Opdracht 1: Medicatie
Je observeert wat het effect is van het toedienen van medicatie.
● oraal
● rectaal
● vaginaal
● via de huid
● via de slijmvliezen
● via injectie
○ Hoe pas je de voorschriften rond hygiëne en veiligheid toe?
■ Je wast je handen voor de deling van de medicatie en als volgt
pas je de regel van 5 toe (juiste cliënt, juiste datum en tijdstip,
juiste medicijn, juiste dosering, juiste toedieningswijze (en
houdbaarheid van het medicijn). Hierna kan je de medicatie aan
de cliënt geven en controleer of de cliënt deze ook echt inneemt.
○ Hoe ga je de zorgvrager voorbereiden en informeren?
■ Eerst zal ik de zorgvrager uitleggen waar het medicijn voor is,
de toedieningswijze en het effect van het medicijn. Als dit
mogelijk is, vanwege het niveau van de zorgvrager.
Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot medicijnverstrekking
van:
● de arts
○ De arts zal de medicatie voor de zorgvrager voorschrijven, waar nodig
is.
● de verzorgende/ de verpleegkundige
○ De verzorgende mag geen medicatie delen. Alleen de verpleegkundige
zelf mag dit doen. Dit omdat delen van medicatie in de opleiding zit tot
verpleegkundige niveau 4. En niet bij niveau 3, de verzorgende.
● de zorgvrager
○ De zorgvrager kan de medicatie in eigen beheer houden, wanneer men
zeker weet dat de medicatie ook daadwerkelijk wordt ingenomen.
Zoek en beschrijf de 5 belangrijkste regels op met betrekking tot het foutloos
toedienen van medicijnen:
1. Juiste cliënt
2. Juiste datum en tijdstip
3. Juiste medicijn
4. Juiste dosering