1. Gangcyclus
1.1 gaan/wandelen/stappen
= verplaatsen van punt a naar punt b (zonder te veel energie kwijt te raken)
Samenspel van
gewrichten, spieren, aaansturing, zenuwstelsels.
Adaptatie
= obstakels
Trappen, drempels, ongelijke ondergrond, oneffenheden.
Streven naar
Optimaal energiebehoud
Hoe meer energie verbruiken, hoe lastiger, hoe minder lang we het volhouden, hoger risico
op overbelasting.
1.2 bewegingsanalyse
= Normaal stappatroon vs pathologisch stappatroon
Stappatroon die word beïnvloed door pijn = antalgisch stappatroon
Hoe?
We gaan kijken als er afwijkingen zijn van het standaardstappatroon.
We gaan beschrijvend werken, dus we nemen nog geen conclusies.
1.3 gangcyclus
= repetitieve opeenvolging van bewegingen
• Verplaatsing lichaam
• Behoud van stabiliteit
o Kleine kinderen leren het door te oefenen
o Ouderen door gebruik van looprekje
• Samenspel van
o ROM van gewrichten
▪ Als een gewricht niet kan bewegen, dan is er een afwezigheid van
rom (brace of gips)
▪ Twee multi-segmentale OL vs lichaamsgewicht
o Vs spieractiviteit
▪ Timing
• Ontspannen ze op het juiste moment
• Samenspel van anogisten & antagonisten
▪ Intensiteit
• Te hoog, sneller vermoeid & overbelasting
• Te laag, beweging niet 100% uitgevoerd worden
1
,3 basis benaderingen
➢ opsplitsen gangcyclus in verschillende fases
➢ Tijd- en ruimte variabelen
➢ Opsplitsen in functionele fases
1.3.1 opsplitsen gangcyclus in verschillende fases
Bij verplaatsing lichaam
▪ Minstens 1 lidmaat maakt contact met grondoppervlak
o Zoniet, dan ben je aan het lopen.
▪ Ander lidmaat verplaatst zich naar volgend contact met grondoppervlak.
▪ Continue afwisseling tussen beide ledematen.
▪ Overdracht lichaamsgewicht van ene kant naar andere kant.
o Lichaamsgewicht altijd verplaatsen naar het belaste OL
o Verplaatsen wanneer we bilateraal dipodaal contact maken
Gangcyclus
= 1 opeenvolging van deze acties door 1 lidmaat
Startpunt
Initieel grondcontact
Meestal hielcontact, maar niet altijd
Hielcontact
Unitieel voorvoetcontact
Foot flat
(Voorvoetcontact & hiel tegelijk op de grond)
Twee fasen gangcyclus
A. Standsfase
• Voet maakt contact met grondoppervlak
• Start: initieel contact
Timing
o 60% stands
▪ 10% initial double limb stance
▪ 40% single limb stance
▪ 10% terminal double limb stance
o 40% zwaaifase
Percentage verandert naarmate de snelheid stijgt
Sneller stappen = stands zakken, zwaai stijgen
40%-60% = lopen
2
, Duur
o Afhankelijk van stapsnelheid
o Basis karakteristiek stappen
▪ Dubbel contact voeten voor gewichtsoverdracht
▪ Geen dubbel contact = lopen
o Duur van de twee fases omgekeerd evenredig met stapsnelheid
▪ Snelheid omhoog => duur stands- & zwaaifase omlaag
▪ Snelheid omhoog => evenredige verhouding
o Single limb omhoog
o Initial & terminal double limb omlaag
B. Zwaaifase
• Voet beweegt vrij in de lucht (geen contact met ondergrond)
• Start: toe-off (=loskomen voet/digiti van de grond)
Initieel grondcontact => volledig contact => tibia van posterieur naar anterieur =>
voorvoetcontact contact => tibia naar anterieur => toe-off (zwart naar wit)
Drie fasen standsfase
• Initial double limb
o Beide voeten op de grond na initieel contact
o Geen gelijke verdeling tussen li-re
• Single limb stance
o Start: contralaterale voet verlaat grond voor zwaaifase
o Volledig lichaamsgewicht op belaste lidmaat
o Zwaaifase van linker, single limb van rechter
• Terminal double limb stance
o Start: contralateraal initieel contact
o Einde: homolaterale voet verlaat grond voor zwaaifase
o Geen gelijke verdeling tussen li-rem
3
, 1.3.2 tijd- en ruimte variabelen= spatie-temporeel
1. Stride (schrede
• Volledige gangcyclus gebaseerd op 1 OL
• Interval tss 2 opeenvolgende initial contacts
• Li + re stap
2. Step (stap)
• Interval tss initial contact homolaterele en heterolaterale kant
• 2 stappen in 1 schrede
• 1 stap
• Lengte afhankelijk van lichaamslengte
•
3. Staplengte / schrede
= afstand
4. Snelheid
= staplengte x stapfrequentie
Gemiddelde nemen
Meestal in km/u of m/sec
5. Cadans/ritme
= aantal stoppen per tijdseenheid (min)
Evenredig volgens snelheid
6. Geometrische symmetrie
Vergelijking re en li staplengte
Staplengte gelijk = symmetriefactor 1
Meten via drukmetingen
7. Gangbasis
= afstand tss midden calcanei (tijdens double stands)
Zijdelings lineaire afstand
Gemiddelde 7,5cm (vuist)
Variabel
4
1.1 gaan/wandelen/stappen
= verplaatsen van punt a naar punt b (zonder te veel energie kwijt te raken)
Samenspel van
gewrichten, spieren, aaansturing, zenuwstelsels.
Adaptatie
= obstakels
Trappen, drempels, ongelijke ondergrond, oneffenheden.
Streven naar
Optimaal energiebehoud
Hoe meer energie verbruiken, hoe lastiger, hoe minder lang we het volhouden, hoger risico
op overbelasting.
1.2 bewegingsanalyse
= Normaal stappatroon vs pathologisch stappatroon
Stappatroon die word beïnvloed door pijn = antalgisch stappatroon
Hoe?
We gaan kijken als er afwijkingen zijn van het standaardstappatroon.
We gaan beschrijvend werken, dus we nemen nog geen conclusies.
1.3 gangcyclus
= repetitieve opeenvolging van bewegingen
• Verplaatsing lichaam
• Behoud van stabiliteit
o Kleine kinderen leren het door te oefenen
o Ouderen door gebruik van looprekje
• Samenspel van
o ROM van gewrichten
▪ Als een gewricht niet kan bewegen, dan is er een afwezigheid van
rom (brace of gips)
▪ Twee multi-segmentale OL vs lichaamsgewicht
o Vs spieractiviteit
▪ Timing
• Ontspannen ze op het juiste moment
• Samenspel van anogisten & antagonisten
▪ Intensiteit
• Te hoog, sneller vermoeid & overbelasting
• Te laag, beweging niet 100% uitgevoerd worden
1
,3 basis benaderingen
➢ opsplitsen gangcyclus in verschillende fases
➢ Tijd- en ruimte variabelen
➢ Opsplitsen in functionele fases
1.3.1 opsplitsen gangcyclus in verschillende fases
Bij verplaatsing lichaam
▪ Minstens 1 lidmaat maakt contact met grondoppervlak
o Zoniet, dan ben je aan het lopen.
▪ Ander lidmaat verplaatst zich naar volgend contact met grondoppervlak.
▪ Continue afwisseling tussen beide ledematen.
▪ Overdracht lichaamsgewicht van ene kant naar andere kant.
o Lichaamsgewicht altijd verplaatsen naar het belaste OL
o Verplaatsen wanneer we bilateraal dipodaal contact maken
Gangcyclus
= 1 opeenvolging van deze acties door 1 lidmaat
Startpunt
Initieel grondcontact
Meestal hielcontact, maar niet altijd
Hielcontact
Unitieel voorvoetcontact
Foot flat
(Voorvoetcontact & hiel tegelijk op de grond)
Twee fasen gangcyclus
A. Standsfase
• Voet maakt contact met grondoppervlak
• Start: initieel contact
Timing
o 60% stands
▪ 10% initial double limb stance
▪ 40% single limb stance
▪ 10% terminal double limb stance
o 40% zwaaifase
Percentage verandert naarmate de snelheid stijgt
Sneller stappen = stands zakken, zwaai stijgen
40%-60% = lopen
2
, Duur
o Afhankelijk van stapsnelheid
o Basis karakteristiek stappen
▪ Dubbel contact voeten voor gewichtsoverdracht
▪ Geen dubbel contact = lopen
o Duur van de twee fases omgekeerd evenredig met stapsnelheid
▪ Snelheid omhoog => duur stands- & zwaaifase omlaag
▪ Snelheid omhoog => evenredige verhouding
o Single limb omhoog
o Initial & terminal double limb omlaag
B. Zwaaifase
• Voet beweegt vrij in de lucht (geen contact met ondergrond)
• Start: toe-off (=loskomen voet/digiti van de grond)
Initieel grondcontact => volledig contact => tibia van posterieur naar anterieur =>
voorvoetcontact contact => tibia naar anterieur => toe-off (zwart naar wit)
Drie fasen standsfase
• Initial double limb
o Beide voeten op de grond na initieel contact
o Geen gelijke verdeling tussen li-re
• Single limb stance
o Start: contralaterale voet verlaat grond voor zwaaifase
o Volledig lichaamsgewicht op belaste lidmaat
o Zwaaifase van linker, single limb van rechter
• Terminal double limb stance
o Start: contralateraal initieel contact
o Einde: homolaterale voet verlaat grond voor zwaaifase
o Geen gelijke verdeling tussen li-rem
3
, 1.3.2 tijd- en ruimte variabelen= spatie-temporeel
1. Stride (schrede
• Volledige gangcyclus gebaseerd op 1 OL
• Interval tss 2 opeenvolgende initial contacts
• Li + re stap
2. Step (stap)
• Interval tss initial contact homolaterele en heterolaterale kant
• 2 stappen in 1 schrede
• 1 stap
• Lengte afhankelijk van lichaamslengte
•
3. Staplengte / schrede
= afstand
4. Snelheid
= staplengte x stapfrequentie
Gemiddelde nemen
Meestal in km/u of m/sec
5. Cadans/ritme
= aantal stoppen per tijdseenheid (min)
Evenredig volgens snelheid
6. Geometrische symmetrie
Vergelijking re en li staplengte
Staplengte gelijk = symmetriefactor 1
Meten via drukmetingen
7. Gangbasis
= afstand tss midden calcanei (tijdens double stands)
Zijdelings lineaire afstand
Gemiddelde 7,5cm (vuist)
Variabel
4