100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting literatuur studiedag 2, opleiding Basiscursus Cognitieve Gedragstherapie Kind & Jeugd - Forta Opleidingen

Beoordeling
3,0
(1)
Verkocht
-
Pagina's
25
Geüpload op
30-09-2023
Geschreven in
2023/2024

Uitgebreide samenvattingen van de literatuur voor studiedag 2 (Gedragstherapeutische diagnostiek: functie- en betekenisanalyse) van de opleiding 'Basiscursus Cognitieve Gedragstherapie Kind & Jeugd' van Forta Opleidingen. De volgende literatuur is hierin te vinden: * H3 en H4 uit het boek Inleiding tot de gedragstherapie (Hermans, Raes & Orlemans, 2018). * H9 en H10 uit het boek Geïntegreerde cognitieve gedragstherapie. Handboek voor theorie en praktijk (Korrelboom & Ten Broeke, 2014).

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
30 september 2023
Aantal pagina's
25
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Literatuur dag 2, Basiscursus Cognitieve Gedragstherapie Kind &
Jeugd

Inhoudsopgave
Boek: Inleiding tot de gedragstherapie (Hermans, Raes & Orlemans, 2018)..............................................................3
Hoofdstuk 3, Klassieke conditionering.............................................................................................................................................3
3.1. Inleiding: klassieke conditionering en het leren van betekenissen.................................................................3
3.2. Het verwerven van nieuwe betekenissen.........................................................................................................................3
3.3. Wat wordt er geleerd tijdens klassieke conditionering?........................................................................................5
3.4. Het wijzigen van verworven betekenissen......................................................................................................................6
3.5. Tot besluit................................................................................................................................................................................................6
Hoofdstuk 4, Operante conditionering............................................................................................................................................7
4.1. Inleiding: de operante leerprincipes......................................................................................................................................7
4.2. De zes procedures voor operante conditionering......................................................................................................7
4.3. De operante leerprincipes: verdieping...............................................................................................................................8
4.4. Complexe vormen van operante conditionering.......................................................................................................9
4.5. Theoretische verklaringen voor operante conditionering..................................................................................10
4.6. Interacties tussen klassieke en operante conditionering: het tweefactorenmodel van Mowrer
................................................................................................................................................................................................................................10
Boek: Geïntegreerde cognitieve gedragstherapie. Handboek voor theorie en praktijk (Korrelboom &
Ten Broeke, 2014).................................................................................................................................................................................................11
Hoofdstuk 9, Diagnostiek van aangrijpingspunten (II): de functieanalyse.................................................................11
9.1. Inleiding.........................................................................................................................................................................................................11
9.2. Het vertrekpunt van de functieanalyse..................................................................................................................................11
9.3. Het schema van de functieanalyse............................................................................................................................................11
9.3.1. De R.........................................................................................................................................................................................................12
9.3.2. De vermeende positieve en de feitelijke negatieve gedragsconsequenties......................................12
9.3.3. De Sd......................................................................................................................................................................................................13
9.3.4. De →, de associatie tussen gedrag en (gepercipieerde) consequenties................................................13
9.4. Stappenplan bij het opstellen van functieanalyses......................................................................................................13
9.4.1. Stap 1: Identificeren van het problematische gedrag (R).................................................................................14
9.4.2. Stappen 2 en 3: Het bepalen van de bekrachtigers (Sr en feitelijke Sr-neg) en het toetsen
ervan...................................................................................................................................................................................................................14
9.4.3. Stap 4: Is de bekrachtiger een CS of een US?...........................................................................................................15
9.4.4. Stap 5: Bepalen van de aard van de associatie: sequentieel (→) of zelfs causaal;
overbetrokken of onderbetrokken................................................................................................................................................15
9.4.5. Stap 6: Bepalen van de context (Sd)................................................................................................................................15
9.4.6. Stap 7: Kan al worden geïntervenieerd?......................................................................................................................15
9.5. Therapeutische maatregelen die uit de functieanalyse kunnen voortvloeien..........................................15
9.6. Conclusies..................................................................................................................................................................................................16
Hoofdstuk 10, Diagnostiek van aangrijpingspunten (III); de betekenisanalyse.................................................16
10.1. Inleiding................................................................................................................................................................................................16
10.2. Het vertrekpunt van de betekenisanalyse....................................................................................................................17
10.3. Het schema van de betekenisanalyse.............................................................................................................................17
10.4. Stappenplan bij het opstellen van betekenisanalyses.........................................................................................21

1

,10.5. Conclusies...........................................................................................................................................................................................25




2

, Boek: Inleiding tot de gedragstherapie (Hermans, Raes & Orlemans, 2018)
Hoofdstuk 3, Klassieke conditionering
3.1. Inleiding: klassieke conditionering en het leren van betekenissen
Gedrag is een zinvolle reactie op een betekenisvolle situatie. Het leermodel vertrekt van de
basisaanname dat dezelfde psychologische processen alle gedrag sturen. Wanneer gedrag, dat
soms niet altijd makkelijk te begrijpen is, een diagnostisch etiket krijgt, dan lijkt er iets verklaard te
zijn. Maar dat is niet echt het geval, het geeft alleen een beschrijving en geen verklaring. Het is nog
steeds onduidelijk waarom iets doet zoals hij/zij het doet. De analyse van gedrag in termen van
betekenisvolle situaties/stimuli en zinvolheid en doelgerichtheid is de essentie van de functieanalyse
(FA). dit gaat in elke behandeling aan de interventies vooraf. De FA is gericht op het begrijpen van
de klachten in termen van de betekenissen van stimuli en situaties die aan het probleemgedrag
voorafgaan of erop volgen, en de zinvolheid van het probleemgedrag in deze betekenisvolle context.
Er wordt gebruik gemaakt van de inzichten uit de leertheorie.

3.1.1. ‘Little Albert’ en het leren van betekenissen
Een pasgeboren baby beschikt over een zeer beperkte set responsen. Die set van primaire reflexen,
zoals het zoek-, zuig- of grijpreflex, zijn cruciaal voor de overleving. Deze reacties zijn van nature
aanwezig en hoeven niet aangeleerd te worden. Het gedrag wordt naarmate iemand ouder wordt,
steeds uitgebreider, verfijnd en gecoördineerd. Voor Watson was de ontwikkeling van het kind
destijds zeer belangrijk. Hij observeerde veel baby’s en jonge kinderen en stelde vast dat veel van de
reflexen die aanwezig zijn bij een baby, binnen een korte tijd na de geboorte geconditioneerd raken
aan andere stimuli (bijv. het zien van de moeder). Volgens Watson liggen leerprocessen aan de
basis van alle gedrag. Hij deed een onderzoek, genaamd little Albert, waarbij hij nieuwe emotionele
responsen teweegbracht bij een 11 maanden oud jongetje. Kleine Albert werd geconfronteerd met
een wit ratje. Watson observeerde dat hij geen responsen vertoonde. In de tweede fase werd Albert
opnieuw geconfronteerd met het ratje. Maar nu ging dit samen met het aanbieden van een
opschrikkend geluid. In een laatste fase bood Watson het ratje aan, zonder het geluid. In vergelijking
met de eerste fase kon nu een duidelijke gedragsverandering vastgesteld worden. Ook later bij
andere dieren werd de angst opgewekt bij kleine Albert.

3.1.2. Structuur van een klassieke conditioneringsprocedure
Geraamte van de studie van Watson:
 Ongeconditioneerde prikkel (US)= de luide knal die voortgebracht werd door met een
hamer op een ijzeren staaf te slaan.
 Ongeconditioneerde/onvoorwaardelijke respons (UR)= de opschrikreflex die
voortgebracht wordt door de luide knal. De UR wordt reflexmatig uitgelokt door de US.
 Geconditioneerde prikkel (CS)= het witte ratje. De oorspronkelijke neutrale stimulus die van
nature geen reactie uitlokt.
 Geconditioneerde respons (CR)= de vreesreactie die na herhaalde CS-US-aanbiedingen
geobserveerd wordt ten aanzien van het ratje.




Klassieke conditionering gaat over het leren van nieuwe betekenissen op basis van stimulus-
stimulus-aanbiedingen. Er is sprake van verwachtingsleren, de CS roept de verwachting van US op.

3.2. Het verwerven van nieuwe betekenissen
3.2.1. Enkele basisbegrippen: acquisitie, differentiatie en generalisatie
Acquisitie-fase= De fase waarin de vrees voor een voorheen neutrale stimulus wordt ‘verworven’/
geleerd. Er wordt in deze fase iets ‘geleerd’.
Differentiatie= Het onderscheiden van wat veilig (CS-) is en wat eerder onveilig (CS+) is.
 Patiënten met een angststoornis zijn significant minder goed in het leren differentiëren, en
vertonen met name hogere vreesreacties ten aanzien van veilige stimuli (CS-).
Generalisatie= Betekenisleren dat tot stand is gekomen in één situatie is overdraagbaar naar
andere situaties (je gedrag pas je in verschillende situaties toe die er op lijken).




3

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
1 jaar geleden

3,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
xjeaninexx Rijksuniversiteit Groningen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
2529
Lid sinds
10 jaar
Aantal volgers
1012
Documenten
182
Laatst verkocht
2 uur geleden

4,0

418 beoordelingen

5
123
4
204
3
66
2
9
1
16

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen