Kennismaken met Onderzoeksmethoden en Statistiek
------- HC1 – Kennismaking -------
Lees cursushandleiding en eerste weektaak goed door.
“Van social media word je narcistisch”
Narcisme vorm van gedrag dat gekenmerkt wordt door obsessie met eigen persoonlijkheid. Alles
draait om hunzelf, zoeken aandacht ect.
Bronnen van informatie tijdens de eerste fase van een onderzoek:
- Intuïtie
- Ervaring
- Bronnen van autoriteit, vb. media.
- Wetenschappelijke informatie
Wanneer is kennis/informatie wetenschappelijk?
1. Empirisch gebaseerd op systematische waarnemingen. Het is pas kennis als de persoon dit
kan baseren op systematische waarnemingen.
2. Controleerbaar Je zou het onderzoek op dezelfde manier kunnen uitvoeren om op
dezelfde resultaten te komen.
3. Probabilistisch vb. Als je meer tijd op social media besteed is de kans groter dat je
narcistisch bent.
“Een theorie is een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in onderlinge
samenhang worden beschreven.
In de wetenschap is een theorie een getoetst model ter verklaring van waarnemingen van de
werkelijkheid.”
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie:
- Ondersteund door data.
Data uit wetenschappelijk onderzoek.
- Falsifieerbaar
Een theorie moet weerlegt kunnen worden aan de hand van verzamelde gegevens.
- Spaarzaam (parsimonious)
Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze complexer te maken.
,Onderzoeksvragen
In wetenschappelijk onderzoek zijn er twee soorten onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel (basic)
Onderzoek waarbij je algemene principes probeert af te leiden, vb. waarom doen mensen dit
2. Toegepast (applied)
Onderzoek dat wordt toegepast op de situatie. Vb. een stad, binnen een bedrijf.
3. Translational
Onderzoek vanuit de ene setting, uitproberen in de andere.
Onderzoek ontwerp
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoek ontwerp.
- Wat voor soort empirische gegevens worden verzameld?
- Zijn de gegevens kwalitatief of kwantitatief?
- Hoe worden de gegevens verzameld?
------- HC2 –Kwalitatief onderzoek -------
Bij een kwalitatief onderzoek is het doel om bepaalde kenmerken zoveel mogelijk in de steekproef
terug te laten komen. Dit zijn vaak kenmerken die voor het onderzoek relevant zijn. Dat wil zeggen
dat de onderzoeker de verschillende meningen/ervaringen ect. Die in de populatie bestaan ook in de
steekproef terugziet.
Waarom kwalitatief onderzoek?
Het voornaamste doel van kwalitatief onderzoek
- Sociale fenomenen, dingen waarin je geïnteresseerd bent, te begrijpen uit hun natuurlijke
context
- Om empirische patronen te vinden
- Die een standpunt kunnen zijn voor theorievorming
Ontwikkeling nieuwe theorie
Aanpassing of uitbreiding van bestaande theorie
Patronen in:
- Gesproken of geschreven teksten
- Observaties va gedrag en interacties
- Beeldmateriaal ect. Vb. postten op twitter en Instagram.
Wat wordt er onderzocht?
Vb. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van ouderen.
Vb. Motieven om te daten bij eerste studenten.
De onderzoeker is geïnteresseerd in de hele context van de student.
Vb. De ideeën van Amerikanen over het recht op wapenbezit.
De onderzoeker is geïnteresseerd in perspectief van de respondent
,Kenmerken kwalitatief onderzoek
1. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent.
2. De onderzoeker heeft een contextuele benadering.
3. Het perspectief van de respondenten staat centraal.
4. De interviewer is nadrukkelijk bezig met het verzamelen van data.
5. Via specifieke observaties probeert de onderzoeker
De sociale werkelijkheid te omschrijven in al haar diversiteit
Naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of bestaande theorieën
aanpassen
INDUCTIE
Wat wordt er onderzocht?
Idee/theorie
- Vb. Theorie alleenstaande ouderen en daten:
Ouderen hebben beperkt/besloten netwerk
Vaak willen ze een nieuwe partner vinden om eenzaamheid te beperken
Mannen vaak opzoek naar traditionele relatie met praktische en emotionele steun
Vrouwen zijn vaan juist opzoek naar een relatie waarin zij hun verworven autonomie niet
zullen verliezen. Iemand die hun onafhankelijkheid accepteert.
Een onderzoeksvraag van een kwalitatief onderzoek kun je herkennen aan de volgende elementen.
SPI(C)E:
- Setting: waar, in welke context?
- Perspectieve (of population): voor wie?
- Interest: wat?
- (Comparison: vergeleken met wie/wat?)
- Evaluation: met welk resultaat?
Hoe wordt data verzameld?
Onderzoeksvraag heeft betrekking op motieven om te daten Kwalitatief interview.
Het kwalitatief interview
Gesprek waarin de interviewer vragen stekt aan de geïnteresseerde over:
- Ideeën
- Motieven
- Ervaringen
Met betrekking tot een sociaal fenomeen.
Geïnterviewde is:
- Informant, ervaringsdeskundige, arts, expert.
- Respondent
Steekproeven
Participanten kunnen op verschillende manieren geselecteerd worden bijvoorbeeld:
- Participanten die eenvoudig te bereiken zijn
- Participanten die al een groepje vormen
- Participanten die voldoen aan hele specifieke voorwaarden.
, Bij wie worden data verzameld?
Vb. doelgerichte steekproef (purposive sample)
- De onderzoeker gaat opzoek naar de participanten die voldoen aan hele specifieke
voorwaarden.
Case study logic:
- De onderzoeker gaat opzoek naar specifieke individuen die belangrijke informatie kunnen
geven. Elk specifiek verhaal is waardevol en draagt bij aan beter begrip.
Sample for range:
- Onderzoeker gaat opzoek naar een zo breed mogelijke scala aan ervaringen.
Steekproeven
Aselecte steekproef subjecten worden geheel willekeurig uit de populatie getrokken.
Selecte steekproef de onderzoekers of subjecten maken deel uit van een selectieproces.
Andere steekproeven
- Doelgerichte steekproef: de onderzoeker gaat opzoek naar respondenten met specifieke
kenmerken.
- Gemaksteekproef (convenience sample): de onderzoeker gebruikt participanten die
eenvoudig te bereiken zijn.
- Quota steekproef: de gemaksteekproef met een voorwaarde voor aantallen binnen groepen.
De onderzoeker stelt van tevoren vast hoeveel respondenten met specifieke kernmerken
moeten worden opgenomen.
- Sneeuwbal steekproef: een vorm van doelgerichte steekproef waar de onderzoeker de
deelnemers vraagt een of meer anderen aan te bevelen.
- Sequentiële steekproef: de criteria waaraan de respondenten moeten voldoen worden
tijdens het onderzoek aangepast.
Bestudeer het boek over steekproeven en oefen met de Shiny App (zie Grasple)
Hoe ziet de verzamelde date eruit?
Vaak wordt het interview opgenomen en later volledig uitgetypt in een transcript letterlijke
vertaling/overname van wat er precies gezegd is.
Tijdens het interview maakt de onderzoeker field notes aantekeningen die waardevol kunnen zijn
tijdens het analyseren van de data in een later stadium.
- Wie werd er geïnterviewd?
- Locatie van het interview
- Indruk/gedrag van geïnterviewde
- Eerste ideeën van onderzoeker over het interview.
Kwaliteit van het kwalitatief interview
- Betrouwbaarheid (reliability)
Verloop van het interview hangt af van de interviewer
Interviewer moet zich bewust zijn van zijn eigen rol.
- Validiteit (validity)
Interviewer kan doorvragen om erachter te komen wat de respondent echt bedoelt.
Interviewer moet zich bewust zijn van non-verbale signalen van de respondent
- Belang van verstandhouding (rapport)
------- HC1 – Kennismaking -------
Lees cursushandleiding en eerste weektaak goed door.
“Van social media word je narcistisch”
Narcisme vorm van gedrag dat gekenmerkt wordt door obsessie met eigen persoonlijkheid. Alles
draait om hunzelf, zoeken aandacht ect.
Bronnen van informatie tijdens de eerste fase van een onderzoek:
- Intuïtie
- Ervaring
- Bronnen van autoriteit, vb. media.
- Wetenschappelijke informatie
Wanneer is kennis/informatie wetenschappelijk?
1. Empirisch gebaseerd op systematische waarnemingen. Het is pas kennis als de persoon dit
kan baseren op systematische waarnemingen.
2. Controleerbaar Je zou het onderzoek op dezelfde manier kunnen uitvoeren om op
dezelfde resultaten te komen.
3. Probabilistisch vb. Als je meer tijd op social media besteed is de kans groter dat je
narcistisch bent.
“Een theorie is een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in onderlinge
samenhang worden beschreven.
In de wetenschap is een theorie een getoetst model ter verklaring van waarnemingen van de
werkelijkheid.”
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie:
- Ondersteund door data.
Data uit wetenschappelijk onderzoek.
- Falsifieerbaar
Een theorie moet weerlegt kunnen worden aan de hand van verzamelde gegevens.
- Spaarzaam (parsimonious)
Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze complexer te maken.
,Onderzoeksvragen
In wetenschappelijk onderzoek zijn er twee soorten onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel (basic)
Onderzoek waarbij je algemene principes probeert af te leiden, vb. waarom doen mensen dit
2. Toegepast (applied)
Onderzoek dat wordt toegepast op de situatie. Vb. een stad, binnen een bedrijf.
3. Translational
Onderzoek vanuit de ene setting, uitproberen in de andere.
Onderzoek ontwerp
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoek ontwerp.
- Wat voor soort empirische gegevens worden verzameld?
- Zijn de gegevens kwalitatief of kwantitatief?
- Hoe worden de gegevens verzameld?
------- HC2 –Kwalitatief onderzoek -------
Bij een kwalitatief onderzoek is het doel om bepaalde kenmerken zoveel mogelijk in de steekproef
terug te laten komen. Dit zijn vaak kenmerken die voor het onderzoek relevant zijn. Dat wil zeggen
dat de onderzoeker de verschillende meningen/ervaringen ect. Die in de populatie bestaan ook in de
steekproef terugziet.
Waarom kwalitatief onderzoek?
Het voornaamste doel van kwalitatief onderzoek
- Sociale fenomenen, dingen waarin je geïnteresseerd bent, te begrijpen uit hun natuurlijke
context
- Om empirische patronen te vinden
- Die een standpunt kunnen zijn voor theorievorming
Ontwikkeling nieuwe theorie
Aanpassing of uitbreiding van bestaande theorie
Patronen in:
- Gesproken of geschreven teksten
- Observaties va gedrag en interacties
- Beeldmateriaal ect. Vb. postten op twitter en Instagram.
Wat wordt er onderzocht?
Vb. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van ouderen.
Vb. Motieven om te daten bij eerste studenten.
De onderzoeker is geïnteresseerd in de hele context van de student.
Vb. De ideeën van Amerikanen over het recht op wapenbezit.
De onderzoeker is geïnteresseerd in perspectief van de respondent
,Kenmerken kwalitatief onderzoek
1. De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent.
2. De onderzoeker heeft een contextuele benadering.
3. Het perspectief van de respondenten staat centraal.
4. De interviewer is nadrukkelijk bezig met het verzamelen van data.
5. Via specifieke observaties probeert de onderzoeker
De sociale werkelijkheid te omschrijven in al haar diversiteit
Naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of bestaande theorieën
aanpassen
INDUCTIE
Wat wordt er onderzocht?
Idee/theorie
- Vb. Theorie alleenstaande ouderen en daten:
Ouderen hebben beperkt/besloten netwerk
Vaak willen ze een nieuwe partner vinden om eenzaamheid te beperken
Mannen vaak opzoek naar traditionele relatie met praktische en emotionele steun
Vrouwen zijn vaan juist opzoek naar een relatie waarin zij hun verworven autonomie niet
zullen verliezen. Iemand die hun onafhankelijkheid accepteert.
Een onderzoeksvraag van een kwalitatief onderzoek kun je herkennen aan de volgende elementen.
SPI(C)E:
- Setting: waar, in welke context?
- Perspectieve (of population): voor wie?
- Interest: wat?
- (Comparison: vergeleken met wie/wat?)
- Evaluation: met welk resultaat?
Hoe wordt data verzameld?
Onderzoeksvraag heeft betrekking op motieven om te daten Kwalitatief interview.
Het kwalitatief interview
Gesprek waarin de interviewer vragen stekt aan de geïnteresseerde over:
- Ideeën
- Motieven
- Ervaringen
Met betrekking tot een sociaal fenomeen.
Geïnterviewde is:
- Informant, ervaringsdeskundige, arts, expert.
- Respondent
Steekproeven
Participanten kunnen op verschillende manieren geselecteerd worden bijvoorbeeld:
- Participanten die eenvoudig te bereiken zijn
- Participanten die al een groepje vormen
- Participanten die voldoen aan hele specifieke voorwaarden.
, Bij wie worden data verzameld?
Vb. doelgerichte steekproef (purposive sample)
- De onderzoeker gaat opzoek naar de participanten die voldoen aan hele specifieke
voorwaarden.
Case study logic:
- De onderzoeker gaat opzoek naar specifieke individuen die belangrijke informatie kunnen
geven. Elk specifiek verhaal is waardevol en draagt bij aan beter begrip.
Sample for range:
- Onderzoeker gaat opzoek naar een zo breed mogelijke scala aan ervaringen.
Steekproeven
Aselecte steekproef subjecten worden geheel willekeurig uit de populatie getrokken.
Selecte steekproef de onderzoekers of subjecten maken deel uit van een selectieproces.
Andere steekproeven
- Doelgerichte steekproef: de onderzoeker gaat opzoek naar respondenten met specifieke
kenmerken.
- Gemaksteekproef (convenience sample): de onderzoeker gebruikt participanten die
eenvoudig te bereiken zijn.
- Quota steekproef: de gemaksteekproef met een voorwaarde voor aantallen binnen groepen.
De onderzoeker stelt van tevoren vast hoeveel respondenten met specifieke kernmerken
moeten worden opgenomen.
- Sneeuwbal steekproef: een vorm van doelgerichte steekproef waar de onderzoeker de
deelnemers vraagt een of meer anderen aan te bevelen.
- Sequentiële steekproef: de criteria waaraan de respondenten moeten voldoen worden
tijdens het onderzoek aangepast.
Bestudeer het boek over steekproeven en oefen met de Shiny App (zie Grasple)
Hoe ziet de verzamelde date eruit?
Vaak wordt het interview opgenomen en later volledig uitgetypt in een transcript letterlijke
vertaling/overname van wat er precies gezegd is.
Tijdens het interview maakt de onderzoeker field notes aantekeningen die waardevol kunnen zijn
tijdens het analyseren van de data in een later stadium.
- Wie werd er geïnterviewd?
- Locatie van het interview
- Indruk/gedrag van geïnterviewde
- Eerste ideeën van onderzoeker over het interview.
Kwaliteit van het kwalitatief interview
- Betrouwbaarheid (reliability)
Verloop van het interview hangt af van de interviewer
Interviewer moet zich bewust zijn van zijn eigen rol.
- Validiteit (validity)
Interviewer kan doorvragen om erachter te komen wat de respondent echt bedoelt.
Interviewer moet zich bewust zijn van non-verbale signalen van de respondent
- Belang van verstandhouding (rapport)
