat meestal over demografische verschillen tussen groepsleden.
Vertaling: Een groep van twee of meer mensen met verschillende karakteristieken.
Demografische characteristics (verschillen in achtergrond)
➔ Gender
➔ Etniciteit
➔ Religie
➔ Nationaliteit
➔ Educatie, expertise
➔ Sociale status
,Definitie: diversiteit staat voor de hoeveelheid van individuele verschillen en
overeenkomsten die tussen mensen bestaan.
Gebaseerd op vier lagen (four layers of diversity)
1. Persoonlijkheid
2. Internal (surface-level) dimensions
3. External (tweede) dimensions
4. Organizational dimensions
Waarom streven naar diversiteit?
➔ Business case: het slimste om te doen
◆ Leidt tot betere prestatie, productiviteit en creativiteit
➔ Moral case: het juiste om te doen
◆ Gelijke kansen voor iedereen
Diversiteit voor-en nadelen voor organisaties en bedrijven
➔ Voordelen: creativiteit, betere prestatie en hogere productiviteit
↪ verschillende perspectieven, achtergronden en benaderingen
➔ Nadelen: minder tevredenheid, inzet, vertrouwen, meer conflicten
↪ categorization proces
Informatie en beslissing maken theorie
➔ Diversiteit → betere beslissingen maken en taakrelevante processen en
besluitvorming
◆ Diverse groepen zijn beter in vroege stadia van probleemoplossingen. Door
hun diverse achtergronden is er een omvattende kijk op een probleem.
◆ Ze kunnen meer alternatieve oplossingen bedenken
◆ Aantal contacten is groter, meer toegang tot informatiebronnen en expertise.
Social Categorization Theory
➔ Diversiteit veroorzaakt het categoriseren van groepen mensen.
➔ Negatieve uitkomsten voor deze groepen:
◆ Gelijkenissen en verschillen tussen groepen ‘wij’ (in-group) en ‘zij’
(out-group).
◆ Favoritisme en het leuker vinden dan de in-group.
◆ Minder leuk en afkeer tegen de out-group
◆ Bewijs → minimal group paradigma
Categorization
➔ Onzekerheids vermindering: “ik ben lid van deze groep”
➔ Eigenwaarde: “ik ben blij dat ik lid ben van deze groep”
➔ Stereotypering: vooroordelen en conflicten door het lid zijn van een in-group. (=
cognitief)
, ◆ In-group Vs. out-group
◆ Competitie over bronnen (mannen krijgen eerder promotie dan vrouwen)
◆ Discriminatie (gedrag)
◆ Prejudice (emotioneel)
◆ Stigma (= sterk negatief label dat mensen opgeplakt krijgen)
Managing diversity
➔ Door het categorization proces te veranderen kunnen de vooroordelen
en conflicten verminderen
◆ Re-categorization: één groep vormen, superordinate
categorization (overkoepelende categorie die kleinere
categorieën omvat zoals dieren en paarden),
gemeenschappelijke groepsidentiteit en duale identiteit (= zowel
de etnische culturele in-group identiteit als de identiteit van de
meerderheid, samenleving).
● Reacties worden positiever op voormalige out-group
leden
● Minder buitensluiting van de out-group members
◆ De-categorization: individu, eigen persoonlijkheid.
● Reacties op voormalige groepsleden worden minder
positief
● Minder in-group favoritisme
➔ Categorization op subordinate level heeft voordelen: diversiteit!
◆ Fault-lines minder opmerkelijk maken
◆ De overkoepelende identiteit versterken (re-categorization)
Minimal group paradigma (= de minimale voorwaarden voor discriminatie tussen groepen)
➔ Groepen worden gevormd op basis van willekeurige criteria
◆ E.g: voorkeur voor schilders of muzieksmaak
➔ Op basis van de uitkomsten van die criteria worden mensen gerangschikt in de
in-group of out-group.
Process model of diversity (boek)
➔ De negatieve gevolgen van diversiteit zijn groter wanneer de breuklijnen (fault lines)
meer opvallen
↪ categorisatieproces gebeurt sneller
➔ Fault lines: virtuele scheidingslijn die groepen scheidt in op demografische
gebaseerde subgroepen
Cultures
Wat is cultuur: "Een reeks gedeelde, aangenomen veronderstellingen die een groep die
bepaalt hoe de groep waarneemt, denkt en reageert in verschillende omgevingen"
Wat is een organisatie: “a system of consciously coordinated activities or forces of two or
more persons”.
Vertaling: Een systeem van bewust gecoördineerde activiteiten of krachten van twee of meer
personen.
Vier gemeenschappelijke kenmerken:
1. Coordination of effort (verenigen en het synchroniseren van de inspanningen van de
groep)
a. Door regels, beleid en voorschriften
2. Common goal (dezelfde doelstellingen)
3. Division of labour (taakverdeling)
a. Individuen voeren afzonderlijk maar verwante taken uit om het gemeenschappelijke
doel te behalen
4. Hierarchy of authority (rangorde van autoriteit)
a. Structuur in bevel opdracht waardoor de juiste mensen de juiste dingen doen op het
juiste moment. Organizational chart ↙
What is Organizational Behavior (OB): “An interdisciplinary field dedicated to
understanding and managing people at work”
Vertaling: Een interdisciplinair (meerdere vakgebieden) gebied gewijd aan het begrijpen en
managen van mensen op het werk".
Historisch perspectief op OB
1. Scientific Management (1880-1930)
◆ Het maken van normen en standaarden die gebaseerd zijn op onderzochte
feiten en waarheden. Verkregen door systematische observatie, experiment
of redenering om de efficiëntie van een organisatie te verbeteren.
◆ Taylorism (Frederik Taylor)
➔ Negatieve ondertoon ↑
◆ Geassocieerd met massaproductie, aan de lopende band, negatieve kijk
vanuit de werknemers
, ◆ McGregor’s Theory X (negatief): de mens heeft een hekel aan werk en
vermijdt het liever. Mensen willen gestuurd worden en geen
verantwoordelijkheid.
➔ Groundbreaking
◆ Wetenschappelijke selectie en opleiden van mensen
◆ Wetenschappelijk herontwerp van banen
◆ Arbeidsbesparende machines
2. Human Relations Movement (1930-1970)
◆ Negatief → positief
● McGregor’s Theory Y (positief): aanpak om motivatie te verbeteren
van werknemers. Optimisme, belonen en erkenning.
3. Quality Movement (1980)
◆ Organisatie gericht op opleiden, verbeteren en klanttevredenheid
● Total Quality Management
4. The Internet and Social Media Movement (>1990s)
➔ Virtuele organisaties
◆ Organisaties waar mensen (deels) plaatsonafhankelijk werken d.m.v
ICT
➔ Voorbeelden ↑:
◆ Teleworking: werken op afstand en communiceren via telefoon, e-mail
of videoconferenties
◆ Organisaties zonder kantoor
◆ ‘New World of Working’: tijd en plaatsonafhankelijk werken, Bill Gates
(2005)
◆ Vanuit huis werken gedurende corona pandemie
● 40% werkte thuis en 15% verwacht thuis te blijven werken
full-time.
What is diversity: “A group of characteristics that consists of two or more individuals”
➔ Gaat meestal over demografische verschillen tussen groepsleden.
Vertaling: Een groep van twee of meer mensen met verschillende karakteristieken.
Demografische characteristics (verschillen in achtergrond)
➔ Gender
➔ Etniciteit
➔ Religie
➔ Nationaliteit
➔ Educatie, expertise
➔ Sociale status
,Definitie: diversiteit staat voor de hoeveelheid van individuele verschillen en
overeenkomsten die tussen mensen bestaan.
Gebaseerd op vier lagen (four layers of diversity)
1. Persoonlijkheid
2. Internal (surface-level) dimensions
3. External (tweede) dimensions
4. Organizational dimensions
Waarom streven naar diversiteit?
➔ Business case: het slimste om te doen
◆ Leidt tot betere prestatie, productiviteit en creativiteit
➔ Moral case: het juiste om te doen
◆ Gelijke kansen voor iedereen
Diversiteit voor-en nadelen voor organisaties en bedrijven
➔ Voordelen: creativiteit, betere prestatie en hogere productiviteit
↪ verschillende perspectieven, achtergronden en benaderingen
➔ Nadelen: minder tevredenheid, inzet, vertrouwen, meer conflicten
↪ categorization proces
Informatie en beslissing maken theorie
➔ Diversiteit → betere beslissingen maken en taakrelevante processen en
besluitvorming
◆ Diverse groepen zijn beter in vroege stadia van probleemoplossingen. Door
hun diverse achtergronden is er een omvattende kijk op een probleem.
◆ Ze kunnen meer alternatieve oplossingen bedenken
◆ Aantal contacten is groter, meer toegang tot informatiebronnen en expertise.
Social Categorization Theory
➔ Diversiteit veroorzaakt het categoriseren van groepen mensen.
➔ Negatieve uitkomsten voor deze groepen:
◆ Gelijkenissen en verschillen tussen groepen ‘wij’ (in-group) en ‘zij’
(out-group).
◆ Favoritisme en het leuker vinden dan de in-group.
◆ Minder leuk en afkeer tegen de out-group
◆ Bewijs → minimal group paradigma
Categorization
➔ Onzekerheids vermindering: “ik ben lid van deze groep”
➔ Eigenwaarde: “ik ben blij dat ik lid ben van deze groep”
➔ Stereotypering: vooroordelen en conflicten door het lid zijn van een in-group. (=
cognitief)
, ◆ In-group Vs. out-group
◆ Competitie over bronnen (mannen krijgen eerder promotie dan vrouwen)
◆ Discriminatie (gedrag)
◆ Prejudice (emotioneel)
◆ Stigma (= sterk negatief label dat mensen opgeplakt krijgen)
Managing diversity
➔ Door het categorization proces te veranderen kunnen de vooroordelen
en conflicten verminderen
◆ Re-categorization: één groep vormen, superordinate
categorization (overkoepelende categorie die kleinere
categorieën omvat zoals dieren en paarden),
gemeenschappelijke groepsidentiteit en duale identiteit (= zowel
de etnische culturele in-group identiteit als de identiteit van de
meerderheid, samenleving).
● Reacties worden positiever op voormalige out-group
leden
● Minder buitensluiting van de out-group members
◆ De-categorization: individu, eigen persoonlijkheid.
● Reacties op voormalige groepsleden worden minder
positief
● Minder in-group favoritisme
➔ Categorization op subordinate level heeft voordelen: diversiteit!
◆ Fault-lines minder opmerkelijk maken
◆ De overkoepelende identiteit versterken (re-categorization)
Minimal group paradigma (= de minimale voorwaarden voor discriminatie tussen groepen)
➔ Groepen worden gevormd op basis van willekeurige criteria
◆ E.g: voorkeur voor schilders of muzieksmaak
➔ Op basis van de uitkomsten van die criteria worden mensen gerangschikt in de
in-group of out-group.
Process model of diversity (boek)
➔ De negatieve gevolgen van diversiteit zijn groter wanneer de breuklijnen (fault lines)
meer opvallen
↪ categorisatieproces gebeurt sneller
➔ Fault lines: virtuele scheidingslijn die groepen scheidt in op demografische
gebaseerde subgroepen
Cultures
Wat is cultuur: "Een reeks gedeelde, aangenomen veronderstellingen die een groep die
bepaalt hoe de groep waarneemt, denkt en reageert in verschillende omgevingen"
