DOOR: SHARON DIJKHUIZEN
INHOLLAND AMSTERDAM, MONDZORGKUNDE 2017
**De verschillende soorten streptokokken en tot welke groep hij behoort moet je weten**
Cariësmicrobiologie
Leerdoelen
Je kunt de opbouw van tandplak beschrijven en je kunt onderscheid maken tussen cariës pathogene en niet
cariës pathogene micro- organismen op basis van cariës-geassocieerde eigenschappen.
Je kunt beredeneren wat er met de pH van tandplak gebeurt na het consumeren van koolhydraten (suikers) en
suikervervangers bij patiënten met een gezonde en een verlaagde speekselvloed.
Plaque veroorzaakt cariës als (kijk schema):
Tandplaque = dun kleverig laagje op de tanden en
kiezen bacteriën + voedingsresten + extracellulair
matrix + speekseleiwitten = orale biofilm
Speekseleigenschappen; pH, vloed, buffercapaciteit.
Tijd
Plaque als een orale biofilm
1. Vroege kolonisator (kokken): Gram
positief, kok of staaf, aeroob (facultatief),
suiker fermenteerders, suikerfermentatie
door (bijv. lactobacillus) cariespathogenen
(S. Mutans, S. Sobrinus, s. Cricetus, s.
Rattus)
(Alle bacteriën produceren minder zuur bij een lagere
pH/ de groeisnelheid van cariespathogenen is in verhouding bij een lage pH hoger)
2. Secundaire kolonisator (staven): Gram positief of negatief, kok/staaf/soms spirocheet,
aeroob/anaeroob.
3. Late kolonisator (spirocheten): Gram negatief, staaf/spirocheet, anaeroob, proteïne fermenteerders.
Cariës eigenschappen:
1. Hechting aan de pellikel (adheren) vroege kolonisatie
2. Zuurproductie (acidogeen) suiker fermenteerders
3. Zuurbestending (aciduur) uitgroeien bij lage pH
**Vroege kolonisatie suiker fermenteerders uitgroeien bij lage pH**
Streptococcus mutans
1. Suiker fermenteerder
2. zuurproductie
3. Maakt extracellulaire polysacharide (EPS) = slijm in plakextra plakkerige tandplak maakt
intracellulaire polysacharide (IPS) = interne ‘suiker’ voorraadzuurproductie
4. Maakt intracellulaire polysaccharide (IPS) = interne ‘suiker’ voorraad. Kan ook doorgaan als erg geen
suiker uit dieet beschikbaar zijn