100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting methodologie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
16
Geüpload op
12-10-2017
Geschreven in
2017/2018

Samenvatting in het nederlands van het vak methodologie 1. Gebruik gemaakt van het boek Research Methods A Process of Inquiry geschreven door Graziano en Raulin. Ook zit in de samenvatting een introductie in de statistiek verwerkt. Het vak werd gegeven door Sander Los.

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Onbekend
Geüpload op
12 oktober 2017
Aantal pagina's
16
Geschreven in
2017/2018
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting methodologie.
Psychologie is een empirische wetenschap.

Tenacity= volhardendheid wat is niet een goede manier om als argumentatie te gebruiken.
Rationaliteit: correct redeneren en juiste conclusies trekken.
Empirisme: kennis door observatie.
Deductie: uitgaan van zekere kennis en komen naar nieuwe zekere kennis door concluderen.
Inductie: specifieke zaken uitgaan en daardoor conclusie trekken. Niet noodzakelijk zekere
conclusie.

In de tijd van de Grieken:
Sterk rationalisme en geen empirisme.
Kennis uit de wereld is niet te vertrouwen maar moet uit jezelf komen oftewel uit
godscreatie.
Later werd door Aristoteles wel ook geobserveerd.
Toetsen van gedachten werd niet gedaan.
Alexander de grote veroverde grote gebieden en verspreidde daarmee de Griekse cultuur.

Tijd van Alexandria:
Klein beetje rationalisme en veel empirisme.
Observaties werden gewrongen tot het in een conclusie past.

Islamitische samenleving:
Stonden erg open voor andere ideeën en ontwikkelde het gedachtengoed van de grieken
verder. Het getallenstelsel is door hun ontwikkeld. De 0, het eenheden/tientallen/
honderdtallen en de algebra.

De middeleeuwen:
De ontwikkeling stond stil. Daarna kwam in de renaissance de oude teksten opnieuw
beschikbaar.

Wetenschappelijke revolutie:
Mensen begonnen te twijfelen of het niet allemaal niet waar was.
Copernicus  heliocentrische zonnesysteem (alles draait om de zon)
Galileo  specifieker observeren en experimenteren oftewel gedachten testen.
Kepler  banen planeten elliptisch
Newton  concludeerde dingen uit de geobserveerde verschijnselen wat nog niet eerder
gedaan was.

Observatie  data  testen  theorie  voorspelling  data  testen ……

Psychophysics: studies over de relatie tussen lichaam en gedachten
Behaviorisme: kijken naar gedrag wat uiterlijk waarneembaar is.
Pavlov and skinner  stimulus – response (S-R theory)

,Psychodynamics: gedrag wordt niet alleen door bewustzijn gestuurd maar komen vooral ook
onbewust tot stand.
Congnitive psychologie: Stimulus – organism – respons (S-O-R theorie)

Filosofie is de moeder van alle andere wetenschappen. Basisbeginselen worden nog steeds
onderzocht door filosofie (wetenschapsfilosofen).

Assumpties zijn basisaannamen, een uitspraak die zonder getoetst te zijn wordt
geaccepteerd.

Je kunt aannames onderverdelen in reality en design. Reality zijn ook daadwerkelijk zichtbare
verschijnselen zoals bliksemschicht. Design is niet direct waarneembaar zoals angst.

Reificatie: de neiging om een construct te behandelen alsof het deel uitmaakt van reality.

Inferenties zijn gevolgtrekkingen.

Inductie: van specifieke observaties naar algemene waarheid waarbij altijd een zekere mate
van onzekerheid bestaat. Generaliseren van observaties.
Deductie: van algemeen naar specifiek (van design naar reality)
Construct is vooral te vinden in de inleiding en discussie.

Hypothese is een test baar idee maar hoeft niet te zien te zijn bij een observatie.
De predictie is een test baar gevolg van de hypothese. Moet te zien kunnen zijn.

Theorie: een systeem van logische coherente uitspraken over een bepaald gebied van reality.
Kenmerken:
- Een systeem kan zichzelf niet tegenspreken.
- Deelhypotheses weer kunnen toetsen.
- Het moet falsifieerbaar zijn en zuinig/ eenvoudig/ nuttig zijn.
 Falsifieerbaar: als een theorie fout is dan moet het ook te kunnen laten zien.
 Parsimonious: met minder aannames meer verklaren is eigenlijk beter.
Model: een theorie die in bepaalde dingen gebruikt wordt. Maakt de realiteit even kleiner
zodat er mee te testen is en wordt meestal ook iets simpeler gemaakt.

Verification: de data klopt met de hypothese.
Falsification: de data klopt niet met de hypothese.

In de wetenschap is het veelzeggender als iets gefalsificeerd wordt omdat je nooit andere
theorieën kunt uitsluiten bij verificatie.

Premissen: uitspraken waar we de waarheid van aannemen.
Gededuceerde proposities: afgeleide van de premissen als die waar zijn.
De laatste gededuceerde propositie is de conclusie.

, Valide argument:
1. Als Q waar is dan is R waar (antecedent)
2. Q is waar (consequent)
3. Dan moet R waar zijn
Confirmatie van de antecedent.
Het ontkennen van de consequent kan ook. (modus tollens (MT))




Deductive argument:
Conclusie (~H) is zeker als de premissen waar zijn.
Inductive argument:
Conclusie (H) is waarschijnlijk waar is niet met zekerheid te zeggen.

Een goede theorie:
- Veel kans op falsifications
- Bold predictions: voorspellingen die niet vaak voorkomen dus is indrukwekkend als
het uitkomt.

Pseudoscience: geen echte wetenschap maar doet zich voor als dat wel te zijn.

Bronnen voor een onderzoeksvraag:
- Buitenwereld/ ervaringen
- Theorieën en al eerder gedaan onderzoek
- Toegepast onderzoek in opdracht

Toegepast onderzoek: een praktisch probleem onderzoeken
Basis/ fundamenteel onderzoek: richt zich op het begrijpen niet op toepassen
Vertalend onderzoek: beginnen bij fundamenteel en gaan daarna op zoek naar toepassingen.

Mate van inperking: op basis van de vraag moet je een methode zoeken. Zorgt voor
beperking maar bij verkeerde methode krijg je geen antwoord.
 Hoe specifieker de vraag hoe meer inperkingen.
 Hoe meer inperkingen hoe sterker de conclusies.

Van minst beperkend tot meest beperkend onderzoek:

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
heijden99 Vrije Universiteit Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
70
Lid sinds
8 jaar
Aantal volgers
62
Documenten
17
Laatst verkocht
1 jaar geleden

3,4

11 beoordelingen

5
1
4
4
3
4
2
2
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen