Beroepscode Verzorgende/ Verpleegkundige
Als verpleegkundige of verzorgende richt je je op de kwaliteit van leven en het welzijn van
zorgvragers. Dat doe je door het bevorderen, instandhouden en herstellen van gezondheid
en het voorkomen van ziekte en beperking of door lijden en ongemak te verlichten. Je
ondersteunt en begeleidt mensen met een verstandelijke beperking, meestal in
samenspraak met hun naasten/ vertegenwoordigers. Als het gaat om baby’s, kinderen of
wilsonbekwame mensen, is je zorg ook gericht op begeleiding en ondersteuning van de
naasten. Je begeleidt zorgvragers in de stervensfase. Uitgangspunt bij je beroepsuitoefening
is dat de regie zoveel mogelijk bij de zorgvrager ligt; dat de zorgvrager, als hij dat wil en kan,
zelf bepaalt wat voor hem belangrijk is. Je ondersteunt en stimuleert de zorgvrager, zijn
naasten en zijn sociale netwerk om zo goed mogelijk met de gevolgen van de ziekte of
aandoening om te gaan (zelfmanagement) op basis van de meest actuele
(wetenschappelijke) inzichten. De aandacht gaat daarbij vooral naar wat de zorgvrager nog
wel kan. Je ondersteunt de zorgvrager bij het behoud van belangrijke rollen, die door zijn
ziekte of beperking onder druk zijn komen te staan, of zoekt met hem naar nieuwe rollen die
voor hem van betekenis kunnen zijn. Daarbij heb je als verpleegkundige of verzorgende je
eigen taken en verantwoordelijkheden.
Doel van de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden
De Beroepscode geeft je de waarden en normen van de beroepsgroep. Hoewel de taken en
verantwoordelijkheden van verpleegkundigen en verzorgenden verschillen, komen de
waarden en normen van de beroepen overeen. Die waarden en normen maken duidelijk hoe
je je beroep als verpleegkundige of verzorgende op een goede manier uit kunt oefenen.
Belangrijke waarden zijn bijvoorbeeld: betrouwbaarheid, respect, eerlijkheid,
rechtvaardigheid, niet schaden, respect voor de autonomie van de zorgvrager. De
Beroepscode helpt je bij je handelen en de verantwoording daarvan. Daarnaast maakt de
Beroepscode aan zorgvragers en hun naasten, mantelzorgers, andere zorgverleners,
zorgaanbieders en de samenleving als geheel duidelijk wat zij van jou als verpleegkundige
of verzorgende mogen verwachten.
De Beroepscode is een leidraad voor je handelen als professional. Hij geeft je
aanknopingspunten om te bepalen hoe je je in je beroepsuitoefening als professional
gedraagt. De code biedt je ook handvatten om in complexe situaties een weloverwogen
afweging te maken over wat goede zorg in deze situatie vraagt. De Beroepscode beschrijft
niet in detail hoe je moet handelen. Het is belangrijk dat je altijd zelf nadenkt over de
betekenis van de artikelen in specifieke situaties en dat je de Beroepscode vertaalt naar je
eigen situatie.
Voor wie is de Beroepscode bedoeld?
De Beroepscode richt zich op jou als verpleegkundige of verzorgende. Het maakt daarbij
niet uit in welke functie je werkt. Ook vanuit een andere functie dan de primaire zorg, zoals
bijvoorbeeld in onderwijs, management of onderzoek, draag je bij aan de beroepsuitoefening
en heb je een verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorgverlening
Als verpleegkundige of verzorgende richt je je op de kwaliteit van leven en het welzijn van
zorgvragers. Dat doe je door het bevorderen, instandhouden en herstellen van gezondheid
en het voorkomen van ziekte en beperking of door lijden en ongemak te verlichten. Je
ondersteunt en begeleidt mensen met een verstandelijke beperking, meestal in
samenspraak met hun naasten/ vertegenwoordigers. Als het gaat om baby’s, kinderen of
wilsonbekwame mensen, is je zorg ook gericht op begeleiding en ondersteuning van de
naasten. Je begeleidt zorgvragers in de stervensfase. Uitgangspunt bij je beroepsuitoefening
is dat de regie zoveel mogelijk bij de zorgvrager ligt; dat de zorgvrager, als hij dat wil en kan,
zelf bepaalt wat voor hem belangrijk is. Je ondersteunt en stimuleert de zorgvrager, zijn
naasten en zijn sociale netwerk om zo goed mogelijk met de gevolgen van de ziekte of
aandoening om te gaan (zelfmanagement) op basis van de meest actuele
(wetenschappelijke) inzichten. De aandacht gaat daarbij vooral naar wat de zorgvrager nog
wel kan. Je ondersteunt de zorgvrager bij het behoud van belangrijke rollen, die door zijn
ziekte of beperking onder druk zijn komen te staan, of zoekt met hem naar nieuwe rollen die
voor hem van betekenis kunnen zijn. Daarbij heb je als verpleegkundige of verzorgende je
eigen taken en verantwoordelijkheden.
Doel van de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden
De Beroepscode geeft je de waarden en normen van de beroepsgroep. Hoewel de taken en
verantwoordelijkheden van verpleegkundigen en verzorgenden verschillen, komen de
waarden en normen van de beroepen overeen. Die waarden en normen maken duidelijk hoe
je je beroep als verpleegkundige of verzorgende op een goede manier uit kunt oefenen.
Belangrijke waarden zijn bijvoorbeeld: betrouwbaarheid, respect, eerlijkheid,
rechtvaardigheid, niet schaden, respect voor de autonomie van de zorgvrager. De
Beroepscode helpt je bij je handelen en de verantwoording daarvan. Daarnaast maakt de
Beroepscode aan zorgvragers en hun naasten, mantelzorgers, andere zorgverleners,
zorgaanbieders en de samenleving als geheel duidelijk wat zij van jou als verpleegkundige
of verzorgende mogen verwachten.
De Beroepscode is een leidraad voor je handelen als professional. Hij geeft je
aanknopingspunten om te bepalen hoe je je in je beroepsuitoefening als professional
gedraagt. De code biedt je ook handvatten om in complexe situaties een weloverwogen
afweging te maken over wat goede zorg in deze situatie vraagt. De Beroepscode beschrijft
niet in detail hoe je moet handelen. Het is belangrijk dat je altijd zelf nadenkt over de
betekenis van de artikelen in specifieke situaties en dat je de Beroepscode vertaalt naar je
eigen situatie.
Voor wie is de Beroepscode bedoeld?
De Beroepscode richt zich op jou als verpleegkundige of verzorgende. Het maakt daarbij
niet uit in welke functie je werkt. Ook vanuit een andere functie dan de primaire zorg, zoals
bijvoorbeeld in onderwijs, management of onderzoek, draag je bij aan de beroepsuitoefening
en heb je een verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorgverlening