Hoofdstuk 6. Milieu en Natuur
6.1 Geluidsoverlast
6.1.1.
Om geluidsvoorschriften te verbinden aan een evenement kan gebruik worden gemaakt van
bepalingen in de vergunning, eventueel in combinatie met bepalingen uit de Wet Milieubeheer.
6.1.2.
Voor de Wet Milieubeheer moet sprake zijn van ‘inrichting’ en daar zal bij een incidenteel of eenmalig
evenement geen sprake van zijn. Daarom zal voor dat soort evenementen meestal de mogelijkheid
van bepalingen van de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) gebruikt worden.
6.1.3.
In gebouwen waar regelmatig evenementen plaatsvinden, zal wel spraken zijn van een inrichting en
zullen bepalingen op grond van de Wet Milieubeheer kunnen worden gesteld.
6.1.4.
In de model-APV van de VNG is een regeling ter voorkoming van geluidshinder opgenomen. Voor
evenementen is het van belang dat er – in de vorm van ontheffingen- wel geluidshinder kan worden
toegestaan. Veel evenementen, vooral muziekevenementen, hebben bij het maken van geluid van een
voldoende niveau nodig.
6.1.5.
De grens van wat in redelijkheid van omwonenden kan worden gevraagd te accepteren ligt in het
algemeen bij het vaak gehanteerde begrip ‘onduldbaar’. In de vergunning zullen geluidsniveaus
moeten worden aangegeven die niet mogen worden overschreden. Ook moet duidelijk worden
gemaakt op welke plaats de normen van toepassing zijn en welke meet- of controlemethode dient te
worden toegepast.
6.1.6.
Voor de perceptie van bewoners is het verschil met hun standaard achtergrondniveau van belang voor
de mate waarin zij overlast voelen. Dat varieert in woningen (binnen), er is een schema vastgesteld.
Dagperiode (0700-1900): 35dB(A), avondperiode (1900-2300): 30dB (A), nachtperiode (2300-0700):
25 dB(A).
6.1.7.
Om de grens van het optreden van hinder niet te overschrijden, dient binnen als maximaal toelaatbaar
geluidsniveau te worden aangehouden met de laagste waarde van:
- Het referentieniveau van +20 dB(A);
- + het absolute geluidsniveau van 50 dB(A).
Rekening houdend met een gemiddelde gevelisolatie van 20 à 25 dB(A) leidt deze benadering tot
maximaal toelaatbare gevelbelastingen.
Tabel: normering op basis van hinder/spraakverstaanbaarheid (per Db a)
Periode Basisnorm Max. niveau Gevelisolatie Maximale
binnen gevelbelasting
Dag 35 dB(A) 50 dB(A) 20-25 dB(A) 70-75 dB(A)
Avond 30 dB(A) 50 dB(A) 20-25 dB(A) 70-75 dB(A)
Nacht 25 dB(A) 45 dB(A) 20-25 dB(A) 65-70 dB(A)
,6.1.8.
’s Nachts dient naast het hindercriterium het wel of niet kunnen slapen als criterium te worden
meegenomen.
Tabel: normering ook getoetst op slaapverstoring
Periode Basisnorm Max. niveau Gevelisolatie Maximale
binnen gevelbelasting
Dag 35 dB(A) 50 dB(A) 20-25 dB(A) 70-75 dB(A)
Avond 30 dB(A) 50 dB(A) 20-25 dB(A) 70-75 dB(A)
Nacht 25 dB(A) 45 dB(A) 20-25 dB(A) 65-70 dB(A)
Nacht 25 dB(A) 25 dB(A) (slapen) 20-25 dB(A) 45-50 dB(A)
6.1.9.
Het is gebruikelijk en verdedigbaar om voor de dagen waarop een vrije dag volgt de normstelling voor
de nachtperiode met 1 of 2 uur te verschuiven naar resp. 24.00 of 01.00 uur.
Uitvoering
6.1.10.
Een gemeente doet er goed aan te inventariseren welke locaties in principe in aanmerking komen
voor het houden van evenementen. Op deze locaties kan eenvoudig de afstand worden bepaald tot
de meest nabijgelegen gevoelige bebouwingen. Als de afstand bekend is, kan berekend worden van
wat voor bronvermogen van orkest of luidspreker sprake mag zijn.
6.1.11.
Als vooraf blijkt dat niet aan de normen kan worden voldaan, bestaat voor de organisatie en de
gemeente de mogelijkheid tot zoeken naar alternatieven. Gemeente en organisatie moeten samen
zoeken naar een goede manier om het evenement zonder overlast plaats te laten vinden.
6.1.12.
In de praktijk zal het, als vooraf niet nagedacht is, lastig zijn bij overschrijding van gestelde normen
muziek uit te zetten, op grond van argumenten als ‘verstoring van openbare orde’ wanneer er veel
publiek is.
Handhaving
6.1.13.
Bij overschrijding van de voorschriften uit de vergunning kan op twee manieren worden opgetreden:
- Bestuursrechtelijk;
o Op grond van de Gemeentewet (toepassen bestuursdwang)
- Strafrechtelijk.
o Op grond van overschrijden voorwaarden vergunning
Hierbij zal worden overwogen of het bevel tot handhaven van de voorwaarden
van de vergunning een gepast middel is (bijvoorbeeld in verband met openbare
orde)
6.1.14
Het is wenselijk nadruk te leggen op preventieve handhaving om de noodzaak van repressieve
handhaving te voorkomen.
,Conclusies
6.1.15.
Bij aanvraag van een vergunning of ontheffing is het verstandig meteen te toetsen of aan de te stellen
normen kan worden voldaan:
- Indien niet: kiezen voor alternatief (andere locatie, opzet evenement)
- Indien wel:
o In vergunning/ontheffing uitgangspunten en maximaal toelaatbare geluidsniveaus
vastleggen;
o Omwonenden van een evenement tijdig (laten) informeren omtrent wat toegestaan is.
6.1.16.
Als moet worden opgetreden: alle belangen afwegen. Bij strafrechtelijk handhaven wordt het optreden
door middel van een politiebevel getoetst. Er wordt gekeken:
- Of het gezien de omstandigheden naar redelijk inzicht noodzakelijk is, en;
- Of het een gepast middel is.
Het niet kunnen handhaven van de openbare orde kan het onmiddellijk beëindigen van de overtreding
door middel van een politiebevel in de weg staan.
Eigen maatregelen evenementenbranche
6.1.17.
Voor de organisator en de ingehuurde geluidsapparatuurbedrijven zijn diverse mogelijkheden
aanwezig om zelf actief om te gaan met het voorkomen van geluidsoverlast: dit kan bij uitstek in de
vorm van een geluidsbeheersplan.
6.1.18.
Onderwerpen die in een geluidsbeheersplan voor evenementen buiten langs kunnen komen:
- Ontwerp van het terrein;
- De richting waarin de geluidsbronnen werken;
- Het gebruik van tenten in plaats van staan in de open lucht;
- Het ophangen van het geluid, gericht op het publiek;
- Het gebruiken van meer luidsprekers, op andere plaatsen, dichterbij het publiek (oftewel delays);
- Het ontwerp van de geluidsinstallatie;
- Het beheersen van de geproduceerde volumes.
6.1.19.
Voor evenementen binnen:
- Materialen die gebruikt worden en de constructie van gebouwen, zaal;
- Gebruik van geluidsisolatie;
- Het richten van het geluid op het publiek;
- Het gebruiken van meer luidsprekers op verschillende plaatsen;
- Het ontwerp van de geluidsinstallatie.
, 6.2 Dieren en planten op of in de buurt van het terrein (buitenevenementen)
6.2.1.
Er zijn diverse stukken wet- en regelgeving waar men rekening mee moet houden bij het organiseren
van een evenement op een bepaald terrein. Overzicht (6.2.2.):
Wet-/regelgeving Doel Methode Van belang voor
evenementen
Habitatrichtlijn Bevordering Aanwijzen speciale Geen storende
(Europees) biologische beschermingszones factoren in of nabij
verscheidenheid deze gebieden
Vogelrichtlijn Bescherming en Geen storende
(Europees) beheer vogels factoren in
leefgebieden met
gevolge voor
voortbestaan
beschermde soorten
Flora- en Faunawet Bescherming planten Verbiedt bepaalde Geen handelingen
(Nederlands) en diersoorten die in handelingen met planten die bepaalde plant-
het wild leven of dieren of diersoorten
kunnen bedreigen
Natuurbeschermingswe Beschermen Aanwijzen terreinen als Op deze terreinen in
t (Nederlands) bepaalde terreinen, natuurmonumenten principe geen
wateren met evenementen
bijzondere
natuur-/landschapswa
arde
Natura 2000 Behoud en herstel Een Europees netwerk In de aangewezen
(Europees) van biodiversiteit. van beschermde gebieden gelden
Zowel bescherming natuurgebieden op het beperkingen. Zowel
van gebieden als van grondgebied van de gebieden
soorten lidstaten van de EU Habitatrichtlijn als
Vogelrichtlijn.
Rode lijsten Overzicht van in ons Het opsommen van de
(Nederlands) land bedreigde plant- betreffende soorten,
en diersoorten beschermingsmaatregele
n om deze soorten weer
in aantal te laten
toenemen.
Werkwijze
6.2.3
Als een evenement buiten moet worden gehouden, is het raadzaam rekening te houden met de
aanwezigheid van de Vogel- en Habitatrichtlijn genoemde diersoorten.
6.2.4.
Om te onderzoeken hoe het met die aanwezigheid zit, kan eerst worden gekeken naar een ruwe
indicatie (aantal beschermde soorten per soortgroep per kilometerhok). Via een kaart kan het gebied
worden geselecteerd, de over dat gebied bekende gegevens verschijnen.
6.2.5
Als u gedetailleerde verspreidingsgegevens van specifieke soorten nodig heeft, moet u wellicht
aanvullend (veld)onderzoek doen.
6.3 Afvalstoffen
6.3.1.
Waar veel mensen bij elkaar komen, is een grote hoeveelheid afval te verwachten. Dit komt door
publiek en bijvoorbeeld cateraars. Door te werken aan afvalmanagement kunnen de risico’s die met
afval verzamelen en afval verwerken te maken hebben worden geminimaliseerd.
6.1 Geluidsoverlast
6.1.1.
Om geluidsvoorschriften te verbinden aan een evenement kan gebruik worden gemaakt van
bepalingen in de vergunning, eventueel in combinatie met bepalingen uit de Wet Milieubeheer.
6.1.2.
Voor de Wet Milieubeheer moet sprake zijn van ‘inrichting’ en daar zal bij een incidenteel of eenmalig
evenement geen sprake van zijn. Daarom zal voor dat soort evenementen meestal de mogelijkheid
van bepalingen van de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) gebruikt worden.
6.1.3.
In gebouwen waar regelmatig evenementen plaatsvinden, zal wel spraken zijn van een inrichting en
zullen bepalingen op grond van de Wet Milieubeheer kunnen worden gesteld.
6.1.4.
In de model-APV van de VNG is een regeling ter voorkoming van geluidshinder opgenomen. Voor
evenementen is het van belang dat er – in de vorm van ontheffingen- wel geluidshinder kan worden
toegestaan. Veel evenementen, vooral muziekevenementen, hebben bij het maken van geluid van een
voldoende niveau nodig.
6.1.5.
De grens van wat in redelijkheid van omwonenden kan worden gevraagd te accepteren ligt in het
algemeen bij het vaak gehanteerde begrip ‘onduldbaar’. In de vergunning zullen geluidsniveaus
moeten worden aangegeven die niet mogen worden overschreden. Ook moet duidelijk worden
gemaakt op welke plaats de normen van toepassing zijn en welke meet- of controlemethode dient te
worden toegepast.
6.1.6.
Voor de perceptie van bewoners is het verschil met hun standaard achtergrondniveau van belang voor
de mate waarin zij overlast voelen. Dat varieert in woningen (binnen), er is een schema vastgesteld.
Dagperiode (0700-1900): 35dB(A), avondperiode (1900-2300): 30dB (A), nachtperiode (2300-0700):
25 dB(A).
6.1.7.
Om de grens van het optreden van hinder niet te overschrijden, dient binnen als maximaal toelaatbaar
geluidsniveau te worden aangehouden met de laagste waarde van:
- Het referentieniveau van +20 dB(A);
- + het absolute geluidsniveau van 50 dB(A).
Rekening houdend met een gemiddelde gevelisolatie van 20 à 25 dB(A) leidt deze benadering tot
maximaal toelaatbare gevelbelastingen.
Tabel: normering op basis van hinder/spraakverstaanbaarheid (per Db a)
Periode Basisnorm Max. niveau Gevelisolatie Maximale
binnen gevelbelasting
Dag 35 dB(A) 50 dB(A) 20-25 dB(A) 70-75 dB(A)
Avond 30 dB(A) 50 dB(A) 20-25 dB(A) 70-75 dB(A)
Nacht 25 dB(A) 45 dB(A) 20-25 dB(A) 65-70 dB(A)
,6.1.8.
’s Nachts dient naast het hindercriterium het wel of niet kunnen slapen als criterium te worden
meegenomen.
Tabel: normering ook getoetst op slaapverstoring
Periode Basisnorm Max. niveau Gevelisolatie Maximale
binnen gevelbelasting
Dag 35 dB(A) 50 dB(A) 20-25 dB(A) 70-75 dB(A)
Avond 30 dB(A) 50 dB(A) 20-25 dB(A) 70-75 dB(A)
Nacht 25 dB(A) 45 dB(A) 20-25 dB(A) 65-70 dB(A)
Nacht 25 dB(A) 25 dB(A) (slapen) 20-25 dB(A) 45-50 dB(A)
6.1.9.
Het is gebruikelijk en verdedigbaar om voor de dagen waarop een vrije dag volgt de normstelling voor
de nachtperiode met 1 of 2 uur te verschuiven naar resp. 24.00 of 01.00 uur.
Uitvoering
6.1.10.
Een gemeente doet er goed aan te inventariseren welke locaties in principe in aanmerking komen
voor het houden van evenementen. Op deze locaties kan eenvoudig de afstand worden bepaald tot
de meest nabijgelegen gevoelige bebouwingen. Als de afstand bekend is, kan berekend worden van
wat voor bronvermogen van orkest of luidspreker sprake mag zijn.
6.1.11.
Als vooraf blijkt dat niet aan de normen kan worden voldaan, bestaat voor de organisatie en de
gemeente de mogelijkheid tot zoeken naar alternatieven. Gemeente en organisatie moeten samen
zoeken naar een goede manier om het evenement zonder overlast plaats te laten vinden.
6.1.12.
In de praktijk zal het, als vooraf niet nagedacht is, lastig zijn bij overschrijding van gestelde normen
muziek uit te zetten, op grond van argumenten als ‘verstoring van openbare orde’ wanneer er veel
publiek is.
Handhaving
6.1.13.
Bij overschrijding van de voorschriften uit de vergunning kan op twee manieren worden opgetreden:
- Bestuursrechtelijk;
o Op grond van de Gemeentewet (toepassen bestuursdwang)
- Strafrechtelijk.
o Op grond van overschrijden voorwaarden vergunning
Hierbij zal worden overwogen of het bevel tot handhaven van de voorwaarden
van de vergunning een gepast middel is (bijvoorbeeld in verband met openbare
orde)
6.1.14
Het is wenselijk nadruk te leggen op preventieve handhaving om de noodzaak van repressieve
handhaving te voorkomen.
,Conclusies
6.1.15.
Bij aanvraag van een vergunning of ontheffing is het verstandig meteen te toetsen of aan de te stellen
normen kan worden voldaan:
- Indien niet: kiezen voor alternatief (andere locatie, opzet evenement)
- Indien wel:
o In vergunning/ontheffing uitgangspunten en maximaal toelaatbare geluidsniveaus
vastleggen;
o Omwonenden van een evenement tijdig (laten) informeren omtrent wat toegestaan is.
6.1.16.
Als moet worden opgetreden: alle belangen afwegen. Bij strafrechtelijk handhaven wordt het optreden
door middel van een politiebevel getoetst. Er wordt gekeken:
- Of het gezien de omstandigheden naar redelijk inzicht noodzakelijk is, en;
- Of het een gepast middel is.
Het niet kunnen handhaven van de openbare orde kan het onmiddellijk beëindigen van de overtreding
door middel van een politiebevel in de weg staan.
Eigen maatregelen evenementenbranche
6.1.17.
Voor de organisator en de ingehuurde geluidsapparatuurbedrijven zijn diverse mogelijkheden
aanwezig om zelf actief om te gaan met het voorkomen van geluidsoverlast: dit kan bij uitstek in de
vorm van een geluidsbeheersplan.
6.1.18.
Onderwerpen die in een geluidsbeheersplan voor evenementen buiten langs kunnen komen:
- Ontwerp van het terrein;
- De richting waarin de geluidsbronnen werken;
- Het gebruik van tenten in plaats van staan in de open lucht;
- Het ophangen van het geluid, gericht op het publiek;
- Het gebruiken van meer luidsprekers, op andere plaatsen, dichterbij het publiek (oftewel delays);
- Het ontwerp van de geluidsinstallatie;
- Het beheersen van de geproduceerde volumes.
6.1.19.
Voor evenementen binnen:
- Materialen die gebruikt worden en de constructie van gebouwen, zaal;
- Gebruik van geluidsisolatie;
- Het richten van het geluid op het publiek;
- Het gebruiken van meer luidsprekers op verschillende plaatsen;
- Het ontwerp van de geluidsinstallatie.
, 6.2 Dieren en planten op of in de buurt van het terrein (buitenevenementen)
6.2.1.
Er zijn diverse stukken wet- en regelgeving waar men rekening mee moet houden bij het organiseren
van een evenement op een bepaald terrein. Overzicht (6.2.2.):
Wet-/regelgeving Doel Methode Van belang voor
evenementen
Habitatrichtlijn Bevordering Aanwijzen speciale Geen storende
(Europees) biologische beschermingszones factoren in of nabij
verscheidenheid deze gebieden
Vogelrichtlijn Bescherming en Geen storende
(Europees) beheer vogels factoren in
leefgebieden met
gevolge voor
voortbestaan
beschermde soorten
Flora- en Faunawet Bescherming planten Verbiedt bepaalde Geen handelingen
(Nederlands) en diersoorten die in handelingen met planten die bepaalde plant-
het wild leven of dieren of diersoorten
kunnen bedreigen
Natuurbeschermingswe Beschermen Aanwijzen terreinen als Op deze terreinen in
t (Nederlands) bepaalde terreinen, natuurmonumenten principe geen
wateren met evenementen
bijzondere
natuur-/landschapswa
arde
Natura 2000 Behoud en herstel Een Europees netwerk In de aangewezen
(Europees) van biodiversiteit. van beschermde gebieden gelden
Zowel bescherming natuurgebieden op het beperkingen. Zowel
van gebieden als van grondgebied van de gebieden
soorten lidstaten van de EU Habitatrichtlijn als
Vogelrichtlijn.
Rode lijsten Overzicht van in ons Het opsommen van de
(Nederlands) land bedreigde plant- betreffende soorten,
en diersoorten beschermingsmaatregele
n om deze soorten weer
in aantal te laten
toenemen.
Werkwijze
6.2.3
Als een evenement buiten moet worden gehouden, is het raadzaam rekening te houden met de
aanwezigheid van de Vogel- en Habitatrichtlijn genoemde diersoorten.
6.2.4.
Om te onderzoeken hoe het met die aanwezigheid zit, kan eerst worden gekeken naar een ruwe
indicatie (aantal beschermde soorten per soortgroep per kilometerhok). Via een kaart kan het gebied
worden geselecteerd, de over dat gebied bekende gegevens verschijnen.
6.2.5
Als u gedetailleerde verspreidingsgegevens van specifieke soorten nodig heeft, moet u wellicht
aanvullend (veld)onderzoek doen.
6.3 Afvalstoffen
6.3.1.
Waar veel mensen bij elkaar komen, is een grote hoeveelheid afval te verwachten. Dit komt door
publiek en bijvoorbeeld cateraars. Door te werken aan afvalmanagement kunnen de risico’s die met
afval verzamelen en afval verwerken te maken hebben worden geminimaliseerd.
