$1.1 Stofeigenschappen.
Scheikunde gaat over stoffen en chemische reacties.
Mengsel bestaat uit twee of meer stoffen. Zuivere stof bestaat uit een stof. Er zijn meer
mengsels dan zuivere stoffen.
Chemische reactie= als een stof verandert in een andere Stof.
Stofeigenschap= eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen.
Voorbeelden van Stof eigenschappen kleur, smaak, oplosbaarheid, brandbaarheid en de fase
by kamertemperatuur. Ook is de smeltpunt en kookpunt een stofeigenschap.
Smeltpunt punt= waarop een stof smelt.
Kookpunt= punt waarop een stof kookt.
Eigenschappen die je kunt meten, heten grootheden. De eenheid is de maat waarop je de
grootheid meet. De combinatie van volume en massa = de dichtheid, dit is wel een
stofeigenschap.
Dichtheid van een stof: massa per volume-eenheid van die stof. dichtheid: massa: volume
In de Scheikunde zet je de getallen meestal in de wetenschappelijke notatie.
5000-5x10x10x10 = 510
$1.2-veiligheid
Gevarenpictogrammen geven het risico van stoffen aan. Online kun je informatie vinden
over Stoffen en hoe je er veilig mee om moet gaan. Bij Veiligheidsinformatie zijn vaak ook de
H-en p-zinnen gegeven.
H-zinnen= gezondheidsgevaren bijvoorbeeld huidirritatie, brandwonden.
P-zinnen = preventie het voorkomen van ongelukken.
5 veiligheidsregels= draag altijd een bril, draag een laboratoriumjas en knoop deze dicht,
bind lange haren samen, raak stoffen niet met handen aan, eet en drink niet in een
practicumlokaal.
Gele vlam= pauze vlam, kleurloze vlam= beetje stof te verwarmen, ruisende vlam= grote
hoeveelheden te verwarmen.
Gedestilleerd water= water waar opgeloste stoffen uit verwijderd zijn.
Tijdens onderzoek:
1. Stel onderzoeksvraag op
2. bedenk experimenten
3. maak een werkplan.
4. voer het experiment uit.
Je houdt ook een logboek bijv om te lezen wat er op een bepaald moment gebeurd is. Je
noemt dingen die je tijdens een experiment doet = handelingen. Wat je kunt zien, horen,
voelen of ruiken tijdens de handelingen = waarnemingen. Uit waarneming en kun je een
conclusie trekken.