100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

samenvatting natuurkunde hfdst 11

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
5
Geüpload op
13-10-2023
Geschreven in
2020/2021

Het is een uitgebreide samenvatting met plaatjes en de begrippen goed uitgelegd. Doordat het hoofdstuk in verschillende deelparagrafen is opgedeeld is, maakt dat het overzichtelijker met leren. De begrippen zijn dikgedrukt, zodat je ze snel weer terug kan lezen.

Meer zien Lees minder








Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
5

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 11
Geüpload op
13 oktober 2023
Aantal pagina's
5
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

SAMENVATTING NATUURKUNDE HOOFDSTUK 11
§11.1: Straling van sterren
Astronomie doet nauwkeurig en systematisch waarnemingen in het heelal.
Astrofysica zoekt met modellen natuurkundige verklaringen voor deze
waarnemingen en leidt je de eigenschappen van de sterren af. Het
geocentrische wereldbeeld is dat de aarde het centrum van het heelal
is. Je ziet alleen objecten die lichtsterk genoeg zijn om met je oog waar
te nemen en je kunt alleen objecten onderscheiden die onder een
grotere hoek aan de hemel staan dan het scheidend vermogen van
je oog. Het scheidend vermogen is de kleinste hoek waaronder je twee
punten op afstand van elkaar kunt onderscheiden. Een telescoop kan
met een grote lens meer licht verzamelen dan het oog, zodat je
lichtzwakkere objecten aan de hemel kunt waarnemen. De grote lens
(het objectief) verzamelt veel licht op de kleine lens (het oculair) en
daarmee in het oog dat zich direct achter het oculair bevindt.
Lichtbundels van twee hemellichamen bevinden zich onder de hoek 
aan de hemel en komen onder een grotere hoek  uit het oculair. De verhouding /
is de hoekvergroting. Bij een groot ontvangend oppervlak en een sterke
hoekvergroting kun je ver verwijderende en relatief kleine hemelobjecten
waarnemen. Er geldt / = fbbj / focu waarin fbbj en focu de brandpuntafstanden van het
objectief en het oculair zijn. Op aarde staan optische (en infrarood-)telescopen en
radiotelescopen. In andere golflengtegebieden kun je alleen vanaf een plek buiten
de atmosfeer waarnemingen verrichten. Het optische venster is het gebied met
zichtbaar licht en infrarood. Het radiovenster is het gebied met radiogolven van
ongeveer 10-2 tot 101 m. Radiotelescopen registreren elektromagnetische golven
tussen 1 cm en 10 m vanuit het heelal. Met golven van 21,1 cm is de Melkweg in
kaart gebracht. Door signalen van veel schotels op grote afstand van elkaar te
combineren kun je een groot scheidend vermogen bereiken. Ruimtetelescopen
maken door de afwezigheid van atmosferische storingen zeer scherpe opnamen van
het heelal, ook in golflengtegebieden buiten de twee doorlaatvensters van de
aardse atmosfeer.

§11.2: Samenstelling van sterren
Bepaalde golflengtes komen in het kleurenspectrum voor, maar alle
tussenliggende niet. Uit de quantummechanica blijkt dat grootheden soms slechts
specifieke waarden kunnen hebben (= discreet), terwijl in de klassieke
natuurkunde alle waarden mogelijk zijn (= concreet). Het krentenbolmodel en
het rutherfordmodel beschrijven de bouw van een atoom, maar kunnen de
discrete spectra van atomen niet verklaren. Bij het krentenbolmodel beschouw je
een atoom als een homogene bol van positieve lading, waarin negatieve ladingen
aanwezig zijn. Bij het rutherfordmodel bestaat het atoom uit een kleine, zware,
positief geladen kern, waaromheen kleine, lichte, negatief geladen elektronen
bewegen. Als lading versnelt, zendt ze een antenne straling uit. In atoom zou
energieverlies van de elektronen er zo toe leiden dat het snelheid verliest en op de
positieve kern zou storten. Bohr formuleerde drie uitgangspunten voor de bouw
van een atoom, die het discrete gedrag verklaren. Atomen kunnen slechts in
bepaalde stabiele toestanden voorkomen (= stationaire toestanden). Bij elke
toestand hoort een bepaalde waarde van de inwendige energie van het atoom en
door absorptie of emissie van een foton kan het atoom overgaan van de ene naar
de andere toestand.
Voor de uitgangspunten zelf had hij geen verklaringen. Als je energie van een
elektron op grote afstand van de kern gelijkstelt aan 0, zijn deze energieën negatief
(= bindings-energie). Je moet er energie aan toevoeren om een niet-gebonden,
stilstaand elektron te krijgen met E = 0. Een elektron in de kleinste baan is het
€5,57
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
demilut14

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
demilut14 Hogeschool Utrecht
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
13
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen