DEEL 2: Personenbelasting
H1: Inleidende begrippen
3 vragen moeten altijd opgelost worden
• wie? wie is de belastingplichtige?
• wat? wat is het belastbaar feit? een vraag naar de basis / het inkomen
• hoeveel? hoeveel bedraagt de belasting op de basis?
basis x tarief van de belasting = belasting
Er zijn 4 inkomstenbelastingen
• de personenbelasting voor natuurlijke personen
• de vennootschapsbelasting voor rechtspersonen
• de rechtpersonenbelasting voor de o.a. de Vzw
• de belasting niet-inwoner
De wettelijke basis is het WIB (wetboek inkomstenbelasting) & de KB’s tot uitvoering van dit
wetboek
• art.1 & art.2: preliminaire definities
• art.3 t.e.m. art. 178: materie van de personenbelasting
• daarna: materie voor de 3 andere belastingen & de artikels die het formeel recht bepalen
voor deze materies: de rechten & de plichten van de partijen
Personenbelasting kan verschillende statuten aannemen
Bv: zelfstandige -> winst (beroepsinkomen)
Personenbelasting: onderdeel van inkomstenbelasting
grootste federale belasting
wetgeving verandert niet -> elk j KB met indexaties
1. Wie is aan de personenbelasting onderworpen?
Personenbelasting: verschuldigd door de rijksinwoners (art. 3 WIB 1992)
Rijksinwoners
= de natuurlijke personen die
- hun woonplaats in België hebben gevestigd
- wanneer ze geen woonplaats in België hebben, de zetel van hun fortuin in België
hebben gevestigd (art. 2, §1, 1°, lid a WIB 1992)
De woonplaats
= een feitelijke toestand, gekenmerkt door het verblijf of het werkelijk in het land wonen
, Zetel van fortuin
= de plaats van waaruit de goederen die het fortuin vormen, worden beheerd
mag enkel worden ingeroepen als de belastingplichtige geen woonplaats heeft in
België
Bv: natuurlijk persoon: groot fortuin -> woonplaats in fiscaal paradijs maar in feite woont
die in België (zetel van fortuin) -> fiscus: “oke, officieel woont u daar, maar ik kan
aantonen dat hier uw zetel van fortuin is”
Vestiging van woonplaats / zetel van fortuin: wordt naar omstandigheden beoordeeld
Tot bewijs van het tegendeel: alle natuurlijke personen die in het Rijksregister van de
natuurlijke personen zijn ingeschreven: worden geacht hun woonplaats in België te
hebben gevestigd -> rijksinwoner (art. 2, §1, 1°, 2de lid WIB 1992)
Werkelijke woonplaats krijgt voorkeur t.o.v. domicilie
Onweerlegbaar vermoeden: gehuwden / wettelijk samenwonenden die
gemeenschappelijk worden belast: hun belastingwoonplaats wordt bepaald door de
plaats waar het gezin is gevestigd
art. 2, §1, 1°, 3de lid & art. 2, §1, 2° WIB 1992
2. Welke inkomsten zijn belastbaar in de personenbelasting
Belastbare inkomen van rijksinwoner -> bestaat uit 4 categorieën van inkomsten
• onroerende inkomsten
niet als je uw onroerend goed verkoopt
• roerende inkomsten
intresten & dividenden
• beroepsinkomsten
winst zelfstandige, bezoldiging WN
• diverse inkomsten
geen vuilbak
opgesomd in de wet
Netto-inkomen
= bruto-inkomen met aftrek van kosten & verliezen
, Wat wordt er belast? -> het inkomen
↓
netto belastbaar inkomen
(vertrekt van een bruto)
bruto inkomen bewerkingen doen -> netto
- kosten die je moet maken kosten die je moet maken om uw
om inkomen te verwerven / inkomen te krijgen
behouden Bv: transport, bureau, laptop …
voor iedereen verschillend -> fiscus:
vereenvoudigd systeem: forfaitaire
beroepskosten
3. Gemeenschappelijke aangifte of niet in de personenbelasting
2 statuten
• alleenstaand (gehuwd / wettelijk samenwonend) -> ieder wordt belast op eigen
inkomsten
• niet-alleenstaand
Algemene regel: echtgenoten dienen een gemeenschappelijke aangifte in -> in aangifte
vermelden: elk hun eigen inkomsten -> 2 aanslagbiljetten maar gemeenschappelijke
belastingaanslag wordt gevestigd op naam van de gehuwden samen (art. 126, §1 WIB
1992)
Wettelijke samenwonenden = gehuwden op fiscaal gebied (art. 2, §1, 2° WIB 1992)
= 2 personen die bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke
woonplaats een verklaring hebben afgelegd waarin zij laten weten dat ze wettelijk
wensen samen te wonen
art. 1475 – 1476 BW
Voorwaarden voor wettelijke samenwoning
• de OK kan maar door 2 personen worden afgesloten
• elke partner moet meerderjarig zijn
• elke partner mag niet verbonden zijn door het huwelijk, noch door een andere
wettelijke samenwoningsverklaring
kunnen van hetzelfde geslacht hebben & kunnen familiebanden hebben
Einde van de wettelijke samenwoning
• als 1 van de partners overlijdt
• als 1 van de partners huwt
• door de overhandiging van een schriftelijke verklaring van beëindiging aan de
ambtenaar van de burgerlijke stand
H1: Inleidende begrippen
3 vragen moeten altijd opgelost worden
• wie? wie is de belastingplichtige?
• wat? wat is het belastbaar feit? een vraag naar de basis / het inkomen
• hoeveel? hoeveel bedraagt de belasting op de basis?
basis x tarief van de belasting = belasting
Er zijn 4 inkomstenbelastingen
• de personenbelasting voor natuurlijke personen
• de vennootschapsbelasting voor rechtspersonen
• de rechtpersonenbelasting voor de o.a. de Vzw
• de belasting niet-inwoner
De wettelijke basis is het WIB (wetboek inkomstenbelasting) & de KB’s tot uitvoering van dit
wetboek
• art.1 & art.2: preliminaire definities
• art.3 t.e.m. art. 178: materie van de personenbelasting
• daarna: materie voor de 3 andere belastingen & de artikels die het formeel recht bepalen
voor deze materies: de rechten & de plichten van de partijen
Personenbelasting kan verschillende statuten aannemen
Bv: zelfstandige -> winst (beroepsinkomen)
Personenbelasting: onderdeel van inkomstenbelasting
grootste federale belasting
wetgeving verandert niet -> elk j KB met indexaties
1. Wie is aan de personenbelasting onderworpen?
Personenbelasting: verschuldigd door de rijksinwoners (art. 3 WIB 1992)
Rijksinwoners
= de natuurlijke personen die
- hun woonplaats in België hebben gevestigd
- wanneer ze geen woonplaats in België hebben, de zetel van hun fortuin in België
hebben gevestigd (art. 2, §1, 1°, lid a WIB 1992)
De woonplaats
= een feitelijke toestand, gekenmerkt door het verblijf of het werkelijk in het land wonen
, Zetel van fortuin
= de plaats van waaruit de goederen die het fortuin vormen, worden beheerd
mag enkel worden ingeroepen als de belastingplichtige geen woonplaats heeft in
België
Bv: natuurlijk persoon: groot fortuin -> woonplaats in fiscaal paradijs maar in feite woont
die in België (zetel van fortuin) -> fiscus: “oke, officieel woont u daar, maar ik kan
aantonen dat hier uw zetel van fortuin is”
Vestiging van woonplaats / zetel van fortuin: wordt naar omstandigheden beoordeeld
Tot bewijs van het tegendeel: alle natuurlijke personen die in het Rijksregister van de
natuurlijke personen zijn ingeschreven: worden geacht hun woonplaats in België te
hebben gevestigd -> rijksinwoner (art. 2, §1, 1°, 2de lid WIB 1992)
Werkelijke woonplaats krijgt voorkeur t.o.v. domicilie
Onweerlegbaar vermoeden: gehuwden / wettelijk samenwonenden die
gemeenschappelijk worden belast: hun belastingwoonplaats wordt bepaald door de
plaats waar het gezin is gevestigd
art. 2, §1, 1°, 3de lid & art. 2, §1, 2° WIB 1992
2. Welke inkomsten zijn belastbaar in de personenbelasting
Belastbare inkomen van rijksinwoner -> bestaat uit 4 categorieën van inkomsten
• onroerende inkomsten
niet als je uw onroerend goed verkoopt
• roerende inkomsten
intresten & dividenden
• beroepsinkomsten
winst zelfstandige, bezoldiging WN
• diverse inkomsten
geen vuilbak
opgesomd in de wet
Netto-inkomen
= bruto-inkomen met aftrek van kosten & verliezen
, Wat wordt er belast? -> het inkomen
↓
netto belastbaar inkomen
(vertrekt van een bruto)
bruto inkomen bewerkingen doen -> netto
- kosten die je moet maken kosten die je moet maken om uw
om inkomen te verwerven / inkomen te krijgen
behouden Bv: transport, bureau, laptop …
voor iedereen verschillend -> fiscus:
vereenvoudigd systeem: forfaitaire
beroepskosten
3. Gemeenschappelijke aangifte of niet in de personenbelasting
2 statuten
• alleenstaand (gehuwd / wettelijk samenwonend) -> ieder wordt belast op eigen
inkomsten
• niet-alleenstaand
Algemene regel: echtgenoten dienen een gemeenschappelijke aangifte in -> in aangifte
vermelden: elk hun eigen inkomsten -> 2 aanslagbiljetten maar gemeenschappelijke
belastingaanslag wordt gevestigd op naam van de gehuwden samen (art. 126, §1 WIB
1992)
Wettelijke samenwonenden = gehuwden op fiscaal gebied (art. 2, §1, 2° WIB 1992)
= 2 personen die bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke
woonplaats een verklaring hebben afgelegd waarin zij laten weten dat ze wettelijk
wensen samen te wonen
art. 1475 – 1476 BW
Voorwaarden voor wettelijke samenwoning
• de OK kan maar door 2 personen worden afgesloten
• elke partner moet meerderjarig zijn
• elke partner mag niet verbonden zijn door het huwelijk, noch door een andere
wettelijke samenwoningsverklaring
kunnen van hetzelfde geslacht hebben & kunnen familiebanden hebben
Einde van de wettelijke samenwoning
• als 1 van de partners overlijdt
• als 1 van de partners huwt
• door de overhandiging van een schriftelijke verklaring van beëindiging aan de
ambtenaar van de burgerlijke stand